Service of SURF
© 2025 SURF
Echo intensity determined by muscle ultrasound has been proposed as an efficient method for the assessment of muscle quality. The influence of changing ultrasound parameter settings on echo intensity values was assessed using a standardized approach. In this repeated measures cross-sectional study, sixteen repeated scans of rectus femoris, gracilis, and rectus abdominis were taken in 21 middle-aged persons with a portable Mindray M7 premium ultrasound machine equipped with a linear 5.0–10.0 MHz transducer. The settings of three parameters were fixed: gain, depth, and frequency. The settings of the following adjustable parameters were changed over their entire range: dynamic range, gray map, line density, persistence, and IClear. Repeated measures analyses were performed to evaluate the effect of changing the settings on echo intensity values. In all three muscles, dynamic range, gray map, and IClear correlated significantly (rrm-values ranging between −0.86 and 0.45) with echo intensity. In all three muscles, the echo intensity values differed significantly across the dynamic range (p < 0.013), gray map (p < 0.003), and IClear (p < 0.003). In middle-aged subjects, echo intensity values of lower limb and trunk muscles are significantly related to ultrasound parameters and significantly differ across their respective setting range. For the assessment of muscle quality through ultrasound, it is suggested to fix parameter settings within their midrange in order to minimize the effect of setting-dependent factors on EI values.
Lectorale rede bij de aanvaarding van het ambt van lector Medische Technologie Medische Technologie is een zeer breed begrip dat reikt van infuuspompen tot operatierobots tot lineaire versnellers, et cetera. In het vorige hoofdstuk is al uit de doeken gedaan waar het lectoraat Medische Technologie zich specifiek op richt: medische beeldvorming, radiotherapie en ICT in de zorg. Dat is bij elkaar een zeer breed vakgebied waarvan het lectoraat niet alle facetten kan bestrijken. Daarom richt het lectoraat zich op ontwikkelingen op die terreinen die belangrijke veranderingen in het werkproces teweeg kunnen brengen. Dat zijn de onderwerpen die van belang zijn voor de toekomstige Zorgprofessional 2.0. Hieronder worden de verschillende vakgebieden nader geïntroduceerd en er worden een aantal voor de Zorgprofessional 2.0 belangrijke historische trends beschreven. Samenvattend kan gesteld worden dat het lectoraat Medische Technologie zich heeft ontwikkeld van een specialistisch op radiotherapie gericht lectoraat, naar een breder op medische beeldvorming, radiotherapie, ICT in de zorg en eHealth georiënteerd lectoraat dat op diverse, met name gezondheidszorggerelateerde, terreinen een bijdrage levert aan de opleidingen van Hogeschool Inholland. De bijdrage van het lectoraat Medische Technologie heeft daarbij als doel afstudeerders van diverse studierichtingen op te leiden tot wat in deze rede wordt aangeduid met Zorgprofessional 2.0. Hiermee wordt in deze rede een beroepsbeoefenaar bedoeld die openstaat voor (ICT/technische) innovatie, die zorgconsumenten daarover kan adviseren en die innovatie in de beroepspraktijk weet te implementeren. Praktijkgericht onderzoek speelt daarbij een centrale rol: het draagt bij aan de onderzoekende blik van de Zorgprofessional 2.0, aan het up-to-date houden van de kennis van docenten en studenten en aan de verbinding met het werkveld.
The impact of organized youth sport on youth development depends on various conditions in the pedagogical climate, such as how sport is delivered by youth sport coaches. While this is broadly acknowledged and provides a basis to improve youth sport and its developmental outcomes, little is known about the pedagogical perspectives of youth coaches on their practice. This study uses semi-structured interviews with 32 youth sport coaches in diverse youth sport contexts in the Netherlands. Reflexive data analysis is employed to garner insights into coaches’ role perceptions, coaching goals, and underlying values. The findings show that while youth coaches focus on sport-centered activities, many foreground non-sport dimensions such as life mentoring and working towards social inclusion as critical elements of their work, reflected in five pedagogically-oriented goals: discipline, autonomy, resilience, social abilities, and aspirations. Underlying these goals are pedagogical values such as building and maintaining caring relationships with participants. These goals and values echo scientific literature on pedagogical sport climate conditions (e.g. positive youth development), and challenge notions of youth sport as a performance-oriented and uncaring setting. The results contribute to existing knowledge about youth coaches’ pedagogical orientations, and inform the development of strategies to stimulate positive sport practices and developmental outcomes for participants.