Service of SURF
© 2025 SURF
Study selection: Randomized controlled trials published after 2007 with (former) healthcare patients ≥ 21 years of age were included if physical activity was measured objectively using a wearable monitor for both feedback and outcome assessment. The main goal of included studies was promoting physical activity. Any concurrent strategies were related only to promoting physical activity. Data extraction: Effect sizes were calculated using a fixed-effects model with standardized mean difference. Information on study characteristics and interventions strategies were extracted from study descriptions. Data synthesis: Fourteen studies met the inclusion criteria (total n = 1,902), and 2 studies were excluded from meta-analysis. The overall effect size was in favour of the intervention groups (0.34, 95% CI 0.23–0.44, p < 0.01). Study characteristics and intervention strategies varied widely. Conclusion: Healthcare interventions using feedback on objectively monitored physical activity have a moderately positive effect on levels of physical activity. Further research is needed to determine which strategies are most effective to promote physical activity in healthcare programmes. Lay Abstract Wearable technology is progressively applied in health care and rehabilitation to provide objective insight into physical activity levels. In addition, feedback on physical activity levels delivered by wearable monitors might be beneficial for optimizing their physical activity. A systematic review and meta-analysis was conducted to evaluate the effectiveness of interventions using feedback on objectively measured physical activity in patient populations. Fourteen studies including 1902 patients were analyzed. Overall, the physical activity levels of the intervention groups receiving objective feedback on physical activity improved, compared to the control groups receiving no objective feedback. Mostly, a variety of other strategies were applied in the interventions next to wearable technology. Together with wearable technology, behavioral change strategies, such as goal-setting and action planning seem to be an important ingredient to promote physical activity in health care and rehabilitation. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/hanneke-braakhuis-b9277947/ https://www.linkedin.com/in/moniqueberger/
MULTIFILE
TNO gebruikt Informatie en Communicatie Technologie (ICT) om producten en diensten toegankelijk te maken voor iedereen, dus ook voor speciale doelgroepen zoals gebruikers met verminderde cognitieve vaardigheden. Hierbij zetten we vaak spraaktechnologie in. Een voorbeeld hiervan is de elektronische reisassistent voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze reisassistent kan relevante informatie voorlezen door gebruik te maken van spraaksynthese. Een ander voorbeeld is een elektronische coach voor kinderen en ouderen. Door de inzet van spraakherkenning en spraaksynthese kan op een natuurlijke manier met de e-coach gecommuniceerd worden
Onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut uit 2001 laat zien dat zo'n 10 procent van de totale studentenpopulatie in het Nederlandse hoger onderwijs belemmeringen ondervindt op grond van iin of meer functionele beperkingen. De voortgaande digitalisering van leeromgevingen in het hoger onderwijs kan kansen bieden om een verschuiving van drempels te bewerkstelligen. Maar er lijkt een tegenstelling te bestaan tussen het insluitend en uitsluitend potentieel van digitaal hoger onderwijs, een toegankelijkheidsparadox. Voor sommige functionele beperkingen is er sprake van verhoogde toegankelijkheid, voor andere evenwel van een verslechterde situatie. Voor een belangrijk deel hebben we de toegankelijkheid van digitaal onderwijs zelf in handen. Er kunnen hierbij tal van technologische hulpmiddelen gebruikt worden, voor uiteenlopende vormen van beperking (visuele, auditieve, motorische, cognitieve en spraak-/taalbeperkingen). Ook bevatten elektronische leeromgevingen en andere softwareproducten veelal specifieke functionaliteiten om de toegankelijkheid van digitaal onderwijs te vergroten. Er worden in deze publicatie zogeheten 'steekkaarten' aangeboden voor een aantal van deze applicaties: korte en bondige beschrijvingen van hun toegankelijkheidskenmerken. Maar gebruikers van deze software hebben vaak niet of nauwelijks profijt van de beschikbare mogelijkheden, zodat een grote groep studenten onvoldoende toegang krijgt. Dit heeft ondermeer te maken met de onbekendheid van het thema toegankelijkheid van digitaal onderwijs en de mythologie daaromheen (toegankelijke websites zouden bijvoorbeeld saai zijn en geen lay-out kunnen bevatten). Er is een verhoogd bewustzijn in het Nederlandse hoger onderwijs nodig over het thema toegankelijkheid, met een continue samenwerkingsactie van organisaties die structureel werken rond studenten met functionele beperkingen en/of rond elektronische leeromgevingen.