De onderzoeken brengen een drietal terreinen in beeld: 1. Meer duidelijkheid over taakafbakening van deze teams en een duidelijker mandaat als het gaat om zelfstandig handelen. Diverse onderzoeken schetsen het beeld dat de precieze inzet en institutionele inbedding van wijkteams onduidelijk is. Er is sprake van veel onuitgewerkte aannames die betrekking hebben op nieuwe werkwijzen terwijl de uitvoeringspraktijk en de gevolgen voor burgers een blinde vlek blijven. 2. Zorg voor een leercultuur binnen de teams: tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Lang niet in alle gevallen gaat deze herordening van het professionele veld gepaard met voldoende tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Een belangrijk knelpunt is gelegen in de vraag of en hoe lokale buurtkracht door de teams wordt vormgegeven. Hoe wordt de beweging van individuele vraag naar een meer collectieve aanpak in de wijk ingezet? Het bevorderen van een ‘leercultuur’ en het ontwikkelen van nieuwe kennis komt lastig van de grond. Op welke wijze wordt lokaal nagedacht over vormen van deskundigheidsbevordering en inhoudelijke coaching van deze teams? 3. Neem de aansturing van deze teams serieus. Welke rol is er weggelegd voor teamleiders? Of wordt er van uitgegaan dat de nieuw gevormde teams deskundig genoeg zijn om deze ontwikkelopdracht zelfstandig op te pakken? De diverse knelpunten en de complexe lokale context roepen de vraag op welke rol teamleiders hebben of kunnen hebben ten aanzien van de aansturing van deze teams en de innovatieagenda die ermee verbonden is. Opvallend is dat naar dit sturingsvraagstuk in de hier aangehaalde onderzoeken weinig aandacht uit gaat. Goede coaching van deze teams blijkt evenwel zeer noodzakelijk gelet op de ontwikkeling van nieuwe integrale werkwijzen en het bevorderen van interprofessioneel handelen.
De onderzoeken brengen een drietal terreinen in beeld: 1. Meer duidelijkheid over taakafbakening van deze teams en een duidelijker mandaat als het gaat om zelfstandig handelen. Diverse onderzoeken schetsen het beeld dat de precieze inzet en institutionele inbedding van wijkteams onduidelijk is. Er is sprake van veel onuitgewerkte aannames die betrekking hebben op nieuwe werkwijzen terwijl de uitvoeringspraktijk en de gevolgen voor burgers een blinde vlek blijven. 2. Zorg voor een leercultuur binnen de teams: tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Lang niet in alle gevallen gaat deze herordening van het professionele veld gepaard met voldoende tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Een belangrijk knelpunt is gelegen in de vraag of en hoe lokale buurtkracht door de teams wordt vormgegeven. Hoe wordt de beweging van individuele vraag naar een meer collectieve aanpak in de wijk ingezet? Het bevorderen van een ‘leercultuur’ en het ontwikkelen van nieuwe kennis komt lastig van de grond. Op welke wijze wordt lokaal nagedacht over vormen van deskundigheidsbevordering en inhoudelijke coaching van deze teams? 3. Neem de aansturing van deze teams serieus. Welke rol is er weggelegd voor teamleiders? Of wordt er van uitgegaan dat de nieuw gevormde teams deskundig genoeg zijn om deze ontwikkelopdracht zelfstandig op te pakken? De diverse knelpunten en de complexe lokale context roepen de vraag op welke rol teamleiders hebben of kunnen hebben ten aanzien van de aansturing van deze teams en de innovatieagenda die ermee verbonden is. Opvallend is dat naar dit sturingsvraagstuk in de hier aangehaalde onderzoeken weinig aandacht uit gaat. Goede coaching van deze teams blijkt evenwel zeer noodzakelijk gelet op de ontwikkeling van nieuwe integrale werkwijzen en het bevorderen van interprofessioneel handelen.
De kernwaarden van het openbaar onderwijs worden door velen gezien als onvoldoende om richting te geven aan waardevol openbaar onderwijs. In opdracht van Zaan Primair, de stichting voor openbaar onderwijs in de Zaanstreek, is onderzocht of op basis van democratie als complex waardenbegrip de identiteit van de openbare school vorm kan worden gegeven. De openbare school is de school van de samenleving en die samenleving is gefundeerd op democratische waarden als vrijheid, gelijkheid, dialoog, diversiteit en participatie. Dit onderzoek laat zien dat ook scholen vanuit deze waarden hun identiteit kunnen ontwikkelen en zo een democratische gemeenschap kunnen vormen. In het onderzoek is een conceptueel kader hiervoor ontwikkeld. Tevens is op basis van het model van waarderend onderzoek een implementatietraject ontwikkeld, waarmee scholen dit in de praktijk kunnen toepassen. Het conceptueel kader is door de landelijke besturenorganisatie van het openbaar overgenomen als voorstel om daarmee ook landelijk de kernwaarden van het openbaar onderwijs te funderen op de waarden van de democratische samenleving.
Maatschappelijke ontwikkelingen als een stijgende zorgvraag, burgers die zo lang mogelijk gezond en onafhankelijk willen blijven en een positieve benadering van gezondheid stimuleren een denkomslag in de gezondheidszorg. De focus op ziekte en zorg verschuift naar een focus op preventie, gezondheid en gedrag en vervolgens naar mens en maatschappij. Gemeenschappen zijn daarin belangrijk; een gezonde wijk draagt bij aan de kansen die mensen hebben om zichzelf te ontwikkelen, te participeren in de maatschappij, en mede daardoor een versterking van hun gezondheid en welzijn. Wijkverpleegkundigen kunnen als gezondheidsbevorderaar gemeenschappen hierin ondersteunen. Volgens het beroeps- en expertiseprofiel is dit zelfs één van de belangrijkste rollen van wijkverpleegkundigen. De praktische invulling van deze rol, op zowel vakinhoudelijk als procesmatig gebied, is echter tot nu toe niet (h)erkend en in beeld gebracht. Als opleiding kunnen we daardoor onze studenten, verpleegkundigen van de toekomst, niet voldoende toerusten voor deze taak. Verpleegkundigen van onze praktijkpartners ervaren een handelingsverlegenheid ten aanzien van hun rol in wijkgerichte gezondheidsbevordering. Als CHE willen we door middel van praktijkonderzoek op deze rol reflecteren, en met en door hbo-verpleegkundigen handelingsmogelijkheden onderzoeken, waarbij de nieuwe inzichten direct terug te koppelen zijn in het onderwijs en bijdragen aan het verbeteren van de professionele praktijk van onze werkveldpartners. Het hier voorgestelde onderzoek zal zich richten op de vraag hoe wijkverpleegkundigen de nieuwe rol van wijkgerichte gezondheidsbevorderaar beschouwen, en wat zij nodig hebben om hun rol van gezondheidsbevorderaar in wijken vorm te geven. Door middel van participatief actieonderzoek zullen goede voorbeelden van wijkgericht handelen worden geïnventariseerd en beschreven. Daarnaast worden de ervaren barrières, faciliterende factoren en handelingsmogelijkheden in kaart gebracht. De opbrengsten van het onderzoek zullen worden ingezet in het onderwijs aan verpleegkundestudenten en verpleegkundigen in de betrokken praktijken. Daarnaast zullen de opbrengsten worden gedeeld in (inter)nationale publicaties, waaronder een handleiding Wijkgericht werken door verpleegkundigen.
Sinds de Coronacrisis is nog sterker dan voorheen duidelijk hoezeer ouderen in zorginstellingen behoefte hebben aan persoonsgerichte zorg. Daarnaast is zorg aan ouderen met dementie per definitie complex. Wanneer psychosociale behoeften niet worden gezien, kunnen er verveling, eenzaamheid en gedragsproblemen ontstaan. Persoonsgerichte zorg vraagt van verpleegkundigen en verzorgenden een ‘antenne’ voor het opmerken van en adequaat reageren op emoties en de gemoedstoestand van zorgvragers. Ervaren zorgverleners hebben zich opmerkzaamheid en persoonsgericht reageren eigen gemaakt waarmee ze goede kwaliteit van zorg kunnen verlenen, maar bestempelen dit als vanzelfsprekend intuïtief handelen. Deze ervaringsdeskundigheid wordt nog weinig gebruikt en amper gedeeld om zorg te verbeteren. Dit project is ontstaan vanuit de wens voorbeelden van goed handelen die zorgverleners zelf onbewust toepassen als succesverhalen te gebruiken. Want hoewel er voldoende persoonsgerichte benaderingswijzen bekend zijn, blijkt daar naar handelen vaak van individuele zorgverleners afhankelijk. De vraag: hoe kan de (onbewuste) ervaringsdeskundigheid van zorgverleners gebruikt worden om opmerkzaamheid en persoonsgericht reageren in het dagelijks handelen te integreren, staat dan ook centraal. De voorgestelde innovatie zal zorgverleners handvatten bieden door de succesverhalen te gebruiken om opmerkzaamheid en persoonsgericht reageren in het eigen handelen en dat van collega’s te herkennen om vervolgens in andere situaties toe te kunnen passen. Dataverzameling van voorbeelden via waarderend en ontwerpgericht onderzoek zijn input voor de ontwikkeling van een duurzaam hulpmiddel voor het overdragen van deze ervaringsdeskundigheid tijdens leer- en scholingsmomenten in de dagelijkse praktijk, zoals een visueel oefenmodel, serious game, film- of theaterspel. Het project is geïnitieerd door VVT-organisatie KwadrantGroep en het Lectoraat Leiderschap & Identiteit NHL Stenden Hogeschool, waarop samenwerking is gezocht met het Talmalectoraat Wonen, Zorg en Welzijn NHL Stenden Hogeschool; verpleegkunde en verzorgende-IG opleidingen (mbo en hbo) en MKB-bedrijf Studio Maki en aanvullende expertise is gezocht bij het Wenkebach instituut UMCG, RUG en Saxion Hogeschool.
MKB-familiebedrijven hebben regelmatig te maken met rolveranderingen (bijvoorbeeld door bedrijfsopvolging) die gepaard gaan met spanningen. Hoe families omgaan met spanningen bepaalt of familierelaties worden versterkt of beschadigd. Beschadigde relaties kunnen grote nadelige gevolgen hebben voor het bedrijf omdat de continuïteit in gevaar wordt gebracht. Maar als spanningen goed worden benut dan kunnen ze juist leiden tot groeikansen en innovatie. MKB-familiebedrijven geven aan dat ze het moeilijk vinden om met spanningen om te gaan. Hieruit volgt de praktijkvraag: Hoe kunnen we beter omgaan met spanningen binnen ons familiebedrijf en voorkomen dat we ruzie krijgen? Het doel van het project is om de continuïteit van MKB-familiebedrijven te waarborgen door ondernemers en hun adviseurs vaardiger te maken in het (h)erkennen en omgaan met spanningen door middel van de principes van waarderend communiceren. Het project wordt uitgevoerd door het Lectoraat Familiebedrijven van Windesheim en het Lectoraat Human Communication Development van de HAN. Samen met diverse mediators en familiebedrijf therapeuten en 10 ondernemende families onderzoeken we, middels ontwerpgericht onderzoek, welke tools, onder welke omstandigheden, succesvol kunnen worden ingezet. Het NGFB levert expertise en is aangesloten voor de valorisatie. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen familieleden hun onderlinge relaties verbeteren bij spanningen die ontstaan door rolveranderingen ten behoeve van de continuïteit van het familiebedrijf? Wij beogen de volgende resultaten te realiseren: • Vergroten van het handelingsrepertoire van ondernemende families bij het omgaan met spanningen door rolveranderingen via kennisontwikkeling en de vertaling hiervan naar gevalideerde gesprekskaarten, kennisclips, een rollenspel, casuïstiek, een masterclass en een werkboek; • Breed agenderen van de thematiek door ontwikkelde kennis en tools onder te brengen: In de praktijk, o.a. middels het NGFB door het ontwikkelen van een masterclass; In het onderwijs, o.a. door de ontwikkeling van een mini-minor (15 ECTS) op dit thema; In de wetenschap met vakbladartikelen en een wetenschappelijk paper.