Service of SURF
© 2025 SURF
Je kent ze wel: mensen die het roer omgooien en samen een kleinschalige, nieuwe deelgemeenschap vormen, vaak op een afgelegen plek. In Eindhoven gebeurt het ook, maar dan op grotere schaal en in de stad. In het onderzoeksproject Ge Meent ’t volgt Fontys samen met bewoners het ontstaan van een deelgemeenschap in een nieuwe wijk.
LINK
De tijd waarin wij leven kan verlammend werken. Terwijl de overheid haar greep op maatschappelijke problemen dreigt te verliezen, trekken burgers zich steeds meer terug in hun eigen gelijk. Vervreemding en polarisatie liggen op de loer. Hoe moet het verder? Het is tijd voor herwaardering van maatschappelijke organisaties. Zij geven mede vorm aan de civil society, de tussenruimte tussen overheid en individu, waarin mensen in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid nemen voor een menswaardig bestaan. In dit essay onderzoeken Jan Hoogland, Robert van Putten en Jan van der Stoep hoe maatschappelijke organisaties kunnen bijdragen aan het goede samenleven. Ze betogen dat deze organisaties voortdurend hun bedoeling, bezieling en binding moeten onderhouden. Verhalen zijn volgens hen de sleutel tot vernieuwing. In de bijlage is een leesfragment te downloaden.
MULTIFILE
Dit artikel begint met een bespreking van drie katholieke praktijksituaties die aanleiding geven voor bezinning en het zoeken naar vernieuwing. We zullen in de kerk terug moeten naar de basale vragen die raken aan de fundamenten van ons geloof. We gaan het niet redden met enkel cosmetische veranderingen. Deze beweging wordt uitgewerkt in vier richtingen. Allereerst is er aandacht voor het oefenen van receptiviteit. Hoe ontvankelijk is de parochie voor de stem van Godswege? Hiermee verbonden is er in de tweede plaats bezinning nodig op de plek van de Bijbel binnen de geloofsgemeenschap. In de derde plaats is er aandacht nodig voor het vruchtbare van ‘tweepoligheid’, dat wil zeggen de participatie van gelovigen aan tenminste twee vormen van (geloofs)gemeenschap. Tenslotte wordt er geconcentreerd op pastores en andere leidinggevenden binnen de geloofsgemeenschappen. Hoe kunnen zij meer de rol van ‘vermenigvuldiger’ aannemen?
De meest wezenlijke vraag met betrekking tot de huidige wooncrisis gaat niet zozeer over de aantallen en snelheid waarmee wordt gebouwd, maar behelst volgens voormalig Rijksbouwmeester Floris Alkemade een fundamentele vraag over hoe we in de toekomst samen willen wonen en leven. Hiervoor moet in co-creatie worden gezocht naar nieuwe perspectieven op een duurzame samenleving bouwend op de veerkracht die besloten ligt in gemeenschappen. Circulariteit moet hierbij iets worden dat van iedereen in die wijk is: de gemeenschappelijke hulpbron. Tegen deze achtergrond is er de laatste jaren meer aandacht voor de ‘commons’. Specifiek verkennen we met dit onderzoek de ontwikkeling van een nieuwe common [deelgemeenschap] in Buurtschap te Veld in Eindhoven. Buurtschap te Veld is een experimentele nieuwe wijk die de potentie heeft om zowel qua vorm als qua methodiek een lerend voorbeeld te vormen voor in de maatschappelijke transitie naar veerkrachtige en circulaire wijken en buurten. Dit onderzoek is een samenwerking tussen Fontys Kenniscentrum Creative Economy, changemaker Minitopia, Woonstichting Thuis, Woonbedrijf Eindhoven en Van Wijnen. Methodologisch bouwen we in dit onderzoek voort op recente studies naar toepassingen van serious gaming in participatieve planningsprocessen en wetenschappelijke literatuur rondom co-design. Co-design is essentieel voor de ontwikkeling van commons. Co-design is een participerende ontwerpende aanpak waarbij leden van een gemeenschap een gelijkwaardige rol hebben in het ontwerpproces. Ondanks de snelle ontwikkeling van nieuwe commons is er nog weinig onderzoek gedaan vanuit een integraal co-design perspectief naar dit zogenaamde fenomeen van commoning. De aanpak die ontworpen wordt in dit onderzoek noemen we Ge Meent t: Ge Meent t [Brabants dialect; serieus I Meent : Nederlands voor commons] is een co-design proces voor het ontwerpen van een serious game waarin bewoners en betrokkenen in een wijk of buurt gezamenlijk beslissen over het ontwerp en de ontwikkeling van een deelgemeenschap op buurtniveau.