Service of SURF
© 2025 SURF
Dagelijks probeer je invloed uit te oefenen op het gedrag van anderen. Ook je eigen gedrag probeer je in overeenstemming te brengen met wat er van je wordt verwacht, of met wat je zelf graag wilt. Continu probeer je, bewust en onbewust, het gedrag van zowel anderen als jezelf te beïnvloeden en veranderen. Denk bijvoorbeeld maar aan hoe je je gedraagt en wat je zegt tijdens een sollicitatiegesprek. Hoe kun je ervoor zorgen dat je beïnvloedingspogingen (vaker) tot succesvolle gedragsveranderingen leiden?In Beïnvloeden en veranderen van gedrag komen (actuele) psychologische theorieën aan bod over hoe gedrag tot stand komt en kan worden beïnvloed. Er wordt aandacht geschonken aan zowel de theorieën over gedrag en gedragsverandering, als de dagelijkse praktijk waarin professionals het gedrag van anderen proberen te veranderen.
LINK
De gemeente Almere wil richting een circulaire economie bewegen, waarin zo min mogelijk grondstoffen gebruikt worden en waarin zo min mogelijk afval ontstaat. Een van de reststromen die een grote milieu-impact hebben is textiel. De indruk bestaat dat steeds meer textiel kortstondig gebruikt wordt of van een zodanige kwaliteit is dat het een korte levensduur heeft (zogenaamde fast-fashion). De gemeente Almere wil de trend van fast-fashion bij jongeren doorbreken, maar weet nog niet goed hoe deze doelgroep te bereiken en hoe meer bewustzijn en een gedragsverandering bij deze doelgroep gerealiseerd kan worden. Het huidige onderzoek is verricht om meer inzicht te krijgen in de gedragsfactoren die bij deze verandering in bewustzijn en gedrag een rol kunnen spelen en het type gedrag waarop de verandering zich kan richten. Voor het het kopen van fast fashion/ niet duurzame kleding bestaan een aantal alternatieven: (1) duurzame merken kopen, (2) tweedehands kleding kopen, (3) kleding ruilen, (4) kleding huren of leasen en tot slot (5) minder kleding kopen. De enquête richt zich vooral op de gedragsfactoren in relatie tot deze vijf gedragsalternatieven. De interviews waren bedoeld om hier verdieping aan te geven. Daarnaast is hierin aandacht besteed aan het type koper (naar de typologie van McNeil en Moore, 2015) en aan de rol van social influencers om meer verdieping te geven aan de gedragsfactor sociale normen. Gezamenlijk wilden wij hiermee de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:1. Hoe kunnen de jongeren in Almere getypeerd worden als het gaat om hun kledingkoopgedrag?2. Welke gedragsalternatieven zijn jongeren (in Almere) het meest bereid om te kiezen? 3. Welke gedragsfactoren beïnvloeden de bereidheid om voor deze gedragsalternatieven te kiezen? Aan de hand van 320 enquêtes en 15 interviews is het kledingkoopgedrag van jongeren in Almere (deels gecombineerd met landelijk) onderzocht. Hieruit kan het volgende geconcludeerd worden: •In Almere koopt men grotendeels kleding bij grote fast fashion ketens. Een groot deel van de Almeerse jeugd is dan ook wel in meer of mindere mate met het fenomeen fast fashion in verband te brengen. •De bereidheid om voor duurzamere alternatieven te kiezen is onder jongeren in Almere aanwezig, maar niet heel groot. De aanwezige bereidheid geldt voor het kopen van duurzame merken, tweedehands kleding kopen, kleding ruilen en minder kleding kopen. Voor kleding huren of lenen is nauwelijks bereidheid aanwezig. •Uit de enquête komen drie belangrijke gedragsfactoren naar voren die de bereidheid beïnvloeden: de Attitude (affectief; hoe leuk vs. saai zijn de duurzame alternatieven), Self-Efficacy (hoe makkelijk vs. moeilijk is het kiezen voor de duurzame alternatieven) en de Response Efficacy (hoeveel zin heeft het om te kiezen voor de duurzame alternatieven). In iets minder mate komt ook Cognitieve Attitude naar voren als gedragsfactor (hoe belangrijk is het milieu bij de aankoop van kleding). •Uit de interviews komt vooral veel bevestiging voor het effect van Response Efficacy en Self-Efficacy en van de Cognitieve Attitude naar voren. Daarnaast komt Impulsgedrag als nieuwe factor naar voren (welke rol speelt het weerstand kunnen bieden aan het genot/ plezier dat shoppen oplevert?) •Al met al kan geconcludeerd worden dat de bereidheid om voor duurzame opties te kiezen gemiddeld niet heel hoog is, maar dat de mogelijkheid om deze bereidheid te beïnvloeden wel groot lijkt en er veel verschillende gedragsfactoren zijn waarop aangegrepen kan worden. Voor deze gedragsfactoren is een overzicht van mogelijke interventies gepresenteerd.
Binnen de Hogeschool Ede is een verkennend onderzoek onder beginnende en ervaren verpleegkundigen verricht. De onderzoeksvraag is als volgt: ‘Welke persoonlijke factoren van beginnende verpleegkundigen beïnvloeden positief of negatief het professioneel handelen?’ Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het psychiatrisch werkveld.
Het aanleren en verbeteren van bewegingen is essentieel voor mensen in de revalidatie. Mensen met een verworven neurologische aandoening (bijvoorbeeld volwassenen na een beroerte), moeten bewegingen vaak opnieuw leren en verbeteren om weer zelfstandig te kunnen functioneren. Dit motorisch leren is een complex en multifactorieel proces. Zorgprofessionals zoals fysio- en ergotherapeuten willen graag een meer inzicht hebben in deze complexiteit zodat zij interventies (nog) meer op maat kunnen aanbieden. Dit maatwerk is nodig voor het duurzaam aanleren en verbeteren van bewegingen. Op het moment is onvoldoende duidelijk welke factoren (mogelijk) van invloed zijn. Docenten, studenten en praktijkbegeleiders (zoals Paramedisch Centrum Zuid) van de zorgopleidingen van Zuyd Hogeschool hebben samen met onderzoekers sterk behoefte aan een beter en vollediger overzicht van deze potentieel beïnvloedende factoren, dat zij in dit project samen met experts vanuit verschillende onderzoekdisciplines (Radboud Universiteit, VU Amsterdam, Universiteit Hasselt, Brunel University) willen ontwikkelen. Doelstelling van dit project is een inventarisatie van factoren die het leren van bewegingen bij mensen na beroerte in de praktijk kunnen beïnvloeden. Hiervoor zal een expertpanel een overzicht van factoren samenstellen op basis van theorie en onderzoeksresultaten. Vervolgens worden de geïdentificeerde factoren door zorgprofessionals (binnen het Kennisnetwerk CVA Nederland) beoordeeld op herkenbaarheid (praktische relevantie) en haalbaarheid (praktisch meetbaar) voor de dagelijkse praktijk. Het resultaat van dit project is een overzicht van factoren die (in theorie en praktijk) het aanleren en verbeteren van bewegingen na een beroerte kunnen beïnvloeden. Deze inventarisatie is een eerste stap om de haalbaarheid van een dynamisch model voor motorisch leren na een beroerte voor de praktijk te verkennen. Zowel zorgprofessionals als ook de betrokkenen kennisinstellingen zullen dan ook belangrijke gebruikers van het resultaat zijn.
In het project “ADVICE: Advanced Driver Vehicle Interface in a Complex Environment” zijn belangrijke onderzoeksresultaten geboekt op het gebied van het schatten van de toestand en werklast van een voertuigbestuurder om hiermee systemen die informatie geven aan de bestuurder adaptief te maken om zo de veiligheid te verhogen. Een voorbeeld is om minder belangrijke informatie van een navigatiesysteem te onderdrukken, zolang de bestuurder een hoge werklast ervaart voor het autorijden en/of belangrijke informatie juist duidelijker weer te geven. Dit leidt tot een real-time werklast schatter die geografische informatie meeneemt, geavaleerd in zowel een rijsimulator als op de weg. In de ontwikkeling naar automatisch rijden is de veranderende rol van de bestuurder een belangrijk (veiligheids) onderwerp, welke sterk gerelateerd is aan de werklast van de bestuurder. Indien rijtaken meer geautomatiseerd worden, wijzigt de rol van actieve bestuurder meer naar supervisie van de rijtaken, maar tevens met de eis om snel en gericht in te grijpen indien de situatie dit vereist. Zowel deze supervisie als interventietaak zijn geen eenvoudige taken met onderling een sterk verschillende werklast (respectievelijk lage en (zeer) hoge werklast). Of een goede combinatie inclusief snelle overgangen tussen deze twee hoofdtaken veilig mogelijk is voor een bestuurder en hoe dit dan het beste ondersteund kan worden, is een belangrijk onderwerp van huidig onderzoek. De ontwikkeling naar autonoom rijden verandert niet alleen de rol van de bestuurder, maar zal ook de eisen aan het rijgedrag van het voertuig beïnvloeden, de voertuigdynamica. Voor de actieve bestuurder kunnen snelle voertuigreacties op bestuurdersinput belangrijk zijn, zeker voor een ‘sportief’ rijdende bestuurder. Indien dit voertuig ook automatische rijtaken moet uitvoeren, kan juist een meer gelijkmatig rijgedrag gewenst zijn, zodat de bestuurder ook andere taken kan uitvoeren. Dit stelt eisen aan vertaling van (automatische) input naar voertuigreactie en aan de voertuigdynamica. Mogelijk wil zelfs een sportieve bestuurder een meer comfortabel voertuiggedrag tijdens automatisch rijden. Eveneens voor deze twee voertuigtoestanden, menselijke of automatische besturing, moet gezocht worden naar een goede combinatie inclusief (veilige) overgangen tussen deze twee toestanden. Hierbij speelt de werklast en toestand van de bestuurder een doorslaggevende rol. In de geschetste ontwikkelingen in automatisch rijden kunnen de onderzoeksresultaten van ADVICE een goede ondersteuning bieden. Veel van deze ontwikkelingen worstelen met het schatten van de werklast van de bestuurder als cruciaal (veiligheids) aspect van automatisch rijden. De ADVICE resultaten zijn echter gepresenteerd voor beperkt publiek en gepubliceerd op conferenties, waarvan de artikelen veelal slechts tegen betaling toegankelijk zijn. Daarnaast zijn dergelijke artikelen gelimiteerd in aantal pagina’s waardoor de over te dragen informatie beperkt is. Om een betere doorwerking van ADVICE aan ‘iedereen’ te realiseren en tevens de mogelijkheden hiervan in de toekomst van automatisch rijden te plaatsen, willen wij top-up gebruiken om hierover een artikel te schrijven en dit in een peer-reviewed Open Access tijdschrift online toegankelijk te maken. Hierdoor wordt de informatie voor iedereen, gratis toegankelijk (open access), is de inhoud uitgebreider aan te geven (tijdschriftartikel) en is de inhoud en kwaliteit goed en relevant voor het vakgebied (peer-reviewed).
De wens en noodzaak om het onderwijs goed af te stemmen op verschillen tussen leerlingen zijn groter dan ooit. Het afstemmen op verschillen tussen leerlingen vraagt complexe differentiatievaardigheden en kennis van de leraar, naast het omgaan met praktische uitdagingen. Om te differentiëren maken leraren keuzes ten aanzien van leerdoelen, leeractiviteiten en groeperingsvormen op basis van verwachtingen die zij vormen over individuele leerlingen. Meestal vormen leraren accurate verwachtingen van hun leerlingen. Echter, van gestigmatiseerde groepen leerlingen vormen leraren soms onterecht lage verwachtingen. Deze lage verwachtingen kunnen, onbewust en onbedoeld, het handelen van de leraar beïnvloeden. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe professionalisering leraren het beste kan helpen bij het afstemmen op diversiteit. De praktijkvraag van de betrokken werkveldpartijen is dan ook: ‘Hoe kunnen leraren door voortgezette professionalisering geholpen worden om beter af te stemmen op diversiteit in hun klas?’ In dit project werken een Hogeschool, een Universiteit en drie werkveldpartners samen om deze vraag te beantwoorden in drie deelstudies. Gestart wordt met een onderzoek naar de huidige praktijk; het handelen, de opvattingen, de dilemma’s van leraren worden in kaart gebracht, naast de manier waarop zij verwachtingen vormen. In deelstudie 2 wordt onderzocht welke inhouden en vormen van voortgezette professionalisering leraren als effectief ervaren voor hun ontwikkeling op het gebied van het afstemmen op diversiteit in de klas. In deelstudie 3 wordt een professionaliseringsinterventie ontwikkeld, geïmplementeerd en geëvalueerd wat betreft de effecten op het handelen, de opvattingen, dilemma’s en de vorming van leerkrachtverwachtingen. Daarnaast wordt het effect van de interventie op de mate van ondersteuning die leerlingen van hun leraar ervaren onderzocht. Op basis van de uitkomsten van de drie deelstudies ontwikkelen we een passend professionaliseringspalet voor leraren ten behoeve van het afstemmen op diversiteit in de klas in de vorm van onder meer een routekaart en inspiratiekaarten voor leraren.