Service of SURF
© 2025 SURF
The purpose of this study was to identify differences in traumatic and overuse injury incidence between talented soccer players who differ in the timing of their adolescent growth spurt. 26 soccer players (mean age 11.9 ± 0.84 years) were followed longitudinally for 3 years around Peak Height Velocity, calculated according to the Maturity Offset Protocol. The group was divided into an earlier and later maturing group by median split. Injuries were registered following the FIFA consensus statement. Mann-Whitney tests showed that later maturing players had a significantly higher overuse injury incidence than their earlier maturing counterparts both in the year before Peak Height Velocity (3.53 vs.0.49 overuse injuries/1 000 h of exposure,U = 49.50, z = − 2.049, p < 0.05) and the year of Peak Height Velocity (3.97 vs. 1.56 overuse injuries/1 000 h of exposure, U = 50.5, z = − 1.796,p < 0.05). Trainers and coaches should be careful with the training and match load they put on talented soccer players, especially those physically not (yet) able to handle that load. Players appear to be especially susceptible to injury between 13.5 and 14.5 years of age. Training and match load should be structured relative to maturity such that athletic development is maximized and the risk of injury is minimized.
De Korte Interventie Methode is een laagdrempelige, kortdurende interventie gericht op communicatie problemen binnen niet-westerse migranten gezinnen. In dit hoofdstuk wordt deze interventie inhoudelijk toegelicht en onderbouwd.
De JeugdzorgPlus is gericht op jongeren niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening en die zonder behandeling een risico voor zichzelf en hun omgeving vormen. Het ministerie van VWS en betrokken instellingen wilden, nu de JeugdzorgPlus ruim tien jaar bestaat, een onderzoek laten uitvoeren onder een grote groep jongeren die ten minste vijf jaar geleden zijn uitgestroomd uit de JeugdzorgPlus. Het onderzoek is deel van de longitudinale effectmonitor JeugdzorgPlus gericht op het verkrijgen van inzicht in de mate waarin jongeren profiteren van de geboden hulp en welke factoren een relatie hebben met de gemeten effecten. Het Verwey-Jonker Instituut en de Hogeschool Utrecht hebben onderzocht hoe het jeugdigen die tussen 2008 en 2013 in de JeugdzorgPlus hebben gezeten is vergaan. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van inzicht in het welzijn van de jongeren: hoe gaat het nu met de jongeren, hoe kijken zij terug op hun verblijf in de JeugdzorgPlus en wat kunnen we van hen leren? Tevens dient het onderzoek als verkenning voor hoe JeugdzorgPlus instellingen op de langere termijn vorm en inhoud kunnen geven aan follow up onderzoek, waarbij ook de mogelijkheid voor het gebruik van CBS-gegevens en gegevens van gemeenten wordt bestudeerd. In totaal zijn 46 jeugdigen betrokken in diepteinterviews met behulp van de tijdlijn-methode. Aanbevelingen zijn geformuleerd op grond van deze interviews en rekening houdend met ontwikkelingen in de JeugdzorgPlus.
MULTIFILE