Service of SURF
© 2025 SURF
In 2012 werd, na een reeks aardbevingen in Groningen, door het kabinet, de provincie Groningen, negen gemeenten en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (hierna verder: NAM) een kaderstellend pakket met maatregelen afgekondigd. Enerzijds diende met dit pakket de schade te worden vergoed die als gevolg van de gaswinning door de NAM is ontstaan. Anderzijds moet het vertrouwen van de inwoners worden herwonnen. Onderdeel van het pakket is de oprichting van de Stichting Economic Board Groningen (hierna verder: EBG) in 2015. Met de oprichting en de financiering van de EBG is een bedrag gemoeid van € 97,5 miljoen, waarvan € 65 miljoen afkomstig is van de NAM en € 32,5 miljoen van de provincie Groningen. De EBG wordt in het bestuurlijk akkoord een belangrijke taak toegedicht in de verbetering van het economisch perspectief voor Noord-Groningen na de schade die in het gebied is ontstaan als gevolg van de gasboringen van de NAM. Uit gesprekken kan worden afgeleid dat de provincie Groningen de financiering van de EBG ziet als subsidieverlening, zodat een toets aan de regels van bijvoorbeeld het aanbestedingsrecht achterwege is gebleven. De vraag is of die handelswijze correct is geweest. In dit artikel zal de totstandkoming en de financiering van de EBG worden onderzocht in het licht van de materiële kaders van het aanbestedingsrecht. Een juiste juridische kwalificatie van de financiering is van belang vanwege het doel om het vertrouwen van de inwoners van het aardbevingsgebied Groningen terug te winnen. Bovendien rechtvaardigt de hoogte van het bedrag dat met de oprichting en de financiering van de EBG is gemoeid een nader onderzoek naar de vraag hoe deze oprichting en de financiering zich verhouden tot het aanbestedingsrecht. Daarbij komt de vraag aan de orde waar zich op dat vlak knelpunten of juist kansen hadden kunnen voordoen. De stelling wordt verdedigd dat de aard en het karakter van de financiering van de EBG valt onder de reikwijdte van de term overheidsopdracht zoals deze in het aanbestedingsrecht is gedefinieerd. Dit betekent dat bij de oprichting van de EBG de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht voorop hadden moeten staan, waaronder begrepen het transparantiebeginsel. In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre bij de oprichting en de financiering van de Stichting Economic Board Groningen het materiële rechtskader van het aanbestedingsrecht van toepassing was en in hoeverre sprake is van een aanbestedingsplichtige overheidsopdracht. Allereerst wordt de context van de EBG beschreven. Daarna volgt een kritische analyse van relevante aspecten van het aanbestedingsrecht in relatie tot de wijze waarop de EBG is gefinancierd en de juridische kwalificatie van deze financiering, zijnde subsidieverlening of het verstrekken van een opdracht. Daarbij worden ook recente veranderingen in het aanbestedingsrecht betrokken.
Ever since the recognition of the causality between earthquakes in the Region Groningen (The Netherlands), gas production and the ensuing damage to houses and buildings in that area, government faces big challenges in policy-making. On the one hand liability for damages must result in fast and effective repair of houses and buildings and in safety safeguards for the infrastructure. On the other hand public trust in governmental institutions in the Earthquake area Groningen has to be restored.As a result of the advice of the Commission ‘Sustainable Future North East Groningen’ a comprehensive package of measures called ‘Trust in restoration, Restoration of trust’ (‘Vertrouwen op herstel, Herstel van vertrouwen’) was announced in which public-private partnerships were introduced for the purpose and in favor of the economic perspective of the region, including the establishment of local initiatives on sustainable energy, damage repair and guaranteeing a confidential approach by the government.Multiple actors are involved in the execution of this package of measures, since the competence of decision-making lies at State, regional and local level. Together with the emergence of public-private partnerships this all results in a very complex case of multi-level governance and policy-making.The central research question this article addresses is whether public-private partnerships contribute in a legal and effective manner to policy-making following the package of measures ‘Trust in restoration, Restoration of trust’ in the Energy Port Region Groningen.
De bacheloropleiding HBO-Rechten is in 2002 gestart, omdat in de rechtspraktijk een behoefte aan praktijkgerichte juridische professionals op hbo-niveau werd gesignaleerd. Inmiddels heeft de opleiding ruim 10.000 alumni. Het lectoraat Legal Management van de Hogeschool van Amsterdam heeft op verzoek van het landelijk opleidingsoverleg HBO-Rechten de arbeidsmarkt voor alumni in kaart gebracht. Uit het onderzoek blijkt dat een groot deel van de werkgevers inmiddels bekend is met hbo-juristen en dat alumni in een behoefte blijken te voorzien. De arbeidsmarkt is door de economische crisis en de hoge uitstroom van alumni de afgelopen jaren wel matig geweest.