Service of SURF
© 2025 SURF
Oftentimes these systems are only statically calibrated. However, wheelchair propulsion is dynamic by nature, requiring a dynamic validation process. The aim of the current project was to present a low-cost portable system for the dynamic metrological verification of wheelchair roller ergometers, based on an instrumented reference wheel. The tangential force on the roller is determined, along with its uncertainty, from the reference wheel properties, and compared with the force measured by the ergometer. Uncertainty of this reference wheel system was found to be lower than the one of the ergometer used, indicating that this novel approach can be used for the metrological verification of ergometers.
In het SaxShirt-project wordt een comfortabel shirt ontwikkeld waarmee fysiologische aspecten van de drager kunnen worden gemeten, zonder dat de drager daar extra inspanning voor hoeft te leveren. Dergelijke technologieën noemen we Zero Effort Technologies (Baecker, 2011). De belangrijkste fysiologische aspecten die in eerste instantie gemeten gaan worden zijn: 1) temperatuur 2) hartslag 3) ademhaling. Het project is gestart in september 2013. Het doel is om in oktober 2014 een praktisch demonstratiemodel te hebben van het shirt waarmee de mogelijkheden van de huidige technologie kunnen worden gedemonstreerd. Het is belangrijk dat het shirt niet alleen comfortabel zit, maar ook robuust en eenvoudig te wassen en reinigen is. Voorafgaand aan dit project zijn er al verscheidene onderzoeken en ontwikkelingen geweest om mogelijkheden voor het shirt te onderzoeken. Om een definitief implementatieplan te kunnen opstellen voor het huidige project, was er behoefte om nog eenmaal een korte verbredende onderzoeksfase uit te voeren. Dit rapport is het resultaat van deze fase. Na de verbredende fase zijn in november 2013 besluiten genomen en is begonnen aan de implementatie van het demonstratiemodel. De belangrijke momenten staan in onderstaand overzicht: • Oktober 2013: Start SaxShirt Project • November 2013: Vaststellen Plan van Aanpak (PvA) voor implementatie • Juli 2014: Afronden implementatie • Oktober 2014: Oplevering eerste demonstratiemodel SaxShirt Dit rapport beschrijft de state-of-the art van technieken waarmee bovenstaande fysiologische aspecten kunnen worden gemeten. Het doel van dit rapport is om een overzicht van in textiel-integreerbare fysiologische sensoren te geven. Dit overzicht dient als basis en discussiestuk voor het pan van aanpak voor de implementatie en kan worden gebruikt als introductie voor nieuwe medewerkers op het SaxShirt project.
MULTIFILE
In het kader van het RAAK MKB project Wireless Sensortechnologie bij Calamiteiten van het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie - lectoraat Ambient Intelligence - hebben studenten van de minor Ambient Intelligence een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar nieuwe, slimme technologieën om een natuurbrand te detecteren. Van hun uitgebreide verslaglegging geven we in dit rapport de hoofdlijnen weer. Er is uitgegaan van de Nederlandse situatie die geschetst is door de brandweer van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. De mogelijke nieuwe technieken worden beschreven. Als veel belovend komt de technologie van wireless sensornetwerken naar voren.
MULTIFILE
Het project ‘Circulaire Business Modellen in een Innovatienetwerk’ beoogt ondersteuning te bieden aan het MKB bij het verkennen van afzetmogelijkheden van reststromen en de opzet van een business model rondom het ‘van afval naar grondstof’ systeem. De casuïstiek in dit project is gericht op de opwaardering van (niet-herdraagbaar) textiel. De Nederlandse textielbranche biedt grote kansen voor hergebruik van producten en materialen. Jaarlijks wordt in Nederland 75 miljoen kilo textiel ingezameld. Ongeveer 135 miljoen kilo verdwijnt echter nog bij het restafval. Zeker 65% van de weggegooide textiel kan prima gerecycled worden. De ingezamelde niet-herdraagbare kleding kan worden verwerkt tot een breed scala van producten, enerzijds laagwaardig, zoals poetsdoeken, dweilen, dekens en isolatiemateriaal, anderzijds hoogwaardig door garenontwikkeling met een gerecyclede post consumer content. Vervezeling van textiel gebeurt in Nederland alleen bij Frankenhuis in Haaksbergen. Door vervezeling van textiel kunnen kwalitatief goede vezels herwonnen worden. Uit deze vezels kunnen vervolgens weer nieuwe producten worden gemaakt, lastige factor is de vezelsamenstelling en kleur mengeling. Daarbij ligt de uitdaging in het vinden van afzet voor deze verschillende stromen binnen een rendabele business case. Noble Environmental Benelux BV is een bedrijf dat inspeelt op cellulose houdende reststromen die overal ter wereld aanwezig zijn. Het bedrijf heeft een technologie ontwikkeld waarbij cellulose houdende reststromen zonder toevoeging van andere materialen omgezet kunnen worden in alternatieve voor op hout en op papier gebaseerde materialen. Dit materiaal, ECOR, is een geavanceerd omgevingscomposiet gevormd door de conversie van overvloedige cellulosevezels, druk en warmte. Beide bedrijven staan voor de uitdaging de juiste reststromen te identificeren en het vinden van bijbehorende afzetkanalen. Hiermee samenhangend ligt er een grote uitdaging in de afspraken en afstemming tussen de partners en belanghebbenden. Voor een circulaire systeem is het denken in waardennetwerken het uitgangspunt. Dit projectvoorstel beoogt de vraag te beantwoorden: Welke factoren spelen een rol bij de ontwikkeling van een circulair business model rondom de verwaarding van een cellulose reststroom in een innovatienetwerk? Mogelijkheden en valkuilen worden hierbij expliciet gemaakt. Het project wil een bijdrage bieden aan het versnellen van de transitie naar een circulaire economie door ondersteuning te bieden bij het identificeren van afzetmogelijkheden van reststromen en bij de ontwikkeling van circulaire business modellen, waarbij verschillende partners samen werken in een innovatienetwerk. Dit onderzoek wordt ondersteund door bestaande en eerder ontwikkelde tools op het gebied van duurzame innovatie en partnerschappen.
CRISPR/Cas werd in 2012 ontdekt als een bacterieel afweersysteem dat specifieke sequenties van virussen die bacteriën infecteren herkent en vervolgens onschadelijk maakt. Vrijwel direct na deze ontdekking werd de inzetbaarheid van CRISPR/Cas in biologisch en medisch onderzoek gedemonstreerd. Voor dit baanbrekend onderzoek aan CRISPR/Cas kregen de Amerikaanse moleculair biologe Jennifer Doudna en haar Franse collega Emmanuelle Charpentier al in 2020 de Nobelprijs. CRISPR/Cas heeft inmiddels gezorgd voor een revolutie in het bewerken, repareren en reguleren van DNA-sequenties (oftewel gene-editing) in bacteriën, planten en zelfs mensen. Daarnaast is recent gebleken dat Cas-eiwitten (onderdeel van CRISPR/Cas) ook kunnen worden ingezet voor de detectie van specifieke DNA-sequenties in voedsel, patiënten en gewassen. Deze Cas-eiwitten kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor de detectie van plant-pathogenen. Detectiemethoden van b.v. pathogenen in voedsel moeten zeer gevoelig, specifiek, goedkoop en draagbaar zijn. Biosensoren kunnen deze eigenschappen combineren. Biosensoren zijn detectiesystemen die gebaseerd zijn op biologische componenten/processen zoals de hier beschreven Cas-eiwitten. Om bestaande en nog te ontwikkelen Cas-eiwitten te optimaliseren is een beter begrip van hun werking een vereiste. Momenteel worden nieuwe varianten van Cas-eiwitten via in silico modeleringen ontworpen. De potentie van deze varianten om door te ontwikkelen voor gebruik in biosensoren is echter afhankelijk van een gedegen en systematische analyse van hun in vitro activiteiten. In dit project wordt daarom samen met MKB-partner Spark Genetics (ontwikkelaar van biosensoren) onderzoek gedaan naar met welke nieuw te ontwikkelen analysemethode(n) de activiteit en specificiteit van Cas-eiwitten snel en kosteneffectief bepaald kan worden. Avans en Spark Genetics kunnen direct profiteren van de resultaten van dit onderzoek. Zo is er voor Spark Genetics een directe vertaling van de resultaten naar het inzetten van de meest optimale Cas-eiwitten in nieuwe biosensoren en zal Avans hogeschool de kennis van de analysetechnieken direct integreren in haar laboratoriumonderwijs.
Met het groeien van de gemiddelde levensverwachting is ook de uitdaging gegroeid om een ieder zo lang mogelijk een actieve deelnemer van de samenleving te laten zijn. Duurzame zelfstandige mobiliteit is van groot belang voor het functioneren in de samenleving (op werkplek en in thuisomgeving), draagt bij aan het sociaal functioneren en de algemene sociale cohesie. Goede controle over de (dynamische) balans speelt hierbij een grote rol, zijnde de balanshandhaving tijdens het voortbewegen, ook bij gezonde, jonge mensen een continue compromis tussen effectiviteit en veiligheid. Voor ouderen geldt dit nog sterker, daar de gevolgen van een val vele malen ernstiger zijn en ook een grote invloed hebben op de levensverwachting. Mechanismen van handhaving van de dynamische balans in praktische omstandigheden zijn nog grotendeels onbegrepen. Laboratoria staat vaak ver af van praktische condities van de alledaage praktijk. Moderne sensortechnologie opent momenteel een deur naar systematisch onderzoek naar valrisico’s in het dagelijkse leven, echter deze schiet nog te kort in haalbare accuratesse en stabiltiteit over langere metingen. In verschillende projecten wordt momenteel een nieuwe generatie van methoden onderzocht, met als centraal kenmerk hiervan dat bewegingsensoren niet meer als losse onderdelen functioneren, maar in samenhang worden gebruikt. Het kersverse INSTANT project, bijvoorbeeld, onderzoekt hoe huidige bewegingsensoren kunnen worden uitgebreid met een extra sensormodaliteit en ‘meta-datafusion’ algorithmen. Hierdoor kunnen de sensoren elkaars positie waarnemen en naar verwachting een orde meer accuraat meten op een manier die bovendien stabieler is over langere metingen. Aan iets vergelijkbaars wordt gewerkt door collega’s in Torino en Sassari, Italie, zij het met een andere type sensortechnologie. Dit KIEM project onderzoekt in hoeverre beide methoden (en beide onderzoeksclusters) elkaar kunnen versterken door intensief samen te werken. Het plaatsen van een Italiaanse onderzoeker in het INSTANT onderzoekscluster in Enschede gedurende grote delen van een jaar borgt deze samenwerking.