Service of SURF
© 2025 SURF
ADAS- Monitor Advanced Driver Assistent Systems (ADAS) worden gezien als een middel om de verkeersveiligheidsstreefdoelstellingen uit het Strategisch Plan Verkeersveiligheid 2030 en de Europese beleidsstukken te behalen. Naast de veelal technische uitdagingen en ontwikkelingen die ADAS momenteel doormaken, wordt in de breedte van de automotive sector benadrukt dat het gebruik en de bekendheid van ADAS bij automobilisten te wensen overlaat waardoor de potentie van ADAS voor de verkeersveiligheid niet optimaal wordt benut. De ADAS alliantie , een samenwerking van meer dan 60 bedrijven, overheden en kennisinstellingen, heeft als doel gesteld het (veilig)gebruik van ADAS met 20% te bevorderen. Echter, ontbreekt actuele informatie met betrekking tot de bekendheid van, het vertrouwen in en het daadwerkelijke gebruik door automobilisten. In dit onderzoek staat de periodieke monitoring van de gebruikersadaptatie centraal waarbij de bekendheid van, de acceptatie, het percentage daadwerkelijk gebruik van ADAS door automobilisten wordt gepresenteerd doormiddel van een (digitaal) dashboard. Een divers samengesteld consortium voert het onderzoek uit en maakt daarbij gebruik van een groter netwerk om de benodigde data te vergaren en voor disseminatie. Het onderzoek bestaat uit een werkpakket waarin de gebruikersadapatie doormiddel van vragenlijstonderzoek wordt vastgesteld en een werkpakket waarin iteratief het concept ontwerp leidt tot een prototype dashboard. Het resultaat van dit onderzoek is een werkend prototype van een ADAS-dashboard. Wanneer het prototype wordt vertaalt naar een definitief ontwerp, blijft het tot vijf jaar na presentatie geüpdatet met recente data. Het ADAS-dashboard bevat een visuele en digitale weergave van het onderzoek naar het gebruikersperspectief en wordt indien gewenst uitgebreid met andere relevante data. Wanneer het ADAS dashboard is gerealiseerd, kan het zowel voor beleidsmakers en bedrijven ingezet worden om keuzes te onderbouwen of om ontwikkelingen op te baseren als ook om communicatiestrategieën te ontwikkelen waarmee het gebruik wordt bevorderd.
Dementie is een wereldwijd gezondheidsprobleem, met enorme impact op de gezondheidszorg en economie. In Nederland is het aantal mensen met dementie de laatste jaren snel gegroeid en dit aantal zal door vergrijzing verder toenemen. De diagnose dementie is complex en vaak pas definitief na kostbaar en invasief onderzoek. Het introduceren van gemakkelijk uit te voeren tests in de eerstelijn kan bijdragen aan een verbeterde vroegtijdige herkenning en behandeling van dementie binnen de bredere bevolking. Een potentieel veelbelovende benadering is vroege detectie van retinale (netvlies) veranderingen in het oog met behulp van kunstmatige intelligentie (KI). Onderzoek toont aan dat neurale netwerken, een component van KI, subtiele afwijkingen in de retina kunnen detecteren die gerelateerd zijn aan dementie. Een algoritme, ontwikkeld door Cheung et al., toont veelbelovende resultaten op basis van retinale foto's. Het Geheugencentrum van het Jeroen Bosch Ziekenhuis heeft interesse in het gebruik van neurale netwerktechnologieën bij de diagnose van dementie. Het uitvoeren van een implementatieonderzoek gaat echter gepaard met uitdagingen op het gebied van dataverzameling, en daarnaast dienen zorgvuldige ethische overwegingen plaats te vinden. Om implementatieonderzoek in de toekomst mogelijk te maken, wil het Jeroen Bosch Ziekenhuis, samen met Biotactical BV en Avans Hogeschool verkennend onderzoek doen naar de nauwkeurigheid en praktische toepasbaarheid van het algoritme van Cheung et al., gebruikmakend van bestaande datasets. Daarnaast zal een juridisch en ethisch raamwerk worden ontworpen met richtlijnen voor een implementatieonderzoek van deze software in zorginstellingen. Het doel van dit verkennend onderzoeksproject is om vertrouwen op te bouwen bij belanghebbenden en 'lessons learned' op te nemen in een latere implementatiefase.
Inkopers van overheden en bedrijven leggen steeds meer nadruk op duurzaamheid. Meer dan 160 overheden hebben het Manifest Verantwoord Inkoop (MVI) ondertekend én hebben doelstellingen ten aanzien van biobased producten, om een lagere CO2-footprint te realiseren. De jaarlijkse inkoop van de overheid bedraagt circa 70 miljard euro, maar het aandeel van biobased daarin is zeer laag (2-5%). Met afstand het meest genoemd in een inventarisatie naar de belemmeringen is het ontbreken van een overzicht van beschikbare producten en materialen. Overheidsinkopers vragen zich af hoe zij de vertaalslag kunnen maken tussen organisatie brede duurzaamheidsdoelstellingen en inkoop op productniveau. Er zijn al meerdere online databases te vinden, maar deze bieden niet de gevraagde oplossing. De kwaliteit is onvoldoende, ze zijn te specifiek gericht op één categorie of niet toegesneden op de Nederlandse markt. Vaak is de database eenmalig ingevuld en ontbreekt het aan continuïteit. Er zijn ook geen duidelijke criteria gesteld voor het aanbod dat de klant helpt met de keuze. In het Biopro project wordt de opzet voor een betrouwbare database gedefinieerd. Performis BV, Circulair Biobased Delta, Avans en Hanze Hogeschool gaan de gevraagde database opzetten. Een belangrijke stap in het project is de definitie van de duurzaamheidscriteria waar producten moeten voldoen om vermeld te worden in een biobased database. Lectoren Jappe de Best (Avans Hogeschool) en Rob van Haren (Hanze Hogeschool) gaan duurzaamheidscriteria valideren, samen met de gebruikers van de biobased database. Stakeholders zijn inkopers en producenten. Bovendien wordt een organisatie ontwikkeld voor borging van de actualiteit van de producten en duurzaamheidskenmerken, zodat de database informatie actueel, betrouwbaar en toekomstbestendig is en blijft. Zo krijgen inkopers in één oogopslag een indruk van de beschikbaarheid van producten in een bepaalde categorie en kunnen zij aan de hand daarvan richting geven aan hun wensen en eisen.