Service of SURF
© 2025 SURF
In today’s era of content abundance, a huge amount of resources is available digitally, from research articles to news items and from online courses to YouTube videos. As a result, lecturers in higher education have an endless supply of crossmedia materials that they can present to students as learning materials. This presents lecturers with the challenge of selecting those materials in such a way that they match the course topic and prior knowledge and proficiency level of the students. Additionally, they need to consider how to structure resources and how to make connections between them in order to support students’ learning (Kallenberg, et al., 2009). It is often recognized (e.g. Anderson, 2015; Siemens, 2008) that this task is remarkably similar to the task of curators in museums, who expertly make selections and organize and contextualize artefacts (Bhaskar, 2016). Considering those similarities, surprisingly little is known about how lecturers conduct this task. This study investigates how lecturers in Dutch higher professional education select, structure and present crossmedia resources for educational purposes, from the perspective of curation. This paper aims to provide an overview of relevant research regarding “lecturers as curators” in the context of higher education. It will share the outcomes of a literature review, for which articles were identified in three databases (ERIC, Web of Science (WoS) and Catalogue Plus), using the search word “curation” combined with filters for the field of (higher) education. Only articles published in English in peer reviewed journals, institutional research reports and conference proceedings prior to November 2018 were selected. This led to a selection of 64 articles that focused on curation within higher education. Of these, 17 focused on curation of learning materials done by lecturers. Findings show that there is relatively little research into lecturers’ curational processes. Although most articles identify the notion of curation as a useful approach in teaching, they fail to describe overarching processes or criteria for succesful curation. Five of the reviewed studies describe curational practices by specific groups of lecturers, teaching a specific subject such as maths or music. Seven other studies focus on the outcome of lecturers’ curation processes, describing the curated collections that are the result of it. Additionally, two articles present a conceptual model of educational curation; namely Wolff & Mulholland’s (2013) Curational Inquiry Learning Cycle and Deschaine & Sharma’s (2015) 5C Model. Both models approach the process of curation as a sequential multistep model, in which steps cannot be seen independently: meaning is added with every step of the process. Although they use different terminology, steps such as collecting, selecting, organising, and presenting resources are identified. However, both models have not been tested empirically. The authors acknowledge the importance of this, by stressing that more research into the topic is necessary. The proposed paper will present a complete overview of the findings, summarize the two models, and indicate how these models can be a starting point for further empirical research.
MULTIFILE
De uitingen van de crossmedia dringen zich steeds nadrukkelijker aan ons op. Een toenemend aantal crossmedia diensten en producten doet een beroep op onze aandacht en financiën: van interactieve televisieprogrammas op websites, tot themakanalen op mobiele apparaten, fysieke bijeenkomsten van online communities, en virtuele werelden waarin wordt gehandeld, gestolen en waarin je echte schulden kan maken. Oude en nieuwe media vinden elkaar in IPTV en podcasts. Traditionele spelers worden links en rechts ingehaald door creatieve pioniers en actieve consumenten die zich niets aantrekken van bestaande marktverdelingen en gevestigde namen. De ene baanbrekende dienst valt over de andere innovatie heen: nog maar net gewend aan het bloggen of iedereen slaat aan het twitteren. Zelfs een achteloze journaalkijker kan de hysterische taferelen die hiermee soms gepaard gaan niet ontlopen, blijkens de nieuwe introductie van een oud apparaat zoals de telefoon: de iPhone.
In deze contextanalyse voor het onderzoeksproject ‘The Next Level @ Crisis via Crossmedia’ worden vier cases uitgewerkt: 1. Aardgasbevingen in Groningen 2. De vermissingszaak Ruben en Julian 3. Overval op juwelier in Deurne 4. De Eindhovense ‘kopschoppers’ De cases worden eerst apart doorgelicht op de volgende onderdelen: Kenmerken case; crisistype, contextfactoren Contextontwikkeling; kaders, frames Kwesties en sociale media; dilemma’s, geruchten Leerprocessen; leren van en leren in crises Vervolgens wordt voor elk van deze onderdelen geanalyseerd welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen de cases, en welke conclusies kunnen worden getrokken op basis van case-overstijgende inzichten.
Overgewicht en obesitas komen steeds vaker voor onder kinderen met een lage sociaal economische status (SES) (1). Het drinken van suikerhoudende dranken (SHD) wordt genoemd als één van de veroorzakers van overgewicht bij kinderen (2). Het stimuleren van water drinken in plaats van SHD kan bijdragen aan de preventie van overgewicht en obesitas (3). Met name het stimuleren van water drinken vroeg in de ontwikkeling van voedingsgewoontes, tussen de 6-12 maanden. Hiertoe hebben de gemeente Breda, Spadel, Service Design bureau Ideate, en het lectoraat Crossmediale Communicatie in het Publieke Domein (PubLab) in 2016 de ‘Waterbox’ ontwikkeld binnen het landelijke programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De ‘Waterbox’ is een cadeaubox voor ouders van jonge kinderen (tussen 6-12 maanden) met een lage SES, waarin verschillende middelen zitten (beker, slabbetje, waterwijzer, boekje) om water drinken als bijvoeding te stimuleren (zie figuur 1). Om gedragsverandering te bereiken bij ouders is de box ontworpen om op het consultatiebureau (CB) af te geven en thuis te gebruiken. De eerste evaluatie (4) wijst uit dat er veel potentie zit in het product en het CB als uitgiftepunt. Ouders zijn positief, de box is laagdrempelig en geeft tips over water drinken met hun kindje. Ook het CB is enthousiast. Doordat de box als een cadeau is vormgegeven communiceert dit op een luchtige en visuele manier het gewenste gedrag. Dit bevordert de communicatie met ouders met een lage SES aangezien zij voornamelijk visueel zijn ingesteld en minder openstaan voor directief advies van het CB (5). Om het prototype door te ontwikkelen tot een effectief product hebben verschillende CBs en JOGG regisseurs binnen drie gemeenten (Breda, Oss en Den Bosch) PubLab gevraagd om hier ontwerpend onderzoek naar te starten. Dit KIEM project richt zich op de doorontwikkeling van de Waterbox tot een effectief en aantrekkelijk product voor CBs en ouders. Het doel is tweeledig; enerzijds de doorontwikkeling van de inhoud van de Waterbox, anderzijds inzicht krijgen in de werking van de box in zijn context: het consult op het CB en het bijvoedingsmoment thuis. Daarmee investeren de JOGG-regisseurs en de CBs in een innovatieve manier van het ter sprake brengen van deze voedingsgewoonte en het geven van effectiever drinkadvies aan ouders.
Technologiebedrijven Kega en Utilicht en retailer Hunkemöller hebben een vraag over ‘experience passen’ bij het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam neergelegd. Kega, Utilicht en Hunkemöller zijn bezig met het ontwikkelen van een ‘experience paskamer’, waardoor het passen van lingerie aangenamer en efficiënter moet worden voor de klant. De vraag die ze bij het lectoraat Crossmedia hebben neergelegd, wat tevens de praktijkvraag van deze aanvraag is, luidt: ‘Is er bij klanten behoefte aan technologieën in de paskamer die het passen kunnen vergemakkelijken en verbeteren en zo ja, om welke technologieën gaat het?’ Het lectoraat, waarvan één van de onderzoekslijnen retail en winkelbeleving is, wil deze vraag gezamenlijk met partners Kega, Hunkemöller en Utilicht beantwoorden. Middels een specifieke casus (experience paskamers) zal er in kaart gebracht worden welke behoeften klanten van lingeriewinkels hebben omtrent passen, welke technologie deze behoefte kan vervullen en hoe deze de algehele winkelbeleving beïnvloedt. Tevens is een doel van deze samenwerking om te verkennen hoe dit onderzoek opgeschaald kan worden. Daarom zal er gewerkt worden aan het bouwen van een consortium bestaande uit zowel meer technologiebedrijven als andere retailers en kennispartijen, om het vraagstuk omtrent winkelbeleving -en dan met name beleving tijdens het passen- tegemoet te komen. Het project beoogt de volgende uitkomsten: • Schematisch overzicht van behoeftes van consumenten omtrent passen in de winkel, gelinkt aan bijpassende technologieën die mogelijk inspelen op deze behoeftes. • Instrument in de vorm van een gevalideerde vragenlijst die meet in hoeverre een technologie binnen de retail ‘probable’ en ‘pleasurable’ is. • Publicatie in vakmedia over de uitkomsten van dit onderzoek: o Welke behoeftes consumenten hebben wat betreft passen in een lingerie-winkel o Mogelijke invloed van verschillende paskamer-technologieën op winkelbeleving van de consument o Kans dat consumenten technologieën in de paskamer daadwerkelijk zullen gebruiken • Concepten voor prototype nieuwe technologie omtrent passen. • Kennisdisseminatie en vraagarticulatie sessies met meerdere retailers, technologiebedrijven en kennispartijen. • Interne vooraanmelding HvA Raak MKB, consortiumvorming en gezamenlijk projectvoorstel dat als input voor een Raak MKB aanvraag dient.
Vanuit de ‘Renew the Book Challenge’, een initiatief van de Groep Algemene Uitgevers (GAU), is als specifieke uitdaging genoemd: ‘find new seductive ways of displaying books at (online) retail channels. Met deze KIEM-aanvraag hebben we als doel nieuwe manieren te verkennen, onderzoeken en valideren om boeken digitaal te presenteren in fysieke boekwinkels. Dit projectvoorstel is een initiatief van het PublishingLab van de Hogeschool van Amsterdam en wordt uitgevoerd in samenwerking met boekhandel Athenaeum Roeterseiland Amsterdam, De Nieuwe Boekhandel Amsterdam, Boekhandel Voorhoeve Hilversum, AKO Nederland en de Koninklijke Boekverkopersbond (KBB). Het onderzoek wordt begeleid vanuit de lectoraten Crossmedia en Netwerkcultuur aan de Hogeschool van Amsterdam. Het project beoogt de volgende uitkomsten: - Overzicht van de mogelijkheden voor het digitaal presenteren van het boek in winkels. - Onderzoek naar wensen en behoeften van klanten van boekhandels ten aanzien van de presentatie van boeken in boekwinkels. - Uitvoeren van 1 of 2 experiment(en) bij deelnemende boekhandels. - Rapportage van uitkomsten experimenten. - Schriftelijk advies aan mkb-retailers en vakpublicatie over de wijze van digitaal presenteren van boeken., - Een prototype van een innovatieve wijze van presenteren dat het schriftelijk advies onderbouwt. - Bijeenkomst in de vorm van een presentatie aan mkb’ers en studenten en belanghebbende partijen in het vak over de uitkomsten van het onderzoek. - Het opstarten van een consortium waarin meer onderzoek gedaan wordt naar innovatie in de boekhandel.