Service of SURF
© 2025 SURF
Proceedings of the IASPM Benelux conference. Popular Music: Theory and Practice in the Lowlands.
The main question in this PhD thesis is: How can Business Rules Management be configured and valued in organizations? A BRM problem space framework is proposed, existing of service systems, as a solution to the BRM problems. In total 94 vendor documents and approximately 32 hours of semi-structured interviews were analyzed. This analysis revealed nine individual service systems, in casu elicitation, design, verification, validation, deployment, execution, monitor, audit, and version. In the second part of this dissertation, BRM is positioned in relation to BPM (Business Process Management) by means of a literature study. An extension study was conducted: a qualitative study on a list of business rules formulated by a consulting organization based on the Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission risk framework. (from the summary of the Thesis p. 165)
The purpose of this paper is to investigate the future of business events in the “phygital” age from the viewpoint of purposes and formats, delivering a generative tool for adoption. The approach is based on constructivist epistemology. The topic was approached from the viewpoint of foresight and Design Research, firstly by designing and performing three cycles of qualitative interviews with (a) thought leaders and senior industry experts (setting the drivers for matrix tool development), for a total of 10 respondents within a gender-balanced panel (50% female, 50% male), covering Western, Asian, Arab, and North American regions. A Machine Learning-enabled scan was performed for triangulation purposes. Secondly, a generative matrix tool was designed and tested by (b) senior to midweight Design Thinkers and (c) junior to midweight emerging talents, for a total of 22 respondents. Key findings pertain to current trends and future developments in business event design and management from a “phygital” perspective, transferred into a generative matrix tool.
LINK
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen. De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?