Service of SURF
© 2025 SURF
In deze deelrapportage worden resultaten weergegeven die afkomstig zijn uit interviews die met 28 buurtsportcoaches zijn gehouden die zich richten op kwetsbare burgers. Dit zijn burgers met een laag inkomen, lage SES, mensen met een migratieachtergrond en/of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag (zoals benoemd in de inleiding, hoofdstuk 1) zijn vragen gesteld over de organisatie van het werk, de aanpak die buurtsportcoaches voor deze doelgroep hanteren, de activiteiten die zij aanbieden en de resultaten daarvan, en de samenwerking die ze aangaan. Daarnaast wordt ingegaan op belemmerende en bevorderende factoren in de werkzaamheden, de resultaten van de inzet en de manier van monitoren en evalueren. Resultaten: Nagenoeg alle buurtsportcoaches die zich richten op kwetsbare burgers werken in een team. Het overgrote deel ervaart veel vrijheid in de werkzaamheden en weet wat hij/zij voor taken heeft. Veel doelen zijn geformuleerd op effectniveau waarbij sport als middel wordt ingezet. Deze buurtsportcoaches gaan actief op zoek naar de doelgroep. Hun aanpak baseren ze veelal op eigen ervaring en kennis van anderen. Deze buurtsportcoach werkt veel samen met andere organisaties. De waardering die de buurtsportcoach krijgt, alsook steun en draagvlak voor de functie, vrijheid in werkzaamheden en zichtbaarheid in de wijk zijn factoren die bevorderend werken op de werkzaamheden van de buurtsportcoaches. Belemmerende factoren zijn met name gelegen in cultuurverschillen en in traagheid van processen. De buurtsportcoach zelf dient over een heel scala aan kennis, vaardigheden en kwaliteiten te bezitten. De buurtsportcoaches geven zowel resultaten weer op prestatie- als op effectniveau, zoals het verbeteren van de leefstijl, vergroten van zelfredzaamheid of beter welbevinden van de deelnemers. Daarnaast hebben zij expliciet oog voor individuele successen die worden geboekt. Maatwerk is essentieel voor deze doelgroep. Een groot deel van de mensen die worden bereikt behoort tot de inactieven. De manier van registratie en monitoring varieert enorm, sommigen registreren wekelijks, anderen doen dit veel minder frequent. Aangegeven wordt dat tijd en middelen om te monitoren soms ontbreken of dat de proceskant moeilijk te meten is. Conclusie en aanbevelingen: Verreweg de meeste doelen zijn geformuleerd op effectniveau of op prestatieniveau. Uit de interviews blijkt dat deze effecten vaak een individueel traject betreffen, waarbij sport als middel wordt ingezet. Het proces daartoe lijkt echter wel sterk resultaatgericht, namelijk het bereiken van juist die burgers die de inzet het hardst nodig hebben. Kwaliteit gaat hierbij boven kwantiteit. Werkzame principes voor de aanpak van de buurtsportcoach die zich richt op kwetsbare burgers lijken: actief op zoek gaan naar de kwetsbare burgers, maatwerk leveren en vraaggericht werken, een vertrouwensband opbouwen, inzet van rolmodellen en tot slot laagdrempelige activiteiten. Dat de kwetsbare burgers soms lastig vindbaar zijn en cultuurverschillen die worden ervaren belemmeren soms de werkzaamheden. Voor dit type buurtsportcoach wordt specifiek aanbevolen om ondersteuning te bieden bij monitoring en evaluatie, scholing te verzorgen in complexiteit van de doelgroep en scholing te verzorgen in verschillende typen organisaties waarmee de buurtsportcoaches samenwerken.
MULTIFILE
3.1 SamenvattingHet onderzoek naar de lokale opbrengsten van de inzet van buurtsportcoaches, richt zich in deze deelrapportage op buurtsportcoaches met als doelgroep ‘jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar’. De bevindingen in dit deelonderzoek zijn gebaseerd op 46 interviews die zijn afgenomen met deze buurtsportcoaches. 29 van de 46 interviews zijn geanalyseerd totdat er een verzadigingspunt werd bereikt. Het profiel van de buurtsportcoachAls gekeken wordt naar de achtergrond van de buurtsportcoaches dan zijn de buurtsportcoaches uit de onderzoeksgroep vrij jong (gemiddeld 33 jaar oud) en zijn mannen in de meerderheid (zeven op de tien). Tevens heeft het grootste gedeelte van deze buurtsportcoaches een hbo opleiding, meestal in de richting van sport (CIOS, ALO, Sportkunde).Organisatie van het werkVoor de meeste buurtsportcoaches is de gemeente de werkgever, gevolgd door een welzijn- of gezondheidsorganisatie. Het grootste gedeelte van de buurtsportcoaches heeft een vaste aanstelling of een tijdelijk contract (beiden bijna de helft van de respondenten). Een relatief groot gedeelte van de buurtsportcoaches (vier op de tien) is langer dan vijf jaar werkzaam met de doelgroep jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Tevens geven de meeste buurtsportcoaches aan dat ‘ervaring’ (in het werken met de doelgroep) belangrijk is. Het gaat dan met name om levenservaring of ervaring met het werken met de doelgroep. De buurtsportcoaches organiseren het werk in samenwerkingsverbanden tussen sportorganisaties, gemeenten, onderwijs en/of (jeugd)zorginstellingen. Dit doen zij op een zeer diverse manier. Zo zijn er buurtsportcoaches die in dienst zijn van de gemeente, maar werken op een middelbare school. En anderzijds zijn er buurtsportcoaches die in wijkteams samenwerken met maatschappelijk werkers en jeugdhulpverleners.De doelen van de buurtsportcoaches worden vooral op prestatieniveau (bijv. dit jaar moet ik een x aantal deelnemers hebben bereikt met mijn activiteiten) en effectniveau (bijv. een x percentage van de deelnemers aan mijn activiteiten sport op een duurzame manier (doorgestroomd naar een sportclub bijv.) geformuleerd (beiden ongeveer zes op de tien). In het realiseren van deze doelstellingen wordt sport met name ingezet als doel én als middel, dit is volgens het grootste gedeelte van de ondervraagde buurtsportcoaches het geval. Ten slotte geven de buurtsportcoaches ook aan dat de doelen op het effectniveau lastig hard gemaakt kunnen worden. Zij zien dat sport en bewegen heel belangrijk is voor jongeren, maar dat het heel lastig is om hard te maken wat het directe effect is van de aanpak en activiteiten die zij hanteren.Hoewel de meeste buurtsportcoaches worden aangestuurd vanuit het team waarin zij werken, ervaart acht op de tien buurtsportcoaches veel vrijheid om zelf te bepalen wat hun taken zijn en hoe zij die uitvoeren. De meeste buurtsportcoaches vinden die vrijheid erg prettig. Tegelijkertijd is het voor bijna alle buurtsportcoaches duidelijk welke taken hij/zij dient uit te voeren. De doelen van de buurtsportcoaches worden meestal op hoofdlijnen vastgesteld en binnen die kaders weet de buurtsportcoaches goed zijn eigen taken vorm te geven. AanpakDe buurtsportcoaches hanteren veelal dezelfde aanpak in het bereiken van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Door een actieve benadering van organisaties in de wijk (de vindplaatsen: scholen, sportverenigingen en wijkorganisaties) trachten zij in contact te komen met de jongeren. Als zij in contact staan met de jongeren wordt geprobeerd vertrouwen te creëren om vervolgens vraaggericht activiteiten aan te kunnen bieden. De aanpakken van de buurtsportcoaches komen meestal tot stand door uit te proberen wat het beste werkt in een bepaalde context en daar goed op te reflecteren met collega’s en/of samenwerkende organisaties uit de wijk. De buurtsportcoaches gebruiken niet altijd een theoretische onderbouwing voor de aanpak. ResultatenDe verandering bij de jongeren tussen de 12 en 18 jaar komt tot stand doordat de buurtsportcoaches de jongeren weten te bereiken. De activiteiten die zij ondernemen met de doelgroep zijn zeer divers. Van wekelijks de buurt schoonmaken, tot voetballen of kickboksen. Vaak worden deze activiteiten in de buurt in samenwerking met het onderwijs en sportverenigingen aangeboden. Deze activiteiten leiden tot output op het gebied van bijvoorbeeld ‘de gezonde school’, wat een randvoorwaarde is voor het uiteindelijk verbeteren van de gezondheid van de jongeren of ‘een betere samenwerking tussen scholen’, wat uiteindelijk moet leiden tot een hogere sportparticipatie. Het belangrijkste resultaat vinden de buurtsportcoaches dat zij een band op kunnen bouwen met de jongeren en dat de jongeren plezier beleven aan het deelnemen aan de activiteiten. OutcomeOp het niveau van outcome geven de buurtsportcoaches resultaten aan zoals ‘gevoel van veiligheid’, ‘vertrouwen’ en ‘trots’. Daarnaast geven de buurtsportcoaches ook aan dat zij deelnemers aan het sporten hebben gekregen of lid van een sportvereniging zijn geworden. Rode draad is volgens de buurtsportcoaches dat het voor hen lastig is om de resultaten heel expliciet te maken, omdat het soms om hele kleine dingen gaat die veranderen bij de jongeren. Deze verandering is soms heel klein, maar vaak ook lastig om direct toe te schrijven aan de activiteiten van de buurtsportcoach alleen. Belemmerende en bevorderende factorenDe rol van de buurtsportcoach als verbinder in de wijk is zowel een bevorderende als een belemmerende factor voor het werken met de jongeren van 12 tot 18 jaar. De buurtsportcoaches vinden dat zij als spin in het web een grote waarde in de wijk vervullen, maar tegelijkertijd brengt deze rol met zich mee dat zij het gevoel hebben overvraagd te worden en daardoor moeite hebben om de balans tussen kwaliteit en kwantiteit van de activiteiten te houden. Kennis over de (cultuur) van de doelgroep en goede communicatie worden tevens als bevorderende factoren beschouwd voor het werken met jongeren van 12 tot 18 jaar. Daar staat tegenover dat de buurtsportcoaches ruimte zien voor het vergroten van hun kennis middels scholing. Een groot gedeelte van de buurtsportcoaches wenst de kennis te vergroten en te werken aan hun vaardigheden. Monitoring en evaluatieZeven op de tien buurtsportcoaches registreren met name de aantallen activiteiten en zes op de tien registreert de deelnemers aantallen. Tegelijkertijd geven veel buurtsportcoaches aan dat het lastig is om het effect van hun aanpak en activiteiten inzichtelijk en meetbaar te maken. De resultaten van de activiteiten zijn niet altijd even goed ‘hard’ te maken want de uitkomsten van de activiteiten bestaan vaak uit een ervaren gevoel van veiligheid, vertrouwen en trots.Vanuit de registratie en evaluatie worden de succesvolle aanpakken op verschillende wijzen gedocumenteerd en vastgelegd door de buurtsportcoaches.
MULTIFILE
Vanuit eerder onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de inzet van buurtsportcoaches kan bijdragen aan allerlei maatschappelijke veranderingen waarvan we op dit moment geen of nauwelijks weet hebben of welke niet of nauwelijks aantoonbaar gemaakt kunnen worden. Voor de gemeente Den Haag is een breed inzicht in de opbrengsten van de buurtsportcoach van belang om een overwogen en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de inzet van de buurtsportcoaches en sportstimuleringsprojecten. Het doel van dit onderzoek is daarom het inzichtelijk maken van de maatschappelijke veranderingen die buurtsportcoaches in Den Haag teweeg brengen. Daartoe worden in dit onderzoeksrapport maatschappelijke veranderingen beschreven die optreden als gevolg van de inzet van de buurtsportcoach in de gemeente Den Haag, in de perceptie van verschillende stakeholders. Het onderzoeksrapport – en met name het resultatenhoofdstuk – is als het ware een foto van de huidige situatie. Dit onderzoeksrapport bevat tevens aanbevelingen gericht op het versterken van maatschappelijke veranderingen die ontstaan door de inzet van de buurtsportcoach.
De effecten en de werkzame bestandsdelen van interventies in de openbare ruimte zijn nog weinig onderzocht doordat deelnemers vaak niet geregistreerd worden en het ontbreekt aan een praktisch toegepast en uniform meetinstrument dat vergelijking mogelijk maakt. Gemeenten en sportservice organisaties geven wel aan dat ze behoefte hebben aan monitoring en evaluatie zodat ze op dit thema kunnen bijsturen en opschalen. In dit project willen HAN, Team Sportservice, Clever Sports en twee gemeenten samen met buurtsportcoaches aan de slag gaan omdat zij vanuit gemeenten de taak hebben om meer mensen te laten bewegen in de buurt. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld voor effecten in de openbare ruimte. Dit gaat buurtsportcoaches en beleidsambtenaren helpen om samen dezelfde taal over de opbrengsten te spreken en leerervaringen uit te wisselen. Er worden drie interventies op acht plekken onderzocht. De projectresultaten zijn een gevalideerd meetinstrument waarvan het gebruik opgeschaald wordt naar andere gemeenten in het netwerk. Verder worden de opbrengsten van bewegen in de openbare ruimte in een rapportage opgeleverd, waarbij ook aandacht is hoe de opgehaalde opbrengsten gezien worden door professionals in andere beleidsdomeinen. Tot slot helpt dit project de HAN om hun kennis over effecten van sport bij toekomstige evaluaties in te zetten.
Kinderen van ouders met psychische problemen of verslavingsproblemen (KOPP/KOV) ervaren vaak chronische stress, mentale en lichamelijke gezondheidsproblemen. Ook hun financiële situatie, sociale welzijn en studiesucces kunnen worden beïnvloed door het leven met ouders met psychische en/of verslavingsproblematiek. Vaak zijn zij niet in beeld bij professionals of krijgen alleen verbale therapieën, zoals cognitieve gedragstherapie, terwijl lichaamsgerichte activiteiten geschikter lijken voor mensen die niet makkelijk over gevoelens praten. Sport en bewegen worden weinig ingezet in preventieve en behandelprogramma’s voor KOPP/KOV, alhoewel sport en bewegen positief zijn geassocieerd met gezondheid en welzijn. Boksen heeft aantrekkingskracht op jongeren in kwetsbare posities, heeft de potentie om het zelfvertrouwen, de persoonlijke groei en mentale gezondheid van KOPP/KOV te bevorderen en victimisatie te voorkomen of beperken. Voorwaarde is dat de manier waarop, en context waarin, het boksen wordt aangeboden zijn afgestemd op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep. Vanuit boks-, sport-, welzijns- en zorgprofessionals is er op dit moment een duidelijke vraag maar ook discussie over de manier waarop boksen ingezet kan worden als adequate preventieve interventie voor KOPP/KOV. Om deze handelingsverlegenheid weg te nemen, vragen bokstrainers maar ook buurtsportcoaches, welzijns- en zorgprofessionals om hulp bij het komen tot een passende en veilige boksinterventie die de mentale gezondheid van KOPP/KOV bevordert. Vanuit ondernemers perspectief zijn er daarnaast ook vragen rondom financiering en scholing van de trainers. Met een ontwerpgerichte aanpak wordt in dit project de volgende onderzoeksvraag beantwoord: “Aan welke inhoudelijke en organisatorische criteria moet een boksinterventie ter bevordering van de mentale gezondheid van KOPP/KOVV in de leeftijd 16-24 jaar voldoen?”. Het beantwoorden van deze vraag zal resulteren in een boksinterventie die kan worden aangeboden in samenwerking tussen ondernemers binnen de boks- en sportwereld én welzijns- en zorgprofessionals, en inzicht geven in de werkzame elementen, bruikbaarheid en haalbaarheid van deze lichaamsgerichte interventie voor KOPP/KOV.
Het plaatsen en onderhouden van fysieke inrichtingselementen in de openbare ruimte is kostbaar. Meer efficiënt gebruik van het bestaande aanbod in de fysieke omgeving door passend beweegstimuleringsaanbod is wenselijk en efficiënter gebruik kan bijdragen aan het verminderen van bewegingsarmoede. In ‘Changing Views’ staan drie onderzoeksvragen centraal: 1) Kunnen kinderen met behulp van technologische ondersteuning worden verleid om gebruik te maken van andere locaties dan zij gewend zijn? 2) Kan de perceptie en zienswijze van kinderen op de beweegvriendelijkheid van de omgeving worden beïnvloed middels gerichte blootstelling aan inrichtingselementen via de technologische applicatie ‘missiemaster’? 3) Hoe kan het gebruik van de openbare ruimte door kinderen worden geoptimaliseerd en kunnen kinderen die van nature minder beweegdrang hebben, meer gestimuleerd worden om te bewegen door hen actief te betrekken in de ontwikkeling van beweegstimuleringsaanbod? Onderzoeksvraag 1 wordt onderzocht middels een kleinschalig experiment door het gebruik van missiemaster, waarmee kinderen via een GPS-route door hun wijk worden ‘rondgeleid’ (werkpakket 1). Op basis van een herhaalde meting bij basisschoolleerlingen en de evaluatie van app-gegevens wordt het potentieel van deze technologie onderzocht. Hierbij wordt onderzocht of de perceptie van beweegvriendelijkheid van de omgeving kan worden beïnvloed en of door veranderde blootstelling aan omgevingsmogelijkheden nieuwe sociale interacties ontstaan. De kwantitatieve meting bij leerlingen vormt tevens de basis voor de selectie van een specifieke doelgroepen leerlingen voor deelname aan werkpakket 2 waarin middels een participatief actie-onderzoek passend beweegstimuleringsaanbod wordt ontwikkeld. Via meerdere iteraties in het ontwikkelproces en met behulp van een nieuw te ontwikkelen ‘efficiëntiegraadmeter’ voor buurtsportcoaches wordt in werkpakket 3 de tweede onderzoeksvraag beantwoord. In een slotsymposium worden alle projectresultaten (inzichten en ontwikkelde producten) gedeeld. Alle ontwikkelde producten worden duurzaam en vrij beschikbaar gesteld via een online platform, www.beweegvriendelijkebuurt.nl.