Service of SURF
© 2025 SURF
Er is al veel geschreven over de generatie die is opgegroeid met de vanzelfsprekende aanwezigheid van de moderne informatie- en communicatietechnologie en het internet als virtuele wereld, maar de consequenties voor het onderwijs worden nog onvoldoende onderkend. Het belangrijkste probleem is dat de generatie die onderzoek doet naar veranderend leergedrag behoort tot de digital immigrants, terwijl zij uitspraken doet over de generatie die behoort tot de digital natives (Prensky, 2006). De digital immigrants zien de informatie en communicatietechnologie als een aanvulling op reeds ontwikkelde routines, en dat betekent dat de mogelijkheden van die technologie ook vanuit dat perspectief worden beoordeeld. De routines van de digital natives zijn geworteld in deze technologie en werden erdoor gevormd.
Het World Wide Web (WWW) en andere informatie- en communicatietechnologie (ICT) krijgt grote maatschappijke gevolgen toegedicht. Zowel utopische als dystopische toekomstbeelden worden eraan opgehangen. Bij gebrek aan empirisch onderzoek kunnen beide aanspraak maken op realiteitswaarde. Wat is waan? En wat is werkelijkheid? Zonder twijfel is de technologische ontwikkeling iin van de centrale krachten achter maatschappelijke ontwikkelingen. Dit rapport presenteert de stand van zaken in het onderzoek naar sociale gevolgen van technologische ontwikkeling. Wat zijn de relevante vraagstellingen? Welke theoriekn zijn reeds ontwikkeld? Hoeveel empirisch onderzoek is voorhanden? In dit rapport wordt onderzoek naar de sociale gevolgen van technologische ontwikkeling gerelateerd aan hoofdvragen van de sociologie, te weten vragen naar de rationalisering van de samenleving, sociale ongelijkheid en sociale cohesie. Burgers worden steeds vaker geconfronteerd met technologische innovaties die hun maatschappelijk functioneren beonvloeden. Door nieuwe ICT verandert geleidelijk de manier waarop zij werken, leren en communiceren. Langzaam maar zeker passen burgers zich aan de beschikbare mogelijkheden aan, omdat hierdoor bestaande handelingen sneller, gemakkelijker of efficiknter uitgevoerd kunnen worden.
Het lectoraat wil de rol en de bijdrage van technologie aan zorg in onze ouder wordende samenleving onderzoeken vanuit een persoonsgerichte visie. Met de titel Technologie, onze zorg geef ik uitdrukking aan mijn relationele mensbeeld binnen de zorgpraktijk. Hierin wordt houdbare zorg gecreëerd door een combinatie van zelfzorg, mantelzorg, zorg door vrijwilligers én professionele zorg. Persoonsgerichtheid is essentieel om recht te doen aan eenieder die hierin is betrokken. Technologie biedt kansen om in deze ‘samenzorg’ een bemiddelende rol te spelen. Voorbeelden zijn surveillance-, zelfredzaamheidsondersteunende-, belevingsgerichte-, informatie- en communicatietechnologie. De implementatie van deze vormen van technologie vraagt om een aanpak op verschillende niveaus: Micro-niveau: het betekent voor het primaire proces, daar waar zorgvraag en zorgaanbod elkaar ontmoeten, dat we denken en handelen vanuit wederzijds respect en gedeelde besluitvorming; Meso-niveau: via regionale samenwerking tussen zorg-, onderwijs- en onderzoeksorganisatie en bedrijfsleven kunnen we ván en mét elkaar leren; Macro-niveau: overheidsbeleid kan randvoorwaarden scheppen om een persoonsgerichte benadering van technologie in samenzorg te stimuleren.
MULTIFILE
AANLEIDING In het RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ heeft De Haagse Hogeschool, specifiek de opleiding Elektrotechniek, ervaren dat de opkomst van het onderwerp ‘Gelijkspanning’ (ook wel DC) in het beroepenveld sterk samenhangt met ontwikkelingen in het vakgebied van ‘Vermogenselektronica’ of ‘Power Eletronics’. Het beroepenveld vraagt steeds vaker om steeds meer kennis op dit vakgebied, in het kader van bijvoorbeeld de energietransitie, Smart Grids, Internet-of-Things etc. Om deze kennis op een goed gestructureerde wijze over te dragen aan studenten, moeten er een aantal belemmeringen worden weggewerkt. Een van deze belemmeringen is de beperkte beschikbaarheid van kennis; het vakgebied is relatief nieuw en nog sterk in ontwikkeling. Binnen De Haagse Hogeschool is door de opleiding Elektrotechniek (met kennis van de nog weg te werken belemmeringen) de bewuste keuze gemaakt om zich binnen Nederland te willen profileren met het onderwerp ‘Gelijkspanning’. Vanuit het eerdere RAAK-MKB project ‘Gelijkspanning breng(t) je verder’ werden hiertoe een eerste vak en practicum ontwikkeld: Vermogenselektronica 1. Hierin worden beginselen van DC-DC omvormers behandeld. DC-DC omvormers zorgen voor het transformeren van DC-spanningen, om energie bij hoge spanningen en dus lage verliezen te kunnen transporteren. Vanaf het huidige collegejaar (2015-2016) is ook een tweede vak op dit gebied toegevoegd aan het curriculum: Vermogenselektronica 2: hierin worden DC-AC omvormers op hoofdlijnen behandeld. Deze omvormers zorgen ervoor dat veel gebruikte types motoren aangedreven kunnen worden met gelijkspanning. Deze hoofdlijnen staan in de ogen van het beroepenveld nog (te) ver af van toepassingen waarmee zij werken. Daarbij moet gedacht worden aan bijvoorbeeld elektrische mobiliteit (specifieke types motoren), verlichting (DC-DC), distributietechnieken (DC-DC op hogere vermogens) of slimme netten (integratie van energietechniek, communicatietechnologie en regeltechniek / embedded systems). DOELSTELLING Het doel van het project is het opstellen van een implementatiewijze ter verdere invulling van de onderwerpen ‘Gelijkspanning’ en ‘Vermogenselektronica’ in het curriculum van de opleiding Elektrotechniek voor de teamleider van Elektrotechniek van De Haagse Hogeschool om de gewenste profilering te kunnen realiseren. ACTIVITEITEN Vanuit de curriculum commissie van de opleiding Elektrotechniek wordt opdracht gegeven aan een apart team om het implementatievoorstel voor te bereiden. Hierin werken twee docent/onderzoekers samen met de teamleider en enkele extern specialisten. In vijf opeenvolgende stappen wordt op een top-down manier gewerkt aan 1. Formuleren competenties voor DC 2. Hoofdstromen curriculum inrichten 3. Uitwerken vakinhoudelijke gebieden Elektrotechniek (‘leeg vel papier’) 4. Koppelen opzet aan bezetting en kennis in het team en bij partners 5. Voorbereiden besluitvorming RESULTAAT Op deze wijze wordt een heldere visie ontwikkeld op het benodigde onderwijs om het onderwerp gelijkspanning gestructureerd aan te kunnen bieden. Daarbij gaat het om vakinhoudelijke kennis in vakken, met bijbehorende practica en projecten. Om deze kennis goed aan te bieden wordt nadrukkelijk ook de samenwerking met andere kennisinstellingen (zoals Zuyd Hogeschool en de TU-Delft) gezocht.
Tijdens de coronacrisis is in Nederland de sportdeelname in korte tijd drastisch veranderd. Bij de sportverenigingen waren de sportaccommodaties en clubhuizen de eerste maanden gesloten en daarna beperkt open voor een deel van de leden. Echter, dankzij online communicatietechnologie vonden leden en besturen manieren om met elkaar te sporten en in verbinding te zijn. De coronacrisis maakte duidelijk dat online sport- en niet-sport- gerelateerde toepassingen potentie hebben voor de binding met en daardoor versterking van de sportverenigingen. Doel van dit onderzoeksproject is om te leren van deze ontwikkelingen en hiermee de georganiseerde sport in de toekomst te kunnen ondersteunen. Docenten en afstudeerders van de Economische Hogeschool en de Sporthogeschool van Fontys werken samen met vertegenwoordigers van sportmarketingbureau Touché, Sport Professionals Netwerk, sportkoepel NOC*NSF en de sportbonden KNVB, Nederlandse Atletiekunie, KNZB en Nederlands Handbal Verbond. Via ontwerpgericht onderzoek in drie fasen worden voorbeelden van online toepassingen binnen sportverenigingen en andere sportorganisaties verzameld, gecategoriseerd, wordt gezocht naar de betekenis voor de georganiseerde sport en hoe deze kunnen worden vertaald in toepassingen voor toekomstige situaties. Op basis hiervan wordt een online platform te ontwikkeld met toepassingen, voorbeelden en tips dat bonden en sportverenigingen overzicht geeft in mogelijke online toepassingen, best practices, tools en tips, en het netwerk rondom dit thema. Voor de sportkoepel en bonden, sportondersteuners en ondernemers in de sport kan dit richtinggevend zijn voor de verdere ondersteuning van sportverenigingen. Aldus dragen we via dit onderzoeksproject bij aan versterking van de sportverenigingen, aan de ontwikkeling van veerkracht door verdere digitalisering binnen de georganiseerde sport en zodoende aan de verdere ontwikkeling van een actieve leefstijl en sociale cohesie.
De afgelopen is er diverse stedelijke gebieden een begin gemaakt met de aanleg van snelfietsroutes. Deze bieden comfortable en snelle verbindingen voor met name e-bikes en pedelecs, gebruik makend van ‘smart’ communicatietechnologie. Hoewel de eerste investeringen redelijk succesvol zijn, met name qua planning en zichtbaarheid, is het niet eenvoudig een schaalsprong te maken. Hoe gaan we om met de snelle, ‘connected’ e-bike/pedelec? Hoe bevorderen we gedragsverandering, met name gericht op het bereiken van belangrijke werk-, studie en centrumlocaties? Hoe richten we de infrastructuur tussen de snelfietsroutes en eindbestemming (‘last mile’). Vanuit een bottom-up, stakeholderbenadering gaat dit project gaat op zoek naar effectieve interventies en geschikte rollen en standaarden voor het opschalen van snelfietsroutes.