Service of SURF
© 2025 SURF
Green data centres are the talk of the day. But who in fact is involved in developing green data centres? What is their contribution? And what does this contribution constitute in practical terms? This article states which stakeholders are involved in green data centres in the Netherlands, what their involvement is and what effect their involvement has. The article starts by giving the definitions for sustainability and by determining the stakeholders and their possibilities in this field. Next, we examine the actual impact of each stakeholder for arriving at greener data centres. This leads to a number of conclusions for achieving a larger degree of sustainability.
Nederland streeft naar een verduurzaming van het energiesysteem. In 2020 moet 14% van onze energie duurzaam opgewekt zijn, waarbij de zon, naast wind, als belangrijkste duurzame energiebron gezien wordt. Systemen voor geconcentreerde zonne-energie kunnen worden ingezet voor het opwekken van elektrische en/of thermische energie. Grootschalige systemen (multi-MW) met spiegels worden reeds toegepast in zonnevelden. Het HAN Lectoraat Duurzame Energie werkt al enige jaren aan innovatieve systemen met lenzen waarbij naast het concentreren van direct licht het overblijvende diffuse licht beschikbaar is voor verlichting van de onderliggende ruimte. We willen de in eerdere projecten opgedane kennis en ervaring nu inzetten in een nieuw project, waarin we streven van prototype naar toepassing te komen. De bedrijven zijn benaderd over de nog openstaande vragen. Hieruit is een nieuwe onderzoeksvraag gevormd: Hoe kan voor systemen van geconcentreerde zonne-energie voor toepassingen in glastuinbouw en gebouwde omgevingen voor de productie van zowel elektriciteit als warmte, de energie-opbrengst verhoogd worden door een optimaler gebruik van de lichtinval en met een compacter en duurzamer systeem? In dit project, CONSOLE (acroniem voor CONcentrated SOLar Energy), gaan we werken aan het optimaliseren van de bestaande systemen en het ontwerpen van verbeterde (hybride) systemen voor het opwekken van warmte en elektriciteit in kassen en gebouwde omgeving. We gebruiken hiervoor zowel modellering als meten en testen en komen vanuit een inventarisatie tot een pakket van eisen wat uiteindelijk tot verbeterde prototypes leidt die geschikt zijn voor commerciële toepassing. We doen dit vanuit een nauwe samenwerking met 12 MKB’s, een branche-organisatie en een Centre of Expertise. Daarnaast is er een directe koppeling met het onderwijs, door de betrokkenheid van docent-onderzoekers en studenten in semesterprojecten, stages en afstudeerprojecten.
Door klimaatverandering is het vaker en langer heet in de stad. Hinder door oververhitting in woningen neemt toe. In woonwijken worden steeds meer airconditionings zichtbaar om woningen ook in de zomer comfortabel te houden, met een toenemend energiegebruik als gevolg. Verschillende factoren zijn van invloed op de hoogte van de temperatuur in de woning, zoals het gebied, het gebouw en het gedrag van de bewoner. Professionals van woningcorporaties staan voor ontwerpkeuzes bij renovatie van woningen en willen zekerheid over het effect van die keuzes op de binnentemperatuur. De kennis over de daadwerkelijke binnentemperatuur in bestaande woningen, de beleving van de bewoner en het effect van mogelijke maatregelen is beperkt. Ook is de invloed van de directe omgeving van woningen onbekend. Gemeenten en provincies werken samen aan Regionale energiestrategieën (RES) en warmtevisies. De koelbehoefte wordt hierin momenteel niet meegenomen. Het project Hitte in de woning heeft als doel antwoord te geven op de vraag wat de (toekomstige) koelbehoefte van Nederlandse woningen is en welke maatregelen woningcorporaties, gemeentes en provincies effectief in kunnen zetten om op energiezuinige manier aan deze behoefte te voldoen. Door praktijkmetingen wordt de koelbehoefte en het effect van verschillende maatregelen bepaald. Hiermee wordt in kaart gebracht in welke praktijksituaties daadwerkelijk hinder ontstaat en welke maatregelen zinvol zijn. Ook worden met deze metingen rekenmethodieken aan de praktijk getoetst. Woningcorporaties krijgen handvatten voor zowel ontwerpkeuzes bij renovatie als voor de communicatie naar bewoners over effectief (ventilatie)gedrag. Voor gemeenten en provincies worden de meetresultaten vertaald naar scenario's op het niveau van een stad. Wat is het effect van klimaatverandering op de koelbehoefte (en energievraag) van een stad en wat zijn mogelijke maatregelen waar professionals van gemeenten op kunnen sturen?