Service of SURF
© 2025 SURF
This study empirically examines individual and organizational factors that influence expatriates’ cross-cultural adjustment and job performance. The study was a quantitative research from 117 Thai expatriates who work in Thai multinational companies (MNC) located in Indonesia. The results of the study indicated that financial perceived organizational support influence positively towards Thai expatriates’ overall cross-cultural adjustment in Indonesia. This study found that cross-cultural training influenced positively towards Thai expatriates’ adjustment. A causal relationship between the predicting variables of crosscultural adjustment and Thai expatriates’ job performance was not found. Results suggest important consequences for management strategies providing support to Thai expatriate employees increasing their adjustment in Indonesia. Keywords: Cross-Cultural Adjustment; Job
Like a marker pen on a map, the Covid-19 pandemic drastically highlighted the persisting existence of borders that used to play an ever decreasing role in people´s perception and behavior over the last decades. Yes, inner European borders are open in normal times. Yes, people, goods, services and ideas are crossing the border between Germany and the Netherlands freely. Yet we see that the border can turn into a barrier again quickly and effectively and it does so in many dimensions, some of them being not easily visible. Barriers hinder growth, development and exchange and in spite of our progress in creating a borderless Europe, borders still create barriers in many domains. Differing labor law, social security and tax systems, heterogeneous education models, small and big cultural differences, language barriers and more can impose severe limitations on people and businesses as they cross the border to travel, shop, work, hire, produce, buy, sell, study and research. Borders are of all times and will therefore always exist. But as they did so for a long time, huge opportunities can be found in overcoming the barriers they create. The border must not necessarily be a dividing line between two systems. It has the potential to become a center of growth and progress that build on joint efforts, cross-border cooperation, mutual learning and healthy competition. Developing this inherent potential of border regions asks for politics, businesses and research & education on both sides of the border to work together. The research group Cross-Border Business Development at Fontys University of Applied Science in Venlo conducts applied research on the impact of the national border on people and businesses in the Dutch-German border area. Students, employees, border commuters, entrepreneurs and employers all face opportunities as well as challenges due to the border. In collaboration with these stakeholders, the research chair aims to create knowledge and provide solutions towards a Dutch-German labor market, an innovative Dutch-German borderland and a futureproof Cross-Border economic ecosystem. This collection is not about the borderland in times of COVID-19. Giving meaning to the borderland is an ongoing process that started long before the pandemic and will continue far beyond. The links that have been established across the border and those that will in the future are multifaceted and so are the topics in this collection. Vincent Pijnenburg outlines a broader and introductory perspective on the dynamics in the Dutch-German borderland.. Carla Arts observes shopping behavior of cross-border consumers in the Euregion Rhine-Meuse-North. Jan Lucas explores the interdependencies of the Dutch and German economies. Jean Louis Steevensz presents a cross-border co-creation servitization project between a Dutch supplier and a German customer. Vincent Pijnenburg and Patrick Szillat analyze the exitence of clusters in the Dutch-German borderland. Christina Masch and Janina Ulrich provide research on students job search preferences with a focus on the cross-border labor market. Sonja Floto-Stammen and Natalia Naranjo-Guevara contribute a study of the market for insect-based food in Germany and the Netherlands. Niklas Meisel investigates the differences in the German and Dutch response to the Covid-19 crisis. Finally, Tolga Yildiz and Patrick Szillat show differences in product-orientation and customer-orientation between Dutch and German small and medium sized companies. This collection shows how rich and different the links across the border are and how manifold the perspectives and fields for a cross-border approach to regional development can be. This publication is as well an invitation. Grasping the opportunities that the border location entails requires cooperation across professional fields and scientific disciplines, between politics, business and researchers. It needs the contact with and the contribution of the people in the region. So do what we strive for with our cross-border research agenda: connect!
Worldwide, an increasing number of students seek private supplementary tutoring, known as ‘shadow education.’ Various studies report social class differences in the use of shadow education. High-SES families may invest in shadow education as a form of concerted cultivation, seeking to improve their children’s school achievement. In this study, we apply meta-analytic structural equation modeling to explore relationships between parental education, income, and the use of shadow education across nations and educational contexts. We find robust relationships between parental education, income and the use of shadow education. Moreover, we assess a mediating role of shadow education in the relationship between SES and achievement. Shadow education appears to fulfill a competitive function for privileged families who seek to secure advantage in educational competition. We conclude that educational research, particularly research concerned with inequality of opportunities, needs to take account of the progressively prominent position of shadow education in the educational landscape.
Overall gezien kan er gesproken worden van een succesvol evenement, met TeamNL voor het eerst in de geschiedenis van de MXoN als wereldkampioen. Ook Live Like a Pro kan gezien worden als een succes. Het programma heeft wellicht niet de omvang gehad die aanvankelijk gedacht was, de uitgevoerde deelprojecten hebben wel effect gehad en uit de reacties van de deelnemers kan worden afgeleid dat zij op zijn minst bewust(er) zijn geworden van de inhoudelijke thema’s. Live Like a Pro is deels gebaseerd op reeds bestaande projecten (Academy, Techniek is Teamsport en DC Fit) maar deze projecten werden wel anders uitgevoerd dan normaal en kregen het ‘sausje’ van de MXoN. Compleet nieuwe activiteiten, waarin partijen samen werken die dat nog niet eerder gedaan hebben, blijken toch veel doorlooptijd te kosten. Vroeg beginnen is essentieel. De uitvoering van Live Like a Pro is grotendeels goed verlopen (zie de succesfactoren) en heeft er toe geleid dat een lastig te bereiken doelgroep is gebruikt. Motorcross als sport en de MXoN als evenement zijn een geschikt middel geweest om de doelgroep te bereiken. Om bij de MBO-scholieren uiteindelijk ook gedragsverandering te realiseren, of het carrièreperspectief te verbeteren, is continuering van het programma noodzakelijk. Live Like a Pro heeft veel potentie om gecontinueerd te worden. De meeste stakeholders zijn enthousiast over het programma, en de rollen en taken in de uitvoering zijn per organisatie duidelijk geworden het afgelopen jaar. De stakeholders benadrukken echter ook dat aanvullende middelen nodig zijn. Middelen die in het kader van de MXoN wel aanwezig waren ontbreken na afloop van het evenement. Tevens wordt de connectie met een (race)evenement zeer relevant gevonden. Een onderzoek naar het maatschappelijke activatieprogramma van de Motocross of Nations.
Overall gezien kan er gesproken worden van een succesvol evenement, met TeamNL voor het eerst in de geschiedenis van de MXoN als wereldkampioen. Ook Live Like a Pro kan gezien worden als een succes. Het programma heeft wellicht niet de omvang gehad die aanvankelijk gedacht was, de uitgevoerde deelprojecten hebben wel effect gehad en uit de reacties van de deelnemers kan worden afgeleid dat zij op zijn minst bewust(er) zijn geworden van de inhoudelijke thema’s. Live Like a Pro is deels gebaseerd op reeds bestaande projecten (Academy, Techniek is Teamsport en DC Fit) maar deze projecten werden wel anders uitgevoerd dan normaal en kregen het ‘sausje’ van de MXoN. Compleet nieuwe activiteiten, waarin partijen samen werken die dat nog niet eerder gedaan hebben, blijken toch veel doorlooptijd te kosten. Vroeg beginnen is essentieel. De uitvoering van Live Like a Pro is grotendeels goed verlopen (zie de succesfactoren) en heeft er toe geleid dat een lastig te bereiken doelgroep is gebruikt. Motorcross als sport en de MXoN als evenement zijn een geschikt middel geweest om de doelgroep te bereiken. Om bij de MBO-scholieren uiteindelijk ook gedragsverandering te realiseren, of het carrièreperspectief te verbeteren, is continuering van het programma noodzakelijk. Live Like a Pro heeft veel potentie om gecontinueerd te worden. De meeste stakeholders zijn enthousiast over het programma, en de rollen en taken in de uitvoering zijn per organisatie duidelijk geworden het afgelopen jaar. De stakeholders benadrukken echter ook dat aanvullende middelen nodig zijn. Middelen die in het kader van de MXoN wel aanwezig waren ontbreken na afloop van het evenement. Tevens wordt de connectie met een (race)evenement zeer relevant gevonden. Een onderzoek naar de economische, maatschappelijke en organisatorische waarde van het WK Motocross welke plaatsvond in september 2019 op het TT Circuit te assen
Succes- en faalfactoren voor het activeren van een topsportevenement om de sociaal-maatschappelijke impact van het topsportevenement te vergroten. In september 2019 vindt de Olympische Spelen van de motocross plaats in Assen: de Motocross of Nations (MXoN). Het Lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap is op diverse wijzen betrokken bij de evenement: onder meer in de haalbaarheidsstudie, de ontwikkeling van het maatschappelijk activatieprogramma en het evaluatieonderzoek.