Service of SURF
© 2025 SURF
Virtual training systems provide highly realistic training environments for police. This study assesses whether a pain stimulus can enhance the training responses and sense of the presence of these systems. Police officers (n = 219) were trained either with or without a pain stimulus in a 2D simulator (VirTra V-300) and a 3D virtual reality (VR) system. Two (training simulator) × 2 (pain stimulus) ANOVAs revealed a significant interaction effect for perceived stress (p =.010, ηp2 =.039). Post-hoc pairwise comparisons showed that VR provokes significantly higher levels of perceived stress compared to VirTra when no pain stimulus is used (p =.009). With a pain stimulus, VirTra training provokes significantly higher levels of perceived stress compared to VirTra training without a pain stimulus (p <.001). Sense of presence was unaffected by the pain stimulus in both training systems. Our results indicate that VR training appears sufficiently realistic without adding a pain stimulus. Practitioner summary: Virtual police training benefits from highly realistic training environments. This study found that adding a pain stimulus heightened perceived stress in a 2D simulator, whereas it influenced neither training responses nor sense of presence in a VR system. VR training appears sufficiently realistic without adding a pain stimulus.
Stage fright among musicians and music students is a severe problem, and a problem moreover that is not easily talked about. This researchreport is a reflection of the project Peak Performance & Reducing Stage Fright, in which six students of the Prince Claus Conservatoire got the opportunity to take the HeartMath training. A training developed by de GGZ Heerenveen. The research, which is described in this report, was aimed at the usefulness of this training for professional music students.
ObjectivesTo investigate cartilage tissue turnover in response to a supervised 12-week exercise-related joint loading training program followed by a 6-month period of unsupervised training in patients with knee osteoarthritis (OA). To study the difference in cartilage tissue turnover between high- and low-resistance training.MethodPatients with knee OA were randomized into either high-intensity or low-intensity resistance supervised training (two sessions per week) for 3 months and unsupervised training for 6 months. Blood samples were collected before and after the supervised training period and after the follow-up period. Biomarkers huARGS, C2M, and PRO-C2, quantifying cartilage tissue turnover, were measured by ELISA. Changes in biomarker levels over time within and between groups were analyzed using linear mixed models with baseline values as covariates.ResultshuARGS and C2M levels increased after training and at follow-up in both low- and high-intensity exercise groups. No changes were found in PRO-C2. The huARGS level in the high-intensity resistance training group increased significantly compared to the low-intensity resistance training group after resistance training (p = 0.029) and at follow-up (p = 0.003).ConclusionCartilage tissue turnover and cartilage degradation appear to increase in response to a 3-month exercise-related joint loading training program and at 6-month follow-up, with no evident difference in type II collagen formation. Aggrecan remodeling increased more with high-intensity resistance training than with low-intensity exercise.These exploratory biomarker results, indicating more cartilage degeneration in the high-intensity group, in combination with no clinical outcome differences of the VIDEX study, may argue against high-intensity training.
Het RAAK-MKB project "(G)een Moer Aan" heeft zich gericht op het ontwerpen van een veilige en effectieve ondersteuning van een cobot in een productieomgeving. De focus is hierbij gelegd op productiehandelingen die in veel sectoren voorkomen en die relatief veel arbeidstijd kosten, zoals het indraaien van moeren en bouten in een object. Binnen het project is veel kennis opgedaan dit heeft geresulteerd in gripperontwerpen die in staat zijn een bout in een flens te draaien. Daarnaast is kennis gegeneerd van vision technieken om gaten e.d. te detecteren, en het meenemen van (beleefde) veiligheid in het ontwerp van een cobot systeem. Deze nieuw opgedane kennis is erg bruikbaar voor zowel de beroepspraktijk als voor de studenten in het onderwijs. Dat maakt het relevant voor (her)gebruik middels het nieuwe open-acces e-learning platform van Fontys: Open Learning Labs. Door trainingsmateriaal te ontwikkelen dat betrekking heeft op onder andere het aspect veilig ontwerpen, worden toekomstige engineers (de studenten) en zittend personeel bij bedrijven bekend met nieuwe technieken die toepasbaar zijn in diverse sectoren waar met robots gewerkt wordt. Het doel van deze Top-up aanvraag is tweeledig: 1) Het vergroten van de zichtbaarheid van de resultaten uit het initiële RAAK-project, zowel richting onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. 2) Het realiseren van trainingsmateriaal t.b.v. het rekening houden met en veilig ontwerpen van cobotsystemen. Door o.a. kennis aan te dragen omtrent het doen van een correcte risico analyse van het proces. Dit zal bij toekenning stapsgewijs uitgevoerd worden: 1. Definiëren inhoud lesmodules en bijbehorende didactische werkvormen 2. Realisatie PR- & instructievideo's en onderwijsopdrachten 3. Realisatie E-learning lesmodule Dit alles gekoppeld aan het open-acces e-learning platform Open Learning Labs van Fontys.
Students in Higher Music Education (HME) are not facilitated to develop both their artistic and academic musical competences. Conservatoires (professional education, or ‘HBO’) traditionally foster the development of musical craftsmanship, while university musicology departments (academic education, or ‘WO’) promote broader perspectives on music’s place in society. All the while, music professionals are increasingly required to combine musical and scholarly knowledge. Indeed, musicianship is more than performance, and musicology more than reflection—a robust musical practice requires people who are versed in both domains. It’s time our education mirrors this blended profession. This proposal entails collaborative projects between a conservatory and a university in two cities where musical performance and musicology equally thrive: Amsterdam (Conservatory and University of Amsterdam) and Utrecht (HKU Utrechts Conservatorium and Utrecht University). Each project will pilot a joint program of study, combining existing modules with newly developed ones. The feasibility of joint degrees will be explored: a combined bachelor’s degree in Amsterdam; and a combined master’s degree in Utrecht. The full innovation process will be translated to a transferable infrastructural model. For 125 students it will fuse praxis-based musical knowledge and skills, practice-led research and academic training. Beyond this, the partners will also use the Comenius funds as a springboard for collaboration between the two cities to enrich their respective BA and MA programs. In the end, the programme will diversify the educational possibilities for students of music in the Netherlands, and thereby increase their professional opportunities in today’s job market.
A-das-PK; een APK-straat voor rijhulpsystemen Uit recent onderzoek en vragen vanuit de autobranche blijkt een duidelijke behoefte naar goed onderhoud, reparatie en borging van de werking van Advanced Driver Assistance Systems (ADAS), vergelijkbaar met de reguliere APK. Een APK voor ADAS bestaat nog niet, maar de branche wil hier wel op te anticiperen en haar clientèle veilig laten rijden met de rijhulpsystemen. In 2022 worden 30 ADAS’s verplicht en zal de werking van deze systemen ook gedurende de levensduur van de auto gegarandeerd moeten worden. Disfunctioneren van ADAS, zowel in false positives als false negatives kan leiden tot gevaarlijke situaties door onverwacht rijgedrag van het voertuig. Zo kan onverwacht remmen door detectie van een niet bestaand object of op basis van verkeersborden op parallelwegen een kettingbotsing veroorzaken. Om te kijken welke gevolgen een APK heeft voor de autobranche wil A-das-PK voor autobedrijven kijken naar de benodigde apparatuur, opleiding en hard- en software voor een goed werkende APK-straat voor ADAS’s, zodat de kansrijke elementen in een vervolgonderzoek uitgewerkt kunnen worden.