Service of SURF
© 2025 SURF
Imagery Rehearsal Therapy (IRT) is effective for trauma-related nightmares and is also a challenge to patients in finding access to their traumatic memories, because these are saved in non-verbal, visual, or audiovisual language. Art therapy (AT) is an experiential treatment that addresses images rather than words. This study investigates the possibility of an IRT-AT combination. Systematic literature review and field research was conducted, and the integration of theoretical and practice-based knowledge resulted in a framework for Imagery Rehearsal-based Art Therapy (IR-AT). The added value of AT in IRT appears to be more readily gaining access to traumatic experiences, living through feelings, and breaking through avoidance. Exposure and re-scripting take place more indirectly, experientially and sometimes in a playlike manner using art assignments and materials. In the artwork, imagination, play and fantasy offer creative space to stop the vicious circle of nightmares by changing theme, story line, ending, or any part of the dream into a more positive and acceptable one. IR-AT emerges as a promising method for treatment, and could be especially useful for patients who benefit least from verbal exposure techniques. This description of IR-AT offers a base for further research.
Based on his personal experience, the author aims to examine some of the key competencies that he considers essential for facilitators of group activities in arts-based environmental education (AEE). In this, participants are encouraged to enhance their sensibility to the environment through artistic approaches. A case in point is a workshop called “making a little me”. Its participants sculpt – while keeping their eyes closed – a clay version of their own seated body in miniature. When guiding such a workshop, it is of critical importance, according to the author, to encourage the participants to suspend their judgments on the art works of others. The facilitator should make every effort to provide a safe environment by practicing “holding space”.
MULTIFILE
Dit onderzoek richt zich op het verbeteren van kwaliteit van leven in de palliatieve levensfase van mensen met kanker. Het onderzoeksvoorstel ABL-PC heeft als doel een verkenning van een interventie voor deze doelgroep. Uiteindelijk kan de inzet hiervan leiden tot vergroting van kennis van persoonlijke behoeftes en vragen van deze doelgroep en draagt zo bij aan verbetering van kwaliteit van de palliatieve zorg. MOTIEF: Er komt steeds meer aandacht voor het belang van de rol van zingeving als onderdeel van kwaliteit van de zorg (Huber et al, 2016; ZonMW, 2016), en ook in de zorg in de palliatieve levensfase (Medische Oncologie, nr 1., 2019). Er zijn richtlijnen ter verbetering van de palliatieve zorg (Kwaliteitskader palliatieve zorg Nederland, IKNL/Palliactief, 2017, O2PZ 2019) en er bestaat een overzicht van instrumenten voor zorgverleners (Goede Voorbeelden, Verbeterprogramma ZonMw 2016). Er ontbreken echter interventies rondom zingeving voor zorgvragers die praktisch zijn georiënteerd en theoretisch en empirisch zijn onderbouwd. RESULTATEN: 1) Een multidisciplinair netwerk vanuit de praktijk, kunsten, de medische en psychologische wetenschap voor het ontwikkelen van een innovatieve interventie, 2) Een opzet voor een praktische interventie voor zingeving vanuit persoonlijke vragen, 3) Een wetenschappelijk artikel over dit onderzoek 4) Inrichting van een grootschalig vervolgonderzoek. INHOUD: Het onderzoek is opgebouwd als een iteratief proces waarbij onderzoekers samen met de praktijk, een bestaande kunstkijk methode Art-Based Learning (ABL) (Lutters, 2012), door- ontwikkelen tot interventie voor de palliatieve zorg: Art-Based Learning-Palliative Care (ABL-PC). Deze interventie genereert door het aandachtig en op systematische wijze kijken naar kunst, nieuwe mentale ervaringen en bewustzijn, vanuit zingevingsvragen bij de doelgroep. PARTNERS: In dit ontwerpgericht onderzoek werken samen: Amsterdam UMC (AUMC/VUmc), de Nederlandse Federatie van Kankerpatiënten organisaties (NFK), ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten (Lectoraat Kunst- en Cultuur Educatie), Universiteit Twente (Narratieve Psychologie), Museum Jan Cunen, Amsterdam Museum.
In grote steden wordt steeds meer samengewerkt tussen bewoners, overheid, professionals en andere partijen, om gezamenlijk te werken aan de leefbaarheid van buurten in de stad. Het voornemen is dat bewoners veel meer dan voorheen eigenaar worden van hun sociale en fysieke omgeving. Op plekken waar dat geprobeerd wordt, zoals bij de huizen van de wijk die in dit onderzoek centraal staan, blijkt dat makkelijker gezegd dan gedaan. Bij huizen van de wijk spelen zich zoekende, improviserende, niet lineaire, horizontale processen van ‘samensturing’ af om tot afspraken, besluiten en acties te komen. Die verhouden zich niet goed tot de verticale en rationele manier van optreden die overheid en organisaties vaak nog kenmerkt. De bijdrage van een huis van de wijk aan leefbaarheid van de wijk is, als basisvoorziening in het sociale domein, daardoor suboptimaal. Over factoren die bij deze vormen van samenwerking en gezamenlijke besluitvorming van belang zijn – ‘collaborative governance’ – is inmiddels uitgebreid geschreven. Veel minder is bekend hoe die processen in de dagelijkse praktijk verlopen en hoe ze daar verbeterd zouden kunnen worden zodat de betrokken er tevreden over zijn. Een belangrijk punt daarbij is dat er tussen de partijen vaak machtsongelijkheid ervaren wordt en zij door hun aard en posities verschillende logica’s hanteren, die niet altijd makkelijk bij elkaar aansluiten. Dit onderzoek in drie steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gaat over hoe die samenwerking nu feitelijk verloopt en hoe we – als dat nodig is – met creatieve leerinterventies kunnen komen tot vormen van communicatie en samenwerking die aan alle betrokkenen recht doen. Wij kiezen daarin voor speelse art-based interventies (Huss & Bos, 2018). Die bieden bijvoorbeeld de mogelijkheid om op een plezierige manier met ervaren machtsrelaties te experimenteren en geven ruimte aan vormen van niet lineaire processen van ‘samensturing’.
SmartCulTour will propose and validate innovative interventions directed at sustainable cultural tourism that supports the development of European regions rich of tangible and intangible cultural assets.The project will focus on:. Concepts: By developing new definitions of (sustainable) cultural tourism, cultural tourism destinations, sustainable development, and resilience;• Measurement: By identifying and testing a framework of sustainability and resilience indicators and a Decision Support System for measuring and monitoring cultural tourism and its impacts;• Procedure: By testing and presenting innovative and creative tools for stakeholder engagement, particularly art-based methods, a serious game and service design;• Outcome: By recognizing state-of-the-art and innovative cultural tourism interventions through existing case studies and by trialling specific interventions within six community-led Living Labs.Partners:KU Leuven (Belgium), University of Split (Croatia), MODUL University Vienna (Austria), University of Lapland (Finland), Ca’Foscari Università di Venezia (Italy), UNESCO (France), CIHEAM-IAMZ (Spain), Toerisme Vlaanderen (Belgium), Quantitas (Italy)