Service of SURF
© 2025 SURF
MULTIFILE
Research, advisory companies, consultants and system integrators all predict that a lot of money will be earned with decision management (business rules, algorithms and analytics). But how can you actually make money with decision management or in other words: Which business models are exactly available? In this article, we present seven business models for decision management.
LINK
The number of applications for debt management services in the Netherlands shows a steady increase of about 10 percent each year, over the last few years. Municipalities, responsible for these services, at the same need to cut back on expenditures. Our research shows that the (social) return on debt management is on average twice as high as the costs. These benefits are mainly found in the areas of social welfare and housing. Since debts are a reason for employers not to hire or not to continue employment, debt management increases the chance of (continued) employment and therefore helps reduce costs of unemployment and welfare benefits. Since housing corporations spend large sums of money on evictions, the prevention of evictions through debt management also reduces costs in that area. The ratio between the costs and benefits is only partly influenced by the quality of execution. Social structure offers a better explanation, where a weaker social structure results in greater benefits. Our findings are based on extensive research of individual files combined with interviews with professionals. Only direct if-then relations were considered. This means that in reality the cost-benefit ratio may even be more favorable. Municipalities should therefore be careful in cutting back on debt management services. On the other hand, crosslinking debt management with welfare payments and co-operating with housing corporations could open up opportunities for co-financing debt management services.
In order to achieve much-needed transitions in energy and health, systemic changes are required that are firmly based on the principles of regard for others and community values, while at the same time operating in market conditions. Social entrepreneurship and community entrepreneurship (SCE) hold the promise to catalyze such transitions, as they combine bottom-up social initiatives with a focus on financially viable business models. SCE requires a facilitating ecosystem in order to be able to fully realize its potential. As yet it is unclear in which way the entrepreneurial ecosystem for social and community entrepreneurship facilitates or hinders the flourishing and scaling of such entrepreneurship. It is also unclear how exactly entrepreneurs and stakeholders influence their ecosystem to become more facilitative. This research programme addresses these questions. Conceptually it integrates entrepreneurial ecosystem frameworks with upcoming theories on civic wealth creation, collaborative governance, participative learning and collective action frameworks.This multidisciplinary research project capitalizes on a unique consortium: the Dutch City Deal ‘Impact Ondernemen’. In this collaborative research, we enhance and expand current data collection efforts and adopt a living-lab setting centered on nine local and regional cases for collaborative learning through experimenting with innovative financial and business models. We develop meaningful, participatory design and evaluation methods and state-of-the-art digital tools to increase the effectiveness of impact measurement and management. Educational modules for professionals are developed to boost the abovementioned transition. The project’s learnings on mechanisms and processes can easily be adapted and translated to a broad range of impact areas.
DOK4CT (in Dutch: Digitale Onderwijsmiddelen en Kennisontsluiting for Control Towers)In this project the practical applied knowledge, derived from innovative projects within the “Topsector logistiek”, is made accessible by Breda University and Deltago. This online Control Tower Course is specifically meant for logistic professionals and students in logistic orientated education. The project was made accesible and supported by the NWO, Netherlands Organisation for Scientific Research. The scope of this project is limited to the area of Cross Chain Control Centers (4C) / Control Towers. The educational valorisation will be executed by the development of digital materials. These are used for student education as well as dissemination towards professionals in the logistics sector. Hereby, the interaction between students and professionals is an important additional benefit under the name of “social learning”. For example the interviews that Marcel Wouterse (Deltago and lecturer at Breda University of Applied Sciences) has created with key partners in the logistics sector were recorded and edited by students. By the use of digital educational tools and serious games, the benefits of Control Towers are now visible for students and professionals. The next phase is to introduce the gained knowledge in future organisations in order to support the Netherlands in the top of the logistics sector.Project goalThe goal of this project is to improve the exploitation of fundamental- and applied knowledge in the expertise area of Cross Chain Control Centers (4C) and Control Towers (CT).The tasks are divided in five subprojects:1. Preparations to transfer existing materials in digital learning tools;2. Shape digital education material (Webinars, online platform, knowledge clips and e-learnings)3. Develop and/or use several serious games (Convoy game / Synchromania)4. Promotion of the course to specified target groups (professionals / international students)5. Project managementExcising knowledge regarding Cross Chain Control Centers and Control Towers is used in this project. New knowledge will not be generated. The project focus lies on the disclosure of acquired knowledge by digital learning tools.
We leven in een vergrijzende samenleving, waarbij ook een toename in ziekenhuis opnames wordt gezien. Een ziekenhuisopname heeft risico’s voor ouderen: bij 30-60% van hen ontstaat na een ziekenhuisopname blijvend functieverlies dat komt door het ontwikkelen van zorg gerelateerde complicaties die wellicht voorkomen hadden kunnen worden of ten minste vroegtijdig herkend en behandeld. Om veilige zorg voor ouderen te garanderen en het verlies van zelfstandigheid te voorkomen zijn de ziekenhuizen met ingang van januari 2012 in het kader van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS) alle patiënten van 70 jaar en ouder bij opname gaan screenen op delirium, valrisico, voeding en mobiliteit. Deze screening zou moeten resulteren in gerichte verpleegkundige interventies waardoor functieverlies zou moeten afnemen. Of dit beleid slaagt, hangt sterk af van de kennis, inzet en houding van verpleegkundigen. Met de KOP-Q, het meetinstrument dat ontwikkeld en gevalideerd is in de Nurses and Older Patients Reducing Stress Study (NO PRESS), meet kennis van studenten en verpleegkundigen in het ziekenhuis over oudere patiënten. Verschillende geriatrische thema’s worden gemeten zoals o.a.: normale veroudering, geriatrische aandoeningen zoals delirium, depressie, dementie, decubitus, voeding, vallen, incontinentie etc, screening, passende interventies en het belang van familiezorg. Naast kennis kan met de gevalideerde Older Patients in Acute Care Survey (OPACS, ook gevalideerd in de NO PRESS) de ervaring en mening over oudere patiënten worden vastgesteld. Tezamen meten de instrumenten kennis, ervaring en mening van verpleegkundigen en studenten over oudere patiënten. Uit metingen die we hebben gedaan in verschillende ziekenhuizen en twee opleidingen blijkt dat kennis onvoldoende aanwezig is. Verpleegkundigen gaven daarbij aan dat zij graag een persoonlijke terugkoppeling zouden willen zien: ‘hoe heb ik de "test" gemaakt?’ Uit vele gesprekken met verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten geriatrie en opleiders blijkt dat veel verpleegkundigen denken dat ze over voldoende kennis over ouderen beschikken, terwijl de KOP-Q een ander beeld laat zien. De terugkoppeling naar het individu is tot op heden niet mogelijk geweest, technisch niet omdat gegevens geaggregeerd worden verwerkt en daarnaast omdat anonimiteit borgt dat verpleegkundigen zo eerlijk mogelijk de vragen invullen. Het zou goed zijn wanneer ook op individueel niveau een terugkoppeling plaatsvindt die inzicht geeft in het kennis niveau (tekorten), de ervaring en de eigen mening over de oudere patiënten. Inzicht in eigen score en vooral in wat men goed weet en wat nog onvoldoende is, is een belangrijke eerste stap om te kunnen leren en de kennis te verbeteren. De individuele score leidt tot een scholingsadvies op maat, bijvoorbeeld door het linken (doorverwijzen) naar schriftelijke informatie, het tonen van beeldmateriaal en een opdracht om binnen de eigen instelling op zoek te gaan naar antwoorden. Om een individuele terugkoppeling te geven die privacy waarborgt en in een vervolg voorziet is een webapplicatie nodig. In deze applicatie kunnen de KOP-Q en OPACS vragen beantwoord worden door de individuele verpleegkundige die op basis van haar uitslag direct op individueel niveau een terugkoppeling met aanwijzingen voor het verbeteren van de zwakke punten ontvangt. Dit zou een aanwinst zijn voor zowel de beroepspraktijk als voor het beroeps onderwijs.