Service of SURF
© 2025 SURF
Dit artikel beschrijft de mogelikheden die het concept kritisch denken biedt in de differentiatie van Mbo en Hbo opgeleide verpleegkundigen.
In dit artikel worden drie modellen besproken waarbinnen het concept kritisch denken geplaatst kan worden. De modellen van Benner (intuitie) en Hammond en Eraut (rationele raamwerken)komen aan bod. Het biedt opleidingen een raamwerk om kritisch denken binnen de opleiding te positioneren. De modellen zijn complementair aan elkaar.
Frederiek Bennema introduces foraging as a strategy for learning and research within higher art education, and as a practice and an attitude focused on ecological thinking, care and dialogue. This article aims to offer insights into foraging and how it helps students navigate the landscape of art education. It further discusses how foraging relates to artistic research and how it can help position artistic research in relation to more established forms of research.
LINK
Building for Nature: innovatie van dijken en vooroevers (BfN) is een RAAK-PRO project van HZ University of Applied Sciences uitgevoerd in een consortium waarin kennisinstellingen, overheid en bedrijfsleven deelnemen. Dit project heeft als doel om concrete ontwerpen te ontwikkelen om de natuurwaarde en soms ook het medegebruik op dijken te stimuleren. Daarnaast heeft het project bijgedragen aan de ontwikkeling van een netwerk zodat betrokken partijen en professionals samen gaan nadenken over dijkontwerpen waarin meerdere belangen samenkomen. Het onderzoek bestaat uit een drietal deelonderzoeken waarin is gekeken hoe de ecologische kansen op dijken kunnen worden versterkt. Dit betreft: de vooroever (5 tot 30 m waterdiepte) waar breuksteen wordt toegepast, de kreukelberm bestaande uit een combinatie van breuksteen en gietasfalt en de steenbekleding tot aan de hoogwaterlijn. Daarnaast is onderzoek verricht naar de mogelijkheden naar oesterteelt op de kreukelberm. Binnen een vijftiental ontwerpsessies is met ecologen, dijkbeheerders en producenten van bouwmateralen nagedacht over geschikte ontwerpen. Zo is bijvoorbeeld voor het deelonderzoek steenbekleding gekeken naar de invloed van ruitvormige holtes in het oppervlak van de betonzuilen op de kolonisatie door algen en andere organismen. De holtes zijn geïntegreerd in bestaande Hydroblocks van projectpartner Haringman Betonwaren en in een proeftuin van 720 m2 aangelegd binnen een dijkversterkingsproject bij Sint-Annaland, Tholen. De resultaten laten zien dat deze BfN-Hydroblocks sneller met wier begroeid raken dan standaard Hydroblocks. In vergelijking met blokken met een eco-top van lavasteen raken ze in de eerste maanden eerder met bruinwieren, met name blaaswier, begroeid in plaats van met groenwieren. Na anderhalf jaar waren de verschillen in wierbedekking nog maar beperkt. Het project heeft de afgelopen vier jaar veel kansen geboden aan studenten civiele techniek en aquatische eco-technologie. Zo heeft de eerste groep gekeken naar materialen, productie en ontwerp, en heeft de andere groep studenten gekeken naar de aangroei van organismen op de verschillende substraten. Deze Top Up aanvraag wordt benut om de kennis te delen in de wetenschappelijke wereld via een publicatie in het tijdschrift Ecological Engineering.
Veranderd landgebruik en klimaatverandering zetten de natuur onder druk en leiden steeds vaker tot maatschappelijke vraagstukken die om duurzame oplossingen vragen. Antwoorden liggen vaak in de natuur om ons heen, maar de vraag is hoe we die vinden terwijl de natuur door ons onder druk wordt gezet. Het voorgestelde lectoraat ‘Ecologische Wijs: Insecten & Maatschappij’ maakt via ecologisch en praktisch onderzoek aan insecten verbanden inzichtelijk tussen organismen en hun omgeving, en tussen mens, omgeving en natuur. Het voorgestelde lectoraat verbindt de educatieve kracht van Aeres Hogeschool Wageningen (AHW) met natuurwetenschappelijke onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Deze verbinding zorgt voor synergie die nodig is om vooruitgang te boeken bij de transitie naar een maatschappij die duurzaam met natuur kan samenwerken. Het voordeel is tweeledig: onderwijs van AHW-studenten en hun toekomstige leerlingen in groen (V)MBO wordt verrijkt met het denken in verbanden en systemen terwijl fundamenteel onderzoek van het NIOO-KNAW sneller kan inspelen op praktijkvragen. De voorgestelde onderzoekslijn bestaat uit twee subthema’s: (1) het beheersen van insectenplagen en (2) het stimuleren van insectenbiodiversiteit. Hierbij snijdt het mes eveneens aan twee kanten: door biodiversiteit te bevorderen krijgen plaaginsecten minder kans, en door ecologische beheersing van plaaginsecten, kan biodiversiteit toenemen. De lector zal starten met onderzoek aan natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Deze insecten veroorzaken in toenemende mate overlast in Nederland door veranderd landgebruik en klimaat-gerelateerde factoren. Het NIOO-KNAW heeft de unieke mogelijkheid om het hele scala aan natuurlijke vijanden (gewervelden, ongewervelden en micro-organismen) systematisch te onderzoeken. Het tweede subthema richt zich op de vraag hoe vegetatiebeheer kan worden ingezet om insectenbiodiversiteit te stimuleren. Deze thema’s spreken naast een breed publiek ook een breed scala aan stakeholders aan. Met dit lectoraat worden dan ook veel kansen gecreëerd om ecologische kennis te ontwikkelen en benutten met de groene beroepspraktijk en beroepsonderwijs.
Platform GROW – GRoene OmgevingsWetIn 2023 treedt de Omgevingswet in werking. Een van de grootste wijzigingen in de Nederlandse wetsgeschiedenis. Deze Omgevingswet genereert een ruimtelijke transitie. Het algemene doel is dat overheden met maatschappelijke partners toegroeien naar gebiedsgerichte duurzame ontwikkeling en bescherming van de kwaliteit van de leefomgeving. Deze ruimtelijke transitie levert naast nieuwe beleidsinstrumenten met daarmee samenhangende wet- en regelgeving, ook een digitale transformatie en vooral een andere manier van samenwerken. Het Rijk geeft alle overheden in Nederland tot 2030 de tijd om deze transitie te implementeren. Landelijk gaat veel aandacht uit naar de juridische aspecten en naar het digitaal stelsel omgevingswet en minder naar de fysiek-ruimtelijke aspecten van de duurzame ontwikkeling van de leefomgeving en de één-overheidsgedachte.Op dit moment denken HBO-instellingen niet complementair na over hoe zij kunnen meegroeien met en anticiperen op de implementatie van de Omgevingswet. Vanuit de inhoud, de processen en de governance gaat het om de impact van het ontwerpen, inrichten en verankeren van een duurzame leefomgeving gebaseerd op ecologische en circulaire principes. Het in balans houden van economische en duurzame groei vraagt doorgaande innovatie en kennisontwikkeling. Wat betekent dit voor de curricula en voor het praktijkgericht onderzoek dat momenteel gefragmenteerd door verschillende lectoraten wordt uitgevoerd? Dit Platform GROW brengt in beeld welke output en outcomes er momenteel door onderwijs en onderzoek van relevante HBO-instellingen wordt geleverd op het terrein van de Omgevingswet.Naast het delen van netwerken, kennis en ervaring worden voorstellen uitgewerkt voor gezamenlijk praktijkonderzoek naar de duurzame, groene effectuering van de Omgevingswet. Deze worden tijdens GROW-dialoogsessies ontwikkeld en gepresenteerd. Het - via GROW groeiend - netwerk aan leidende enthousiaste lectoren zijn verbonden aan de Hogeschool Van Hall Larenstein (penvoerder), Hogeschool Leiden, Hogeschool Rotterdam, Saxion Hogeschool, HZ University of Applied Sciences, Hogeschool Arnhem-Nijmegen, Hanzehogeschool Groningen en Aeres Hogeschool Almere. Platform GROW