Service of SURF
© 2025 SURF
Het landelijke opleidingsprofiel Bachelor of Nursing 2030 (BN2030) geeft in hoofdlijnen weer wat een afgestudeerde bachelor verpleegkundige (hbo-v’er) moet kennen en kunnen. BN2030 biedt een overzicht van de landelijk vastgestelde competenties van de bacheloropleiding Verpleegkunde. Het opleidingsprofiel is daarmee de basis voor de opleiding tot bachelor verpleegkundige: de verpleegkundige opgeleid op niveau 6 van het Nederlands kwalificatieraamwerk (NLQF 6). Het opleidingsprofiel BN2030 is opgeleverd in oktober 2023. In dit TvZ-dossier over BN2030 belicht de schrijfgroep BN2030 belangrijke wijzigingen in het opleidingsprofiel. Ze beschrijven eerst de verandering in de benaming van de CanMEDS-rollen. Daarna worden de drie belangrijkste aanpassingen in het opleidingsprofiel toegelicht aan de hand van drie thema’s: leiderschap, probleemoplossend vermogen en preventie. Hierna wordt kort beschreven welke gevolgen dit heeft voor de CanMEDS-rollen met de bijbehorende competenties.
Voeding speelt een belangrijke rol bij de preventie en behandeling van ziekten. In de verpleegkundige basiszorg is voeding een fundament dat alle zorgactiviteiten voor eten en drinken omvat. Het is daarom belangrijk dat er in de opleiding tot bachelor verpleegkundige voldoende aandacht is voor voeding.
Sinds 2009 kent de Academie Gezondheidszorg van de Christelijke Hogeschool Ede het lectoraat Verpleegkundige Beroepsethiek. Het lectoraat doet praktijkgericht onderzoek naar het vermogen van verpleegkundigen om in de eigen werkprocessen en overlegvormen over goede zorg te reflecteren en te overleggen, zodat zij bijdragen aan de morele kwaliteit van de zorgpraktijk. Anders gezegd, door beschrijvende (in plaats van voorschrijvende) ethiek ontwikkelt het lectoraat kennis die kan bijdragen aan morele vorming van bachelor verpleegkundestudenten.
Een gezonde leefstijl draagt bij aan zowel geestelijk als lichamelijk welbevinden en kan zelfs ziektes helpen te voorkómen. Positieve Gezondheid biedt een nieuwe gezondheidsbenadering met een bredere kijk op gezondheid die de nadruk legt op het versterken van eigen regie en veerkracht; leefstijlverandering kan goed aansluiten bij Positieve Gezondheid. Gezondheidsprofessionals kunnen als coach een betekenisvolle ondersteuning bieden. Werken vanuit Positieve Gezondheid vraagt om scholing en training van huidige en toekomstige gezondheidsprofessionals. Er is meer gefundeerde kennis nodig over hoe gezondheidsprofessionals in de tweede en derde lijn vanuit een Positieve Gezondheidsbenadering coachend met de patiënt kunnen samenwerken aan een gewenste leefstijlverandering. De beoogde L.int-lector dr. Sandra van Hogen-Koster gaat in samenwerking met lector dr. Jan Jukema, Saxion Lectoraat Verpleegkunde, een methodiek ontwikkelen waarmee gezondheidsprofessionals samen met patiënten en hun netwerk aan de slag gaan met Positieve Gezondheid en leefstijl. De bestaande methodiek Best Practice Unit (BPU) van Medisch Spectrum Twente (MST) en Saxion, die ingezet wordt om evidence-based verbeteringen door te voeren in de patiëntenzorg, wordt doorontwikkeld. De doorontwikkeling richt zich op: het vergroten van leiderschap en interprofessioneel samenwerken van gezondheidsprofessionals en focus op teamleren samen met patiënten. Deze componenten dragen bij aan patiëntenzorg die recht doet aan de benadering van Positieve Gezondheid en focus heeft op leefstijlverandering. De doorontwikkeling van de BPU-methodiek vindt in verschillende trajecten plaats in samenwerking met MST, Thorax Centrum Twente, Pro-F, Medical School Twente, master- en bacheloropleidingen van de Academie Gezondheidszorg Hogeschool Saxion, Universiteit Twente en het Insititute for Positive Health. Het doel van het L.INT-onderzoeksprogramma is leefstijlverandering bij patiënten te bewerkstellingen vanuit het perspectief van Positieve Gezondheid. Vernieuwend is het ondersteunen van patiënten bij leefstijlverandering vanuit een Positieve Gezondheidsbenadering en inzetten van BPU voor het benodigde leiderschap van de gezondheidsprofessional. Dit zal verankerd worden in zowel de zorgpraktijk als onderwijsprogramma's, met praktijkgericht onderzoek als bouwsteen.