Service of SURF
© 2025 SURF
Dit artikel behandelt het concept Maincontracting als referentiekader voor contracten in de vastgoedsector.
Purpose: The main purpose of this thesis to explore the possible application of blockchain technology in solving issues and concerns of members and stakeholders in multi-stakeholder cooperatives, which prevent effective collaboration in governance.Design: This study is performed using an extensive literature study on blockchain technology, relevant business cases solving issues and concerns comparable to these in multi-stakeholder cooperatives and six semi-structured interviews with blockchain experts, using the business case of multi-stakeholder cooperative Gebiedscoöperatie Westerkwartier.Findings: Findings reveal blockchain-based solutions can contribute to solving existing issues and concerns in multi-stakeholder cooperatives, by implementing its main characteristics: creating transparency, immutability and distributed consensus. This results in increased trust, increased efficiency and accuracy in decision-making, decreased administrative costs due to self-executable smart contracts and enables product traceability in supply chains. However, information is retained in supply chains, preventing blockchain from reaching its full potential. In addition, smart contracts are not legally binding in all countries yet and blockchain, as most technologies, is subject to human or technical error.Value: Overall, this study contributes to understanding issues and concerns existing in multistakeholder cooperatives and the potential application and benefit of blockchain technology to solve existing issues preventing effective collaboration. Expert and participation: Jan Veuger
MULTIFILE
In een circulaire economie worden producten en grondstoffen hergebruikt. Er is geen sprake van afval maar van grondstoffen. Bedrijven die circulair ondernemen kiezen bewust voor hernieuwbare hulpbronnen of zorgen dat de materialen optimaal kunnen worden hergebruikt of hoogwaardig gerecycled. Een circulair bedrijfsmodel vraagt veelal om een andere financieringsconstructie. Zo hebben producten die worden hergebruikt of op hoogwaardige wijze worden gerecycled altijd een financiële restwaarde. Deze dient inzichtelijk te zijn en afgestemd te worden met de verschillende ketenpartners en met financiers. De financieringsbehoefte van een onderneming verandert ook als een bedrijf ervoor kiest om producten niet te verkopen, maar via een overeenkomst beschikbaar te stellen aan gebruikers. Mkb-bedrijven die circulair willen gaan ondernemen, geven aan problemen te ondervinden bij het vinden van passende financiering voor hun circulaire bedrijfsmodel. Zij hebben behoefte aan nieuwe kennis over hoe zij hun financiering moeten organiseren om niet alleen circulair maar ook winstgevend te ondernemen. Uit gesprekken en workshops met bedrijven, zijn de volgende praktijkvragen naar voren gekomen: 1. hoe kunnen we de financiële (rest)waardes van onze producten bepalen en verbinden aan zakelijke afspraken over hergebruik en recycling? 2. hoe kunnen we financiële contracten opstellen met ketenpartners waardoor gebruikers worden gefaciliteerd en gestimuleerd om producten opnieuw te gebruiken en te recyclen? 3. hoe kunnen we financiering aantrekken en wat betekent dit voor onze onderneming en samenwerking binnen de logistieke keten? Onder leiding van het Windesheim lectoraat Supply Chain Management wordt in dit project in een consortium met Stenden, University of Aruba, Sustainable Finance Lab (verbonden aan Universiteit Utrecht), Ilab Green PAC, Bureau Innovatie, MKB-ondernemingen en financiers onderzoek gedaan naar financieringsmogelijkheden binnen de circulaire logistieke keten. De resultaten van dit casestudieonderzoek worden breed gedeeld met bedrijven en onderwijs via masterclasses en lesprogramma's.
In de samenleving wordt dagelijks schriftelijk en digitaal gecommuniceerd met burgers om ze te informeren, te betrekken en aan te zetten tot participatie. Helaas heeft ten minste 18 % van alle Nederlanders moeite met het begrijpen van alledaags taalgebruik en nog meer met de taal gebruikt door de overheid, publieke sector en hulpverlening. Moeilijk taalgebruik en een afstandelijke toon hebben een uitsluitende werking en vergroten de kloof tussen professionals en burgers: cliënten begrijpen hun eigen zorgplan niet, huurcontracten worden verkeerd geïnterpreteerd, financiële voordelen worden misgelopen. Burgers haken af, voelen zich niet verbonden en ervaren problemen omdat ze de ingewikkelde samenleving niet kunnen bijbenen. Professionals in verschillende sectoren vinden het problematisch dat veel mensen waarmee zij samenwerken hen niet begrijpen of zich niet fijn bejegend voelen. Hun taalboodschappen sluiten onvoldoende aan en zetten niet aan tot adequaat handelen waardoor professionals niet bereiken wat ze willen bereiken met burgers en deze laatsten voordelen mislopen en zelfs, nadelen ondervinden. Taalboodschappen dienen zo geformuleerd dat burgers deze begrijpen, zich verbonden voelen en zelfstandig tot handelen kunnen komen, zonder dat dit leidt tot aanvullende hulpvragen of negatieve emoties. Dit leidt tot de centrale onderzoeksvraag: Op welke wijze kunnen professionals begrijpelijke taal in schriftelijke en digitale communicatie met burgers hanteren en duurzaam inzetten binnen verschillende maatschappelijke domeinen ? Drie hogescholen onderzoeken via een participatief actieonderzoek in 3 werkpakketten met professionals én burgers in de publieke sector, zorg,- en welzijnsorganisaties hoe professionals taalboodschappen kunnen versterken in begrijpelijke taal die (1) acceptabel is voor burgers, (2) professionals en burgers verbindt om gezamenlijk tot betekenis te komen en (3) burgers versterkt in eigen regie en kracht waardoor zij handelingsopties zien. Het project ‘Nu begrijp ik je! (en doe ik mee)’ wil bijdragen aan een inclusieve samenleving doordat professionals begrijpelijke taal hanteren met burgers in verschillende contexten.
Sinds de coronacrisis staat de modesector op z’n kop. De kwetsbaarheid en weeffouten van de globale mode-industrie zijn zichtbaarder dan ooit, en de maatschappelijke gevoeligheid voor de gebreken van het modesysteem lijkt toegenomen. We lijken in een nieuwe realiteit te leven: een digitale werkelijkheid met fysieke afstand; en een ongekende behoefte aan aanraking, menselijk contact, en persoonlijke verbinding. Modebedrijven en ontwerpers hebben in deze veranderende context nieuwe uitdagingen en urgente vragen: Hoe kunnen we deze situatie aangrijpen om alternatieve modepraktijken te ontwikkelen die ook op de lange termijn bijdragen aan een meer ethisch en duurzaam modesysteem? Om deze uitdagingen en vragen helder in kaart te brengen - en om daarmee de huidige situatie te benutten voor de transitie naar een duurzaam en solidair modesysteem - starten we een nieuw verkennend project. Deze veranderende context vraagt om een open, exploratieve, en speculatieve benadering, om richting te geven aan een helder toekomstperspectief om de noodzakelijke, maatschappelijke transformatie van modepraktijken te realiseren. We gaan uit van de vragen van designcollectieven en ontwerpend onderzoekers (creatief-MKB) die richting kunnen geven aan nieuwe concepten en praktijken die bijdragen aan een meer bewuste en ethische omgang met mode. Deze noodzaak tot systeemverandering was er al, maar deze vragen - met betrekking tot de sociaal-culturele en ethische kant van duurzame mode - zijn nu urgenter dan ooit. Dit KIEM-project ontwikkelt nieuwe kennis en inzichten m.b.t. de nieuwe uitdagingen en urgente vragen van het mode-MKB, en ontwikkelt d.m.v. design-gedreven onderzoek richtinggevende concepten, nieuwe verbeeldingen en mogelijke toekomstscenario’s voor duurzame, solidaire modepraktijken. Doelstelling van dit KIEM-project is concreet het ontwikkelen van de vraagarticulatie en netwerkvorming ten behoeve van een RAAK-MKB-aanvraag.