Service of SURF
© 2025 SURF
Background: In implementation science, vast gaps exist between theoretical and practical knowledge. These gaps prevail in the process of getting from problem analysis to selecting implementation strategies while engaging stakeholders including care users. Objective: To describe a process of how to get from problem analysis to strategy selection, how to engage stakeholders, and to provide insights into stakeholders’ experiences. Design: A qualitative descriptive design. Setting and participants: The setting was a care organization providing long-term care to people with acquired brain injuries who are communication vulnerable. Fourteen stakeholders (care users, professionals and researchers) participated. Data were collected by a document review, five interviews and one focus group. Inductive content analysis and deductive framework analysis were applied. Intervention: Stakeholder engagement. Main outcome measures: A three-step process model and stakeholders experiences. Results and conclusion: We formulated a three-step process: (a) reaching consensus and prioritizing barriers; (b) categorizing the prioritized barriers and idealization; and (c) composing strategies. Two subthemes continuously played a role in how stakeholders were engaged during the process: communication supportive strategies and continuous contact. The experiences of stakeholder participation resulted in the following themes: stakeholders and their roles, use of co-creation methods and communication supportive strategies, building relationships, stimulus of stakeholders to engage, sharing power, empowerment of stakeholders, feeling a shared responsibility and learning from one another. We conclude that the inclusion of communicationvulnerable care users is possible if meetings are prepared, communication-friendly presentations and reports are used, and relationship building is prioritized.
In dit essay onderzoeken we in vogelvlucht enkele perspectieven op het economisch potentieel. Daarna laten we zien welke positie het lectoraat Change Management inneemt in het leggen van de verbinding tussen kunst en bedrijfskunde.
The continuous increase of accident and incident reports has indicated the potential of drones to threaten public safety. The published regulatory framework for small drones is not visibly based on a comprehensive hazard analysis. Also, a variety in the constraints imposed by different regulatory frameworks across the globe might impede market growth and render small-drone operations even more complicated since light drones might be easily transferred and operated in various regions with diverse restrictions. In our study we applied the Systems-Theoretic Process Analysis (STPA) method to small-drone operations and we generated a first set of Safety Requirements (SR) for the authority, manufacturer, end-user and automation levels. Under the scope of this paper, we reviewed 56 drone regulations published by different authorities, and performed (1) a gap analysis against the 57 SRs derived by STPA for the authority level, and (2) Intra-Class Correlations in order to examine the extent of their harmonization. The results suggest that the regulations studied satisfy 5.3% to 66.7% of the SRs, and they are moderately similar. The harmonization is even lower when considering the range of values of various SRs addressed by the authorities. The findings from the drones’ case show that regulators might not similarly and completely address hazards introduced by new technology; such a condition might affect safety and impede the distribution and use of products in the international market. A timely and harmonized standardization based on a systematic hazard analysis seems crucial for tackling the challenges stemmed from technological advancements, especially the ones available to the public.
Due to societal developments, like the introduction of the ‘civil society’, policy stimulating longer living at home and the separation of housing and care, the housing situation of older citizens is a relevant and pressing issue for housing-, governance- and care organizations. The current situation of living with care already benefits from technological advancement. The wide application of technology especially in care homes brings the emergence of a new source of information that becomes invaluable in order to understand how the smart urban environment affects the health of older people. The goal of this proposal is to develop an approach for designing smart neighborhoods, in order to assist and engage older adults living there. This approach will be applied to a neighborhood in Aalst-Waalre which will be developed into a living lab. The research will involve: (1) Insight into social-spatial factors underlying a smart neighborhood; (2) Identifying governance and organizational context; (3) Identifying needs and preferences of the (future) inhabitant; (4) Matching needs & preferences to potential socio-techno-spatial solutions. A mixed methods approach fusing quantitative and qualitative methods towards understanding the impacts of smart environment will be investigated. After 12 months, employing several concepts of urban computing, such as pattern recognition and predictive modelling , using the focus groups from the different organizations as well as primary end-users, and exploring how physiological data can be embedded in data-driven strategies for the enhancement of active ageing in this neighborhood will result in design solutions and strategies for a more care-friendly neighborhood.
Een goed verlopende bedrijfsopvolging is noodzakelijk voor de toekomst en vitaliteit van de agrarische sector. Deze sector is van groot belang voor ons voedselsysteem en de leefbaarheid van stad en ommeland. Door ruimte te maken voor de nieuwe generatie boeren en tuinders met hun nieuwe inzichten en mogelijkheden voor een duurzame en toekomstbestendig bedrijf dragen wij bij aan de antwoorden op de maatschappelijke vraagstukken die verbonden zijn aan het agrarische bedrijf. Het project vraagt om een integrale aanpak om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden: Welke concrete ondersteuning en/of begeleiding hebben agrarische ondernemers en belanghebbenden nodig om vol vertrouwen het proces van bedrijfsovername te doorlopen vanuit het perspectief van op duurzaamheid gerichte transities? De complexiteit zit in de duur van het bedrijfsovername proces en het aantal betrokkenen met verschillende belangen en inzichten. In het onderzoek richten we ons op bedrijfsoverdragers, bedrijfsovernemers, partners en niet overnemende familie en alle indirect betrokken zoals erfbetreders, adviseurs, leveranciers en financierende partijen. Integraal worden 5 inhoudelijke thema’s samengebracht: verdienmodellen, sociaal-emotionele aspecten, competenties en vaardigheden, financieel traject en kennis over en handelingsperspectieven voor de maatschappelijke context. De tools, instrumentaria en methodieken worden integraal en met inzet van Systemisch Co-design getest, gevalideerd, vastgelegd en gepubliceerd om daarmee bij te dragen aan nieuwe kennis, actualisatie van het onderwijs en doorwerking in de praktijk. Het project ‘Bedrijfsovername in Balans’ wordt uitgevoerd met inzet van de innovatieve slagkracht en onderzoekscapaciteit van zeven transdisciplinair samenwerkende hogescholen, het cluster van ervaringsdeskundige mkb-bedrijven, brancheorganisaties en de materiedeskundige klankbordgroep. Het resultaat van het onderzoeksproject is een toolbox voor een integraal handelingsplan met gevalideerde aanpakken, instrumentaria en methodieken die bij een juiste inzet en begeleiding leiden tot een duurzame bedrijfsovername in de agrarische sector. Deze toolbox wordt ook na het project duurzaam doorontwikkeld voor onderwijs, gebruik in het werkveld en door het Kenniscentrum Bedrijfsovername i.o..
Technologische innovatie van het verpleegkundig beroep is dringend nodig om aan de toenemende zorgvraag te kunnen voldoen. Veel technologische innovaties bieden nu nog niet dat wat de verpleegkundige echt nodig heeft. Als gevolg hiervan wordt een groot aantal innovaties niet of nauwelijks gebruikt. Een verkwisting van tijd en geld. Als verpleegkundigen actief betrokken worden bij het ontwerp van technologische innovaties, zullen de innovaties die voor hun beroep bedacht worden mogelijk beter aansluiten. Dit is een nieuwe rol voor verpleegkundigen. Verpleegkundigen dienen hiervoor samen te werken met technische disciplines, bijvoorbeeld ICT-ers. Het aangaan van samenwerkingen met andere disciplines wordt ook wel boundary crossing genoemd. Het huidige postdoconderzoek “Boundary crossing: Samen Werken Aan Technologische Innovatie Van Het Verpleegkundig Beroep” gaat hier op in. Het betreft een multidisciplinair onderzoek waar vier verschillende onderzoeksdomeinen samenkomen: technologie, onderwijskunde, co-design en zorg. Het aangaan van samenwerkingen met andere disciplines om te komen tot zinvolle innovaties vraagt om nieuwe competenties, van zowel zorgverleners als technici; boundary crossing competence. Vanuit eerder onderzoek van de postdockandidaat en collega’s zijn verschillenden initiatieven tot stand gekomen die boundary crossing tussen verpleegkundigen en technici faciliteren. In het huidige postdoconderzoek worden deze initiatieven geëvalueerd met als doel deze nieuwe rol en competenties van verpleegkundigen verder te valideren. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit het Lectoraat Technologie voor Zorginnovaties. Het lectoraat is onderdeel van het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven, één van de vier kenniscentra van de Hogeschool Utrecht (HU) en onderzoekt hoe met technologie oplossingen gecreëerd kunnen worden voor de toenemende zorgvraag, als gevolg van de vergrijzing en wereldwijde tekorten aan zorgverleners. De SIA postdocbeurs wordt tevens gebruikt om een onderzoekslijn rondom “boundary crossing: samen werken aan de technologische innovatie van het verpleegkundig beroep” op te zetten en duurzaam in te bedden in het lectoraat, kenniscentrum én onderwijs.