Service of SURF
© 2025 SURF
In this paper, we explore the ways in which we can employ arts-based research methods to unpack and represent the diversity and complexity of journalistic experiences and (self) conceptualisations. We address the need to reconsider the ways in which we theorise and research the field of journalism. We thereby aim to complement the current methodologies, theories, and prisms through which we consider our object of study to depict more comprehensively the diversity of practices in the field. To gather stories about journalism creatively (and ultimately more inclusively and richly), we propose and present the use of arts-based research methods in journalism studies. By employing visual and narrative artistic forms as a research tool, we make room for the senses, emotion and imagination on the part of the respondents, researchers and audiences of the output. We draw on a specific collaboration with artists and journalists that resulted in a research event in which 32 journalists were invited to collaboratively recreate the “richness and complexity” of journalistic practices.
With the rise of innovation and entrepreneurship as avenues for journalists to take in their search for journalistic work, we need to critically interrogate how these terms are understood. Various journalism institutions are pushing a particular understanding of journalism, and of what constitutes meaningful and innovative journalism. In this paper, we review the literature on these themes and draw on experimental research done by one of the authors to argue for a more process-oriented approach to journalistic innovation and entrepreneurship. As a researcher-maker, one of the authors created an innovative journalistic project and tried to develop a business model for this project. She participated in an accelerator process organised by one of the main funds aimed at journalism innovation in the Netherlands. We show that one existing, and prevalent, understanding of innovation in journalism is one that is linear, rational and outcome-oriented. We challenge this understanding and draw on process-oriented theories of innovation to introduce the concepts of effectuation, improvisation and becoming as new lenses to reconsider these phenomena. These concepts provide clearer insight into the passionate and improvisational nature of doing innovative journalistic work.
In the context of changing values, practices and working arrangements, the worlds of journalism and art converge. Evaluating these professions in conflux and beyond their (supposed) opposing ideologies and discourses, remains both controversial and complex. Through a critical hermeneutic analysis, this paper highlights key areas of tension regarding the confluence of journalism and arts. It is argued that journalism is and always has been inextricably interwoven with the arts, a shared existence not limited to Western democracies. The article proposes a continuum as a theoretical model for mapping and exploring the coexistence of artistic and journalistic approaches of news and news work. This “arts and journalism” continuum offers a potentially fruitful dimension of studying news work as a form of artistic practice in a variety of contexts. In conclusion, a consideration of “Artistic Journalism” is proposed as a way for the profession to articulate its creative foundation with its goal to pursue the truth, including the intrinsic and affective motivations of its practitioners.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.
‘Dit artikel is 5000 keer bekeken, 3000 keer hebben lezers doorgeklikt en gemiddeld besteedden ze drie minuten aan het artikel.’ De hedendaagse nieuwsruimte is gedataficeerd geraakt. Niet langer is het gissen of lezers een artikel gelezen hebben, maar geven data glashelder inzicht in de waardering van het publiek. Wat is het effect daarvan op de journalistiek? Volgens Lucas van Houtert, hoofdredacteur Brabants Dagblad, kan de journalistiek met inzet van data eindelijk de lezer laten terugpraten. “Tot nog toe wisten we niets van de lezer. Met inzet van data weten we wat hij interessant vindt en kunnen we beter inspelen op behoeften.” “Met inzage uit de data kunnen mediabedrijven content bijsturen en vooral ook gerichter aanpassen aan de diverse publieken en platformen,” vindt ook Rutger Verhoeven, oprichter van smartocto.com. SmartOcto is een analyticstool die met de inzet van slimme notificaties mediabedrijven adviseert over het verbeteren van de kwaliteit en het verhogen van de journalistieke impact. Hoewel Van Houtert en Verhoeven enthousiast zijn over de inzet van data, zijn veel redacties nog huiverig voor het gebruik van data-analyses als redactioneel sturingsmechanisme. “Journalisten zijn gewend om op het eigen kompas te varen. Nu krijgen ze opeens ook feedback vanuit de data, dat is wennen,” aldus Verhoeven. Ook binnen het academische veld wordt er kritisch gekeken naar de invoering van dashboards in de journalistiek. Het zou kunnen resulteren in cijferblindheid en ten koste gaan van de kwaliteit. Er lijkt een tweespalt te zijn in de professionele opvatting van dashboards door journalisten die er gebruik van maken enerzijds en waarschuwende signalen vanuit het academische discours en diezelfde professionals anderzijds. In dit onderzoek nemen we die tweedeling als uitgangspunt en onderzoeken we vanuit de praktijk welke rol het dashboard kan spelen in de journalistiek.
Journalisten willen dat hun producties een zo groot en productief mogelijk bereik hebben. Traditionele journalistieke waarden uiten zich veelal in het goed informeren van het publiek en het prikkelend voeden van maatschappelijk debat. De laatste jaren willen journalisten daarbij ook maatschappelijke impact genereren (Schohaus, 2019). Daarin spelen in toenemende mate ook commerciële belangen een grotere rol. Meer unieke lezers leiden voor veel nieuwswebsites immers tot meer advertentie-inkomsten (Christin, 2018). Nieuwsredacties maken gebruik van sociale media platformen zoals Facebook en Twitter om meer publiek te bereiken (Hågvar, 2019; Hille & Bakker, 2013). Deze sociale media platformen gebruiken een complex netwerk van algoritmes, real time data feeds en historische data om, onder andere, te bepalen welke posts door welke gebruikers worden gezien (Batrinca & Treleaven, 2014). Journalistieke redacties proberen steeds meer te anticiperen op die mechanismen (Bucher, 2018), door bij het plaatsen van hun geschreven content op sociale media (zogeheten native tekst) ‘pakkende teksten’ met veelgebruikte zoektermen te gebruiken, evenals emojis (Hågvar, 2019). Het is echter de vraag of ze daarmee voldoende rekening houden met hun eigen journalistieke waarden of dat ze de ‘criteria’ die sociale media platformen aan deze content toekennen laten prevaleren. “Uiteraard vinden we het belangrijk dat het journalistieke kompas altijd voorop staat. Maar ik durf niet te zeggen dat de manier waarop de content online ontsloten wordt daar altijd mee in de pas loopt”, aldus John van den Oetelaar, hoofdredacteur Eindhovens Dagblad. Er bestaat een aantoonbaar verband tussen nieuwsvergaring via social media platforms en een toenemende waarden-polarisatie in de samenleving (Goyanes, 2021). In dit onderzoek verkennen we daarom welke waarden worden aangesproken bij succesvolle social media nieuwsberichten, in hoeverre traditionele journalistieke waarden door algoritmisering in het gedrang komen.