Service of SURF
© 2025 SURF
Digitalisering is van groot belang voor de ruim 13.000 mkb-bedrijven in de metaalindustrie in Nederland om internationaal een sterke concurrentiepositie te behouden. Deze digitalisering brengt ook risico's met zich mee. Uit eerder onderzoek van De Haagse Hogeschool is gebleken dat de metaalbranche zeer kwetsbaar is voor cybercriminaliteit. Een manier om de risico's van digitalisering te minimaliseren is het gebruik van een cybersecurity risicomodel. Bestaande risicomodellen voor cybersecurity lijken echter lastig bruikbaar voor mkb-bedrijven. In dit onderzoek staan daarom de volgende vragen centraal: (1) Op we/ke wijze organiseren midden-en kleinbedrijven in de metaa/sector hun cybersecurity risico-management; en (2) hoe kan dit proces warden verbeterd? Doel van dit project is om via onderzoek te komen tot een voor het mkb te hanteren risicomodel dat kan warden gebruikt om het cybersecurity risicomanagement van mkb-metaalbedrijven te verbeteren. Om dit te bereiken zijn drie stappen ondernomen. Ten eerste is een literatuurstudie uitgevoerd. Ten tweede is een theoretisch cybersecurity risicomodel ontwikkeld. Ten derde is het model vervolgens getoetst in de praktijk. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/raoul-nott%C3%A9-290b6661/ https://www.linkedin.com/in/susanne-van-t-hoff-de-goede/ https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
Cybersecurity threat and incident managers in large organizations, especially in the financial sector, are confronted more and more with an increase in volume and complexity of threats and incidents. At the same time, these managers have to deal with many internal processes and criteria, in addition to requirements from external parties, such as regulators that pose an additional challenge to handling threats and incidents. Little research has been carried out to understand to what extent decision support can aid these professionals in managing threats and incidents. The purpose of this research was to develop decision support for cybersecurity threat and incident managers in the financial sector. To this end, we carried out a cognitive task analysis and the first two phases of a cognitive work analysis, based on two rounds of in-depth interviews with ten professionals from three financial institutions. Our results show that decision support should address the problem of balancing the bigger picture with details. That is, being able to simultaneously keep the broader operational context in mind as well as adequately investigating, containing and remediating a cyberattack. In close consultation with the three financial institutions involved, we developed a critical-thinking memory aid that follows typical incident response process steps, but adds big picture elements and critical thinking steps. This should make cybersecurity threat and incident managers more aware of the broader operational implications of threats and incidents while keeping a critical mindset. Although a summative evaluation was beyond the scope of the present research, we conducted iterative formative evaluations of the memory aid that show its potential.
Cybercrime – en daarmee cybersecurity – is een groot maatschappelijk probleem. De criminologische bestudering van cybercrime staat nog in de kinderschoenen. Het is echter niet alleen noodzakelijk om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek uit te voeren (‘de lange termijn’), maar ook om met de praktijk de acute problemen en uitdagingen van vandaag en morgen te onderzoeken. Het merendeel van het onderzoek op dit gebied – en dan heb ik het over zowel fundamenteel wetenschappelijk als praktijkgericht onderzoek – komt tot nu toe uit de hoek van de technische wetenschappen. Technologie speelt natuurlijk ook een belangrijke rol bij cyberincidenten, maar we hebben het over mensen die cyberaanvallen uitvoeren, mensen die – wetend of onwetend – meewerken aan die aanvallen, mensen die slachtoffer worden en mensen die zich bezighouden met het tegenhouden van cyberaanvallen. Empirisch onderzoek naar de menselijke factor bij cybercrime en cybersecurity is schaars. De onder mijn redactie recent uitgebrachte onderzoeksagenda ‘The human factor in cybercrime en cybersecurity’ maakt dit helder.1 In die onderzoeksagenda zijn tientallen onderwerpen geïdentificeerd waar de komende jaren onderzoek naar moet worden gedaan omdat basale kennis ontbreekt. Tegelijkertijd zit het werkveld te springen om bruikbare kennis over manieren om zich te beschermen tegen cyberaanvallen. Dat laatste is iets wat we zeker gemerkt hebben het afgelopen jaar. Al voor de officiële start van het lectoraat Cybersecurity in het midden- en kleinbedrijf (mkb) stroomden de verzoeken binnen van gemeenten, brancheorganisaties en bedrijven om gezamenlijk onderzoek te doen. Dit is dan ook de reden dat we, ondanks dat het lectoraat nog geen jaar geleden is ingesteld, al flink wat onderzoeken voor en met de praktijk uitvoeren. De constatering dat onderzoek naar de menselijke factor binnen cybercrime en cybersecurity nog in de kinderschoenen staat terwijl er een grote vraag is naar evidence-based praktisch toepasbare kennis, is de reden dat De Haagse Hogeschool (HHs) en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) de handen ineengeslagen hebben voor de totstandkoming van dit lectoraat. Zowel De HHs als het NSCR hebben cybersecurity en cybercrime al enkele jaren geleden als prioriteit benoemd en hebben elk afzonderlijk onderzoeksprogramma’s op dit gebied. Voor De HHs geldt dat onderzoeken toepassingsgericht moeten zijn en dat de nieuwste onderzoeksmethoden en -technieken moeten worden toegepast om hoogwaardige producten op te leveren. Voor het NSCR geldt dat onderzoeken ook fundamentele kennis moeten opleveren. Het is echter steeds duidelijker dat bij onderzoek naar cybercrime en cybersecurity het beste van beide werelden nodig is. Het lectoraat heeft dan ook de nadrukkelijke opdracht deze twee onderzoeksprogramma’s te verbinden. Ik zal in deze inleiding een beknopte schets geven van de onderzoeksprogramma’s van deze organisaties en van de toekomstige onderzoeken binnen het lectoraat. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
In het project onderzoeken we hoe je mensen op de werkvloer kan helpen om zich digitaal veiliger te gedragen door middel van gebruikersgericht ontwerp.Doel Het doel van dit project is om een gebruikersgerichte aanpak voor bruikbare cybersecurity ontwikkelen op basis van wetenschappelijk inzichten over gedrag en design, toegepast op de praktijk. Resultaten Het resultaat zal een handelingskader zijn die een weergave geeft van een gebruikersgerichte aanpak om te komen tot bruikbare cybersecurity. Het is een handige manier om te begrijpen hoe digitale handelingen veiliger gemaakt kunnen worden door het ontwerp van beveiligingsmaatregelen Looptijd 01 oktober 2022 - 01 oktober 2023 Aanpak Aan de hand van een praktijkopdracht en literatuur worden inzichten verworven in bruikbare cybersecurity. Deze inzichten worden gebruikt als leidraad voor het creëren van gebruiksvriendelijke ontwerpen tijdens een co-creatie sessie met experts. De ontwerpen die hieruit voortkomen worden getest en de opgedane kennis wordt in een bredere context gezet.
In het project onderzoeken we hoe je mensen op de werkvloer kan helpen om zich digitaal veiliger te gedragen door middel van gebruikersgericht ontwerp.Doel Het doel van dit project is om een gebruikersgerichte aanpak voor bruikbare cybersecurity ontwikkelen op basis van wetenschappelijk inzichten over gedrag en design, toegepast op de praktijk. Resultaten Het resultaat zal een handelingskader zijn die een weergave geeft van een gebruikersgerichte aanpak om te komen tot bruikbare cybersecurity. Het is een handige manier om te begrijpen hoe digitale handelingen veiliger gemaakt kunnen worden door het ontwerp van beveiligingsmaatregelen Looptijd 01 oktober 2022 - 01 oktober 2023 Aanpak Aan de hand van een praktijkopdracht en literatuur worden inzichten verworven in bruikbare cybersecurity. Deze inzichten worden gebruikt als leidraad voor het creëren van gebruiksvriendelijke ontwerpen tijdens een co-creatie sessie met experts. De ontwerpen die hieruit voortkomen worden getest en de opgedane kennis wordt in een bredere context gezet.