Service of SURF
© 2025 SURF
Adaptive governance describes the purposeful collective actions to resist, adapt, or transform when faced with shocks. As governments are reluctant to intervene in informal settlements, community based organisations (CBOs) self-organize and take he lead. This study explores under what conditions CBOs in Mathare informal settlement, Nairobi initiate and sustain resilience activities during Covid-19. Study findings show that CBOs engage in multiple resilience activities, varying from maladaptive and unsustainable to adaptive, and transformative. Two conditions enable CBOs to initiate resilience activities: bonding within the community and coordination with other actors. To sustain these activities over 2.5 years of Covid-19, CBOs also require leadership, resources, organisational capacity, and network capacity. The same conditions appear to enable CBOs to engage in transformative activities. How-ever, CBOs cannot transform urban systems on their own. An additional condition, not met in Mathare, is that governments, NGOs, and donor agencies facilitate, support, and build community capacities. This is the peer reviewed version of the following article: Adaptive governance by community-based organisations: Community resilience initiatives during Covid‐19 in Mathare, Nairobi. which has been published in final form at doi/10.1002/sd.2682. This article may be used for non-commercial purposes in accordance with Wiley Terms and Conditions for Use of Self-Archived Versions
Abstract Background: The generalist-plus-specialist palliative care model is endorsed worldwide. In the Netherlands, the competencies and profile of the generalist provider of palliative care has been described on all professional levels in nursing and medicine. However, there is no clear description of what specialized expertise in palliative care entails, whereas this is important in order for generalists to know who they can consult in complex palliative care situations and for timely referral of patients to palliative care specialists. Objective: To gain insight in the roles and competencies attributed to palliative care specialists as opposed to generalists. Methods: A scoping review was completed based on PRISMA-ScR guidelines to explore the international literature on the role and competence description of specialist and expert care professionals in palliative care. Databases Embase.com, Medline (Ovid), CINAHL (Ebsco) and Web of Science Core Collection were consulted. The thirty-nine included articles were independently screened, reviewed and charted. Thematic codes were attached based on two main outcomes roles and competencies. Results: Five roles were identified for the palliative care specialist: care provider, care consultant, educator, researcher and advocate. Leadership qualities are found to be pivotal for every role. The roles were further specified with competencies that emerged from the analysis. The title, roles and competencies attributed to the palliative care specialist can mostly be applied to both medical and nursing professionals. Discussion: The roles and competencies derived from this scoping review correspond well with the seven fields of competence for medical/nursing professionals in health care of the CanMEDS guide. A specialist is not only distinguished from a generalist on patient-related care activities but also on an encompassing level. Clarity on what it entails to be a specialist is important for improving education and training for specialists. Conclusion: This scoping review adds to our understanding of what roles and competencies define the palliative care specialist. This is important to strengthen the position of the specialist and their added value to generalists in a generalist-plus-specialist model
In het Adaptieve Expertise World café geven we deelnemers inzicht in de manieren waarop studenten in het hoger onderwijs middels werkplekleren adaptieve expertise ontwikkelen. Adaptieve expertise (AE) is het vermogen van professionals om om te kunnen gaan met veranderingen en vernieuwingen. Het is een uitdaging voor het hoger onderwijsinstellingen en de beroepspraktijk het onderwijs te (her-)ontwerpen met het oog op AE. In een groot project over adaptieve expertise hebben we een initiële programma theorie ontwikkeld dat gaat over: (1) de relatie tussen studentkenmerken en AE, (2) de invloed van de authenticiteit en complexiteit van taken en AE, (3) interactie met anderen en AE en (4) het leerwerkklimaat en AE. Onze volgende stap is het aanscherpen van de initiële programma theorie middels informatie uit case studies. In het Wold café stellen we een selectie van vier cases centraal en gaan we in twee rondes de cases middels een dialoog uitdiepen. Vervolgens scherpen we in een gezamenlijk gesprek onder leiding van een referent de initiële programma theorie aan. Dit vormt input voor verdere synthese en geeft deelnemers inspiratie over de ontwikkeling van AE tijdens werkplekleren en de verschillende factoren die daarin een rol spelen.
Het doel van dit interdisciplinaire SIA KIEM project Fluïde Eigenschap in de Creatieve Industrie is te onderzoeken of en hoe gedeelde vormen van eigenaarschap in de creatieve industrie kunnen bijdragen aan het creëren van een democratischer en duurzamer economie, waarin ook het MKB kan participeren in digitale innovatie. Het project geeft een overzicht van beschikbare vormen van (gedeeld) eigenaarschap, hun werking en hoe deze creatieve professionals kunnen ondersteunen bij de transitie naar de platformeconomie. Dit wordt toegepast op een concrete case, dat van een digitale breimachine. Naast het leveren van een goede praktijk, moet het project leiden tot een groter internationaal onderzoeksvoorstel over Fluid Ownership in the Creative Industry, dat dieper ingaat op de beschikbare eigendomsoplossingen en hoe deze waarde zullen creëren voor de creatieve professional.