Service of SURF
© 2025 SURF
The Nutri-Score front-of-pack label, which classifies the nutritional quality of products in one of 5 classes (A to E), is one of the main candidates for standardized front-of-pack labeling in the EU. The algorithm underpinning the Nutri-Score label is derived from the Food Standard Agency (FSA) nutrient profile model, originally a binary model developed to regulate the marketing of foods to children in the UK. This review describes the development and validation process of the Nutri-Score algorithm. While the Nutri-Score label is one of the most studied front-of-pack labels in the EU, its validity and applicability in the European context is still undetermined. For several European countries, content validity (i.e., ability to rank foods according to healthfulness) has been evaluated. Studies showed Nutri-Score's ability to classify foods across the board of the total food supply, but did not show the actual healthfulness of products within different classes. Convergent validity (i.e., ability to categorize products in a similar way as other systems such as dietary guidelines) was assessed with the French dietary guidelines; further adaptations of the Nutri-Score algorithm seem needed to ensure alignment with food-based dietary guidelines across the EU. Predictive validity (i.e., ability to predict disease risk when applied to population dietary data) could be re-assessed after adaptations are made to the algorithm. Currently, seven countries have implemented or aim to implement Nutri-Score. These countries appointed an international scientific committee to evaluate Nutri-Score, its underlying algorithm and its applicability in a European context. With this review, we hope to contribute to the scientific and political discussions with respect to nutrition labeling in the EU.
MULTIFILE
Due to a lack of transparency in both algorithm and validation methodology, it is diffcult for researchers and clinicians to select the appropriate tracker for their application. The aim of this work is to transparently present an adjustable physical activity classification algorithm that discriminates between dynamic, standing, and sedentary behavior. By means of easily adjustable parameters, the algorithm performance can be optimized for applications using different target populations and locations for tracker wear. Concerning an elderly target population with a tracker worn on the upper leg, the algorithm is optimized and validated under simulated free-living conditions. The fixed activity protocol (FAP) is performed by 20 participants; the simulated free-living protocol (SFP) involves another 20. Data segmentation window size and amount of physical activity threshold are optimized. The sensor orientation threshold does not vary. The validation of the algorithm is performed on 10 participants who perform the FAP and on 10 participants who perform the SFP. Percentage error (PE) and absolute percentage error (APE) are used to assess the algorithm performance. Standing and sedentary behavior are classified within acceptable limits (+/- 10% error) both under fixed and simulated free-living conditions. Dynamic behavior is within acceptable limits under fixed conditions but has some limitations under simulated free-living conditions. We propose that this approach should be adopted by developers of activity trackers to facilitate the activity tracker selection process for researchers and clinicians. Furthermore, we are convinced that the adjustable algorithm potentially could contribute to the fast realization of new applications.
Frontiers are usually zones of trafficking, and the moving boundaries of knowledge are no exception. There you may encounter the weird and adorable creatures known as paradoxes. One of my favorites is the sorites paradox, or ‘paradox of the heap’.
MULTIFILE
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Horse riding falls under the “Sport for Life” disciplines, where a long-term equestrian development can provide a clear pathway of developmental stages to help individuals, inclusive of those with a disability, to pursue their goals in sport and physical activity, providing long-term health benefits. However, the biomechanical interaction between horse and (disabled) rider is not wholly understood, leaving challenges and opportunities for the horse riding sport. Therefore, the purpose of this KIEM project is to start an interdisciplinary collaboration between parties interested in integrating existing knowledge on horse and (disabled) rider interaction with any novel insights to be gained from analysing recently collected sensor data using the EquiMoves™ system. EquiMoves is based on the state-of-the-art inertial- and orientational-sensor system ProMove-mini from Inertia Technology B.V., a partner in this proposal. On the basis of analysing previously collected data, machine learning algorithms will be selected for implementation in existing or modified EquiMoves sensor hardware and software solutions. Target applications and follow-ups include: - Improving horse and (disabled) rider interaction for riders of all skill levels; - Objective evidence-based classification system for competitive grading of disabled riders in Para Dressage events; - Identifying biomechanical irregularities for detecting and/or preventing injuries of horses. Topic-wise, the project is connected to “Smart Technologies and Materials”, “High Tech Systems & Materials” and “Digital key technologies”. The core consortium of Saxion University of Applied Sciences, Rosmark Consultancy and Inertia Technology will receive feedback to project progress and outcomes from a panel of international experts (Utrecht University, Sport Horse Health Plan, University of Central Lancashire, Swedish University of Agricultural Sciences), combining a strong mix of expertise on horse and rider biomechanics, veterinary medicine, sensor hardware, data analysis and AI/machine learning algorithm development and implementation, all together presenting a solid collaborative base for derived RAAK-mkb, -publiek and/or -PRO follow-up projects.
De maatschappelijke discussies over de invloed van AI op ons leven tieren welig. De terugkerende vraag is of AI-toepassingen – en dan vooral recommendersystemen – een dreiging of een redding zijn. De impact van het kiezen van een film voor vanavond, met behulp van Netflix' recommendersysteem, is nog beperkt. De impact van datingsites, navigatiesystemen en sociale media – allemaal systemen die met algoritmes informatie filteren of keuzes aanraden – is al groter. De impact van recommendersystemen in bijvoorbeeld de zorg, bij werving en selectie, fraudedetectie, en beoordelingen van hypotheekaanvragen is enorm, zowel op individueel als op maatschappelijk niveau. Het is daarom urgent dat juist recommendersystemen volgens de waarden van Responsible AI ontworpen worden: veilig, eerlijk, betrouwbaar, inclusief, transparant en controleerbaar.Om op een goede manier Responsible AI te ontwerpen moeten technische, contextuele én interactievraagstukken worden opgelost. Op het technische en maatschappelijke niveau is al veel vooruitgang geboekt, respectievelijk door onderzoek naar algoritmen die waarden als inclusiviteit in hun berekening meenemen, en door de ontwikkeling van wettelijke kaders. Over implementatie op interactieniveau bestaat daarentegen nog weinig concrete kennis. Bekend is dat gebruikers die interactiemogelijkheden hebben om een algoritme bij te sturen of aan te vullen, meer transparantie en betrouwbaarheid ervaren. Echter, slecht ontworpen interactiemogelijkheden, of een mismatch tussen interactie en context kosten juist tijd, veroorzaken mentale overbelasting, frustratie, en een gevoel van incompetentie. Ze verhullen eerder dan dat ze tot transparantie leiden.Het ontbreekt ontwerpers van interfaces (UX/UI designers) aan systematische concrete kennis over deze interactiemogelijkheden, hun toepasbaarheid, en de ethische grenzen. Dat beperkt hun mogelijkheid om op interactieniveau aan Responsible AI bij te dragen. Ze willen daarom graag een pattern library van interactiemogelijkheden, geannoteerd met onderzoek over de werking en inzetbaarheid. Dit bestaat nu niet en met dit project willen we een substantiële bijdrage leveren aan de ontwikkeling ervan.