Service of SURF
© 2025 SURF
In een multiculturele groep is elke docent een taaldocent, welk vak hij ook verzorgt. Deze uitspraak hoor je op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Nieuwe leerstof bespreken en de ontwikkeling van nieuwe competenties begeleiden impliceert immers dat docenten en leerlingen begrippen en verbanden in taal onderling verhelderen. Maar niet elke vakdocent is zomaar een goede taaldocent: dit vergt een omslag in de didactiek die niet vanzelf gaat. Deze publicatie bevat het verslag van het onderzoek dat Annelies Riteco uitvoerde in een ROC. Zij beschrijft aan de hand van lesobservaties en interviews twee verschillende docenten en hun opvattingen over taal, leerprocessen en hun eigen rol daarin. De beschrijvingen leveren aanknopingspunten voor gerichte professionalisering en opleiding.
Dit document is een gezamenlijke uitgave van het Practoraat Internationalisering, ROC van Twente en De Haagse Hogeschool. Waar denk jij aan bij “internationalisering”? Aan ervaringen in het buitenland? Aan online samenwerken met studenten over de grens? Of misschien ook aan wereldburgerschap of de interculturele dimensie binnen burgerschap? De auteurs van deze publicatie denken bij het woord “internationalisering” aan het zorgen dat het onderwijs studenten voorbereidt op de wereld waarin we leven, leren en werken. Een wereld die internationaal verbonden is, in meerdere opzichten en op meerdere manieren. Het mbo bereidt studenten voor op hun rol in de maatschappij, het werkveld en de doorstroom naar een hoger onderwijsniveau. Binnen alle drie die opdrachten zitten internationale en interculturele dimensies. Denk aan het leven in een samenleving vol diversiteit: samen wonen, samen studeren, samen werken. Denk aan het zakendoen, bouwen en problemen aanpakken over de grenzen van onze regio en ons land heen. Al deze verschillende zaken vragen iets van mbo-studenten. En daar ligt, volgens de auteurs de rol van het onderwijs. Het begeleiden van deze studenten bij de ontwikkeling van internationale competenties om te kunnen floreren in de internationaal verbonden en intercultureel diverse wereld.
In juni 2006 kwamen sleutelfiguren van hogescholen en universiteiten in een expertmeeting bijeen om ervaringen uit te wisselen over het beoordelen 1 van (competenties van) docenten. Deelnemers bogen zich over ‘good practices’ uit zowel hbo als wo. In dit artikel worden de portfoliobeoordelingsprocedures van vier van deze voorbeeldinstellingen beschreven en vergeleken aan de hand van relevante topics. Vervolgens worden de beoordelingsprocedures zelf beoordeeld aan de hand van kwaliteitscriteria. Er wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen. Met dit artikel hopen we onze ervaringen gesystematiseerd toegankelijk te maken voor andere ho-instellingen. We hopen tevens een bijdrage te leveren aan de discussie over het ontwikkelen en beoordelen van docentcompetenties en aan de verdere kwaliteitsverbetering van portfoliobeoordeling.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
In dit onderzoek worden de kansen van ontwerp- en maakonderwijs benut om aansprekend techniekonderwijs voor de theoretische leerweg van het vmbo te ontwikkelen. Het onderzoek betreft zowel de onderbouw als de bovenbouw. Doel Het doel is om inzichten te ontwikkelen in de mogelijkheden en uitdagingen die ontwerp- en maakonderwijs met zich meebrengen voor vmbo scholen (theoretische leerweg), vooral in de grote steden. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van interesse in techniek en bètatechnologische geletterdheid van leerlingen. Resultaten De verwachte resultaten liggen op het gebied van inzicht in de benodigde docentcompetenties, geschikte opdrachten voor leerlingen, randvoorwaarden, en manieren van samenwerking met bedrijven. Ook worden concrete opdrachten voor leerlingen uitgewerkt, die bruikbaar zijn voor andere scholen, en aanbevelingen voor landelijke examenprogramma’s. Looptijd 01 september 2019 - 01 december 2022 Aanpak Samen met vmbo-docenten wordt onderwijs ontwikkeld en uitgeprobeerd. Door tussentijdse evaluaties wordt de didactische aanpak steeds verder verfijnd.
Democratieonderwijs wordt steeds belangrijker in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Ervaringsleren, waarbij studenten door sociale interactie bekend raken met democratische concepten, is hiervoor een goede benadering. Binnen die benadering zijn democratiesimulaties een potentieel effectieve manier van werken waar nog beperkt onderzoek naar is gedaan. Simulaties maken de lesstof levendig en stimuleren studenten om verschillende perspectieven te ontdekken en gezamenlijk problemen op te lossen. Mbo-burgerschapsdocenten onderschrijven de meerwaarde van democratiesimulaties, maar voelen zich vaak niet bekwaam om ermee les te geven, vanwege gebrek aan scholing. Docenten gebruiken de werkvorm dus relatief weinig. Met dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de pedagogisch-didactische competenties die docenten nodig hebben voor het uitvoeren van democratiesimulaties en in de manieren waarop docenten hierin kunnen worden geprofessionaliseerd. Een consortium bestaande uit Hogeschool van Amsterdam (HvA), Universiteit van Amsterdam (UvA), Noorderpoort Practoraat Burgerschap en tien mbo-scholen zal het onderzoek uitvoeren, samen werkveldpartijen: Expertisepunt Burgerschap, ProDemos, Nederlandse Vereniging Leraren Maatschappijleer, Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken en JOB-mbo. Het levert twee producten op. Ten eerste een overzicht van concrete pedagogisch-didactische competenties die nodig zijn voor het gebruiken van democratiesimulaties. Ten tweede een evidence-informed docentprofessionaliseringstraject (DPT) om docenten te professionaliseren in deze competenties. Hiervoor worden professionaliseringsactiviteiten, professionaliseringsmaterialen en handelingsprotocollen ontwikkeld en wordt bestaand simulatielesmateriaal aangescherpt. Deze producten worden ontworpen met het oog op brede toepasbaarheid, ook binnen het voortgezet onderwijs, hbo en universiteit, en specifiek voor lerarenopleidingen. Het project bestaat uit drie onderzoeksfasen: in fase 1 worden de pedagogisch-didactische competenties geconcretiseerd en een DPT ontwikkeld, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en in samenwerking met een expertgroep. In fase 2 wordt het DPT gepilot bij mbo-docenten. In fase 3 doen 40 docenten mee met het DPT en geven zij simulatielessen. Het DPT zal kwalitatief worden geëvalueerd (via observaties, docent-interviews en student-focusgroepen) en het effect op docentcompetenties zal worden gemeten via experimenteel onderzoek.