Service of SURF
© 2025 SURF
Binnen de revalidatie van patiënten met aspecifieke chronische lagerug pijn (CLRP) is het accent geleidelijk aan verschoven van eenbiomedische naar een bio-psychosociale revalidatie. Een benaderingbinnen de revalidatie is de cognitief somatische revalidatie. De positieveresultaten waren mede aanleiding voor dit promotieonderzoek. Decognitief somatische revalidatie heeft als doel het verminderen enonder controle houden van de ervaren beperkingen bij patiëntenmet aspecifieke CLRP. Binnen dit programma leeft de gedachte datnaast de beoordeling van de maximale en submaximale capaciteitook de ervaren inspanning van belang is voor een uitgebreider beeldvan het probleem van de patiënt en om de effecten van de cognitiefsomatische revalidatie te kunnen evalueren. De consequentie vandeze gedachtegang maakt dat er meetinstrumenten nodig zijn omzowel de fysieke capaciteit als ook de ervaren inspanning te kunnenbepalen. Tot op heden is het onduidelijk welke factoren bepalend zijnvoor het effect van de vermindering in ervaren beperkingen van depatiënten door het cognitieve somatische revalidatie programma. Ditonderzoek concentreert zich op het bepalen van de psychometrischeeigenschappen van de meetinstrumenten die zowel de fysieke capaciteitals ook de ervaren inspanning meten en de factoren die bepalendzijn voor de vermindering van de ervaren beperkingen van patiëntenmet aspecifieke CLRP die deel nemen aan een cognitief somatischerevalidatie programma.
Literatuurverkenning in het kader van het project Children's Zone op Zuid
Veel roc's hebben leiderschapsproblemen. Ze slagen er maar niet in een juiste balans te vinden tussen personeel, school en omgeving bij het uitvoeren van hun taken. Wat vooral ontbreekt is inspirerend schoolleiderschap. Eigen tijdse ideeen over onderwijs en leren worden binnen de school niet uitgedragen en bediscussieerd. Men komt er gewoon niet aan toe. Vooral de schaalvergrotingsoperaties van de afgelopen jaren zijn debet aan deze problematiek. De beheerskant van roc's is hierdoor in het centrum van de aandacht gekomen. De schaalvergroting dreigt hierdoor een doel op zicht te blijven in plaats van een middel om het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie in de regio te revitaliseren. De auteur geeft denkgereedschap om het schoolleiderschap van roc's op een een nieuwe manier in te gaan vullen zodat er een betere balans ontstaat tussen externe eisen en interne ambities en competenties.
In het Groningse aardbevingsgebied moeten de komende jaren volgens de contourenschets van de Nationaal Coördinator Groningen tussen de 35.000 en 100.000 woningen worden versterkt. Er is geen regio in Nederland waar ineens, op zo?n korte termijn en in zo?n grote omvang, de noodzaak van grootschalig aardbevingsbestendig bouwen is ontstaan. De Groningse mkb-bouwbedrijven werken samen om via bedrijfsinterne verbeteringen deze opdracht te realiseren. De praktijkvragen van de betrokken bouwbedrijven zijn: " Hoe kan ik mijn bedrijfscapaciteit optimaal managen, gezien de kansen rondom aardbevingsbestendig bouwen, maar zodanig dat de orderportefeuille en het personeelsbestand in balans zijn? " Hoe richt ik mijn bedrijfsprocessen zodanig op de verwachte groei in, dat de werkzaamheden binnen acceptabele doorlooptijden en naar tevredenheid van bewoners en opdrachtgevers duurzaam kunnen worden uitgevoerd? De kern van het consortium bestaat uit 10 mkb-bouwbedrijven, Bouwend Nederland regio Noord en de Hanzehogeschool Groningen. Het lectoraat Flexicurity is penvoerder, daarnaast is het lectoraat Arbeidsorganisatie en ?productiviteit en het lectoraat Ruimtelijke Transformaties betrokken. Vanuit het onderwijs participeren de Academie voor Architectuur, Bouwkunde en Civiele Techniek en EPI-kenniscentrum. EPI-kenniscentrum is een samenwerkingsverband van de Hanzehogeschool Groningen, Alfa College en Rijksuniversiteit Groningen ? en andere publieke en private partners. Het bundelt onderwijs en scholing op het terrein van aardbevingsbestendig bouwen voor de regio. Het doel van het consortium is om: " Kennis te ontwikkelen over capaciteitsmanagement en slim organiseren (binnen en tussen bedrijven) van het aardbevingsbestendig bouwproces, en de (arbeids)marktwerking daaromheen. " Deze kennis en inzichten te vertalen in voor het mkb bruikbare producten zoals tools, startcondities en randvoorwaarden (Handboek capaciteitsmanagement- en procesverbetering voor mkb-bouwbedrijven). " De verworven praktijkkennis om te zetten in onderwijsproducten zoals een nieuwe minor in het HG bouwonderwijs en innovatie van onderwijs en scholing via EPI-kenniscentrum. " Te komen tot een structurele en intensieve samenwerking tussen mkb-bouwbedrijven, onderwijs en praktijkgericht onderzoek aan de Hanzehogeschool Groningen (en andere onderwijsinstellingen).
De transitie naar een circulaire economie is in volle gang. Maar circulaire ondernemers lopen tegen verschillende belemmeringen aan die moeilijk of niet alleen zijn op te lossen. Er is redelijk veel bekend over belemmeringen op maatschappelijk (macro-economisch) niveau. Inzicht in hoe individuele ondernemers met deze belemmeringen moeten omgaan om hun circulaire onderneming zo succesvol mogelijk te maken is echter veel minder beschikbaar. Vooral voor startups in de circulaire economie zijn de vraagstukken groot. Hun praktijkvraag is: Hoe kan ik als circulaire startup samenwerken met circulaire ondernemers en andere relevante partijen in mijn directe omgeving om bovengenoemde belemmeringen over wet- en regelgeving, procesorganisatie en strategische samenwerking op te lossen? In de Regio Zwolle zoeken ondernemers elkaar op om die vraagstukken op te lossen waardoor ecosystemen van circulaire startups ontstaan, maar hoe ze dit moeten aanpakken blijft een groot vraagteken. Deze nieuwe ecosystemen van circulaire startups staan centraal in dit onderzoeksproject en we onderzoeken vier ecosystemen in de regio Zwolle, t.w. De Herfte in Zwolle, The Green East in Raalte, het iLab van GreenPAC in Zwolle, en Hibertad in Hardenberg. Samen met circulaire startups, circulaire ondernemingen en netwerkorganisaties wordt in dit onderzoeksproject gewerkt aan de volgende onderzoeksvraag: ‘In hoeverre kunnen ecosystemen van circulaire startups een bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire economie?’. Het onderzoeksproject wil bijdragen aan de innovatieve kracht van deze ecosystemen zodat de transitie naar de circulaire economie in de Regio Zwolle versneld wordt. Het project levert ontwerpprincipes voor ecosystemen van circulaire startups, systematisch beschreven in een handboek voor deze vier èn voor nog te vormen ecosystemen van circulaire startups in Nederland. Daarnaast levert het onderzoek ook inzicht in de uitdagingen en belemmeringen waar circulaire startups mee te maken hebben, en willen we de kennisresultaten ook toegankelijk maken voor het onderwijs binnen en buiten Windesheim.
Goede ritplanning is cruciaal in de goederentransport vanwege smalle marges en CO2-reductie. Voor een toekomstbestendig mobiliteitssysteem dat in 2050 emissieloos is, is slimme software een uitkomst. Ook omdat het -in een sector die veelal operationeel gericht is- tijdwinst en rekencapaciteit oplevert voor meer tactische en strategische vraagstukken. Dit betekent een grotere verantwoordelijkheid van de ritplanner voor het eindresultaat. De transportsector kampt echter met twee personeelsplanningsvraagstukken: het beroep van transportplanner is moeilijk vervulbaar (kwantitatief vraagstuk) en het zal als gevolg van digitalisering veranderen en verdiepen (kwalitatieve uitdaging). Op verzoek van de landelijke brancheorganisatie TLN en pilot transportbedrijven wordt in dit project onderzocht in hoeverre een serious game het antwoord is op beide vraagstukken. Met deze serious game kunnen planners via assessment en training worden voorbereid op een emissieloze toekomst. Ook kan het uitdagende werk van de planner op deze manier aantrekkelijk en uitnodigend over het voetlicht kan worden gebracht. De centrale onderzoeksvraag naar de ontwerpcriteria van een dergelijke effectieve serious game wordt in een ontwerpgerichte onderzoekstraject door lectoraatsonderzoekers van HRM en Serious Games onderzocht. In de eerste fase van dit traject worden door middel van workshops met vertegenwoordigers van TLN, transportondernemingen, KennisDCLogistiek en de opleiding Logistiek ontwerpspecificaties bepaald en geanalyseerd. In de tweede fase wordt de bruikbaarheid in enkele pilotbedrijven getest, waardoor prototypes op iteratieve wijze naar een meer vaste vorm groeien. In de derde fase wordt met het resultaat van de testfase een gefundeerde prototype van een serious games interventie doorontwikkeld. Voor het feitelijk implementeren van deze doorontwikkelde prototype zal een vervolgproject nodig zijn.