Service of SURF
© 2025 SURF
Lectorale rede bij de aanvaarding van het ambt van lector Medische Technologie Medische Technologie is een zeer breed begrip dat reikt van infuuspompen tot operatierobots tot lineaire versnellers, et cetera. In het vorige hoofdstuk is al uit de doeken gedaan waar het lectoraat Medische Technologie zich specifiek op richt: medische beeldvorming, radiotherapie en ICT in de zorg. Dat is bij elkaar een zeer breed vakgebied waarvan het lectoraat niet alle facetten kan bestrijken. Daarom richt het lectoraat zich op ontwikkelingen op die terreinen die belangrijke veranderingen in het werkproces teweeg kunnen brengen. Dat zijn de onderwerpen die van belang zijn voor de toekomstige Zorgprofessional 2.0. Hieronder worden de verschillende vakgebieden nader geïntroduceerd en er worden een aantal voor de Zorgprofessional 2.0 belangrijke historische trends beschreven. Samenvattend kan gesteld worden dat het lectoraat Medische Technologie zich heeft ontwikkeld van een specialistisch op radiotherapie gericht lectoraat, naar een breder op medische beeldvorming, radiotherapie, ICT in de zorg en eHealth georiënteerd lectoraat dat op diverse, met name gezondheidszorggerelateerde, terreinen een bijdrage levert aan de opleidingen van Hogeschool Inholland. De bijdrage van het lectoraat Medische Technologie heeft daarbij als doel afstudeerders van diverse studierichtingen op te leiden tot wat in deze rede wordt aangeduid met Zorgprofessional 2.0. Hiermee wordt in deze rede een beroepsbeoefenaar bedoeld die openstaat voor (ICT/technische) innovatie, die zorgconsumenten daarover kan adviseren en die innovatie in de beroepspraktijk weet te implementeren. Praktijkgericht onderzoek speelt daarbij een centrale rol: het draagt bij aan de onderzoekende blik van de Zorgprofessional 2.0, aan het up-to-date houden van de kennis van docenten en studenten en aan de verbinding met het werkveld.
Een van de instrumenten voor de bepaling van de kwaliteit en van de aanwezigheid van opgetreden schade vormt het niet-destructief onderzoek (NDO), waarvan vele uitvoeringsvormen zijn ontwikkeld en waaraan binnen de kaders van de wetgeving en de in gebruik zijnde Codes zowel aan de apparatuur als aan de bediening eisen worden gesteld. Zo moeten ook de uitvoerders van NDO in de praktijk gecertificeerd zijn.
Echo intensity determined by muscle ultrasound has been proposed as an efficient method for the assessment of muscle quality. The influence of changing ultrasound parameter settings on echo intensity values was assessed using a standardized approach. In this repeated measures cross-sectional study, sixteen repeated scans of rectus femoris, gracilis, and rectus abdominis were taken in 21 middle-aged persons with a portable Mindray M7 premium ultrasound machine equipped with a linear 5.0–10.0 MHz transducer. The settings of three parameters were fixed: gain, depth, and frequency. The settings of the following adjustable parameters were changed over their entire range: dynamic range, gray map, line density, persistence, and IClear. Repeated measures analyses were performed to evaluate the effect of changing the settings on echo intensity values. In all three muscles, dynamic range, gray map, and IClear correlated significantly (rrm-values ranging between −0.86 and 0.45) with echo intensity. In all three muscles, the echo intensity values differed significantly across the dynamic range (p < 0.013), gray map (p < 0.003), and IClear (p < 0.003). In middle-aged subjects, echo intensity values of lower limb and trunk muscles are significantly related to ultrasound parameters and significantly differ across their respective setting range. For the assessment of muscle quality through ultrasound, it is suggested to fix parameter settings within their midrange in order to minimize the effect of setting-dependent factors on EI values.