Dysarthritic Parkinson speech is characterised by impairment of expressive linguistic prosody, even making it difficult to understand. While rigidity and bradykinesia can be held responsible for a general decline in speaking ability, the origin of prosodic impairment must be seen in the light of the accompanying impairments of receptive prosody such as the inability to recognize intonational meaning and make lexical distinctions based on stress contrasts . The stimulating effect of music on motor coordination in afflicted patients suggests that music might have a similar effect on vocal behavior. It could be hypothesized that the singing of Parkinson patients might remain relatively unaffected by the disease. In this study, vocal improvisation was used to compare the singing of Parkinson patients with that of healthy controls, matched for age and gender. When F0 , range, mean absolute slope, and tempo were contrasted, Parkinson patients did not differ significantly from controls.
Dysarthritic Parkinson speech is characterised by impairment of expressive linguistic prosody, even making it difficult to understand. While rigidity and bradykinesia can be held responsible for a general decline in speaking ability, the origin of prosodic impairment must be seen in the light of the accompanying impairments of receptive prosody such as the inability to recognize intonational meaning and make lexical distinctions based on stress contrasts . The stimulating effect of music on motor coordination in afflicted patients suggests that music might have a similar effect on vocal behavior. It could be hypothesized that the singing of Parkinson patients might remain relatively unaffected by the disease. In this study, vocal improvisation was used to compare the singing of Parkinson patients with that of healthy controls, matched for age and gender. When F0 , range, mean absolute slope, and tempo were contrasted, Parkinson patients did not differ significantly from controls.
OBJECTIVES: The main aim of this study was to assess the prevalence of Vocal Tract Discomfort (VTD) in the Flemish population without self-perceived voice disorders using the VTD scale and to examine the relationship between vocal load and VTD symptoms. In addition, consistency between the VTD scale and the Voice Handicap Index (VHI) and the Corporal Pain scale was evaluated. METHODS: A total of 333 participants completed the VTD scale, the VHI, and the Corporal Pain scale. Patient information about study and voice-related hobbies (for students), state of (non)professional voice user (for employees), smoking, shouting, allergy, and voice therapy was taken into account. RESULTS: A median number of three VTD symptoms was reported, and 88% of the participants showed at least one symptom of VTD. Dryness (70%), tickling (62%), and lump in the throat (54%) were the most frequently occurring symptoms. The frequency and severity of VTD were significantly higher in participants who followed voice-related studies, played a team sport, were part of a youth movement, shouted frequently, and received voice therapy in the past (P < 0.05). Finally, low correlations were obtained between frequency and severity of the VTD scale and total VHI score (r = 0.226-0.411) or frequency and intensity of the Corporal Pain scale (r = 0.016-0.408). CONCLUSIONS: The prevalence of VTD is relatively high in the Flemish population without self-perceived voice disorders, although the frequency and severity of the symptoms are rather low. Vocal load seems to influence the frequency and severity of VTD. Finally, the VTD scale seems to reveal clinically important information that cannot be gathered from any other protocol.
Het is erg moeilijk om het welzijn van herpeten vast te stellen zonder invasieve handelingen, zoals corticosteron metingen in het bloed, te verrichten. Dit onderzoek richt zich op het gebruik van non-invasieve (observatie en ontlasting) methoden als valide indicaties van het welzijn van herpeten. Zo kunnen stesshormonen gemeten worden in ontlasting van herpeten (Scheun, Greeff, & Ganswindt, 2018) waardoor bloedonderzoek niet nodig is. Onderzoek heeft uitgewezen dat bij in het wild levende herpeten (roodwangschildpadden, Cash et al. 1997) al binnen een half uur het corticosteron gehalte in het bloed significant hoger is na een hanteersessie. Het is nog niet bekend hoelang het duurt voordat deze corticosteron in de ontlasting te vinden is. De focus van dit onderzoek ligt op de baardagame (Pogona vitticeps) als meest gehouden herpeet in gevangenschap. Na validatie van de observeerbare stressindicatoren met metingen van stresshormonen in de ontlasting, zullen er dieren worden gehuisvest volgens verschillende richtlijnen; bijvoorbeeld van LICG, PvH, het Groot Handboek Terrariumkunde. Vervolgens wordt er gekeken of er een verschil is in de uitingen van stressindicatoren bij verschillende huisvestingsmethoden. Met de metingen van stresshormonen kan tegelijkertijd de vraag beantwoord worden hoelang corticosteron in de ontlasting zichtbaar blijft. De verwachte op te leveren producten zijn; observeerbare gedragsindicatoren voor het meten van welzijn bij de Baardagame, richtlijnen voor het bepalen van welzijn van de Baardagame door professionals zoals de RVO en bijgestelde huisvestingsrichtlijnen te gebruiken door de hobbyist. Dit (praktijk)onderzoek is een samenwerking tussen drie Aeres mbo-locaties Dierverzorging, het practoraat Dierenwelzijn en -gezondheid, het lectoraat ‘Smart Animal Behaviour & Welfare Management’ van Hogeschool Van Hall Larenstein, een dierenartspraktijk en twee belangenverenigingen. De onderzoeksvraag luidt; ‘Is er een correlatie tussen observeerbare stressindicatoren en de stresshormoon spiegel van de Baardagame’?
The primary objective of this research is to develop the new practical methodology of "Vocalising Resonance", as a development of existing methods. The approach intends to involve artists and citizens in a multi-sensory engagement with their surrounding environment, by collectively utilizing the 'physical', non-semantic voice as a tool for communication. This methodology's creation is rooted in the application of artistic research to well-formulated arguments within contemporary humanities studies. It also incorporates existing approaches for engaging with sound and voice in a multisensory and multidisciplinary manner. Musicologist, Nina Eidsheim argues that music research should not solely focus on the figure of sound, but should also delve into the materiality of sound as vibration (Eidsheim, Sensing Sound). Similarly, this research aims to explore the voice as an experience connected to the whole body and senses, rather than simply hearing. Several existing strategies offer starting points. The second objective of this research is to investigate how the proposed methodology of "Vocalising Resonance" may have a transformative impact on participants' consciousness, by increasing their exposure to diversity and facilitating their realisation that persons in the literal meaning of the word are “the speaking through - sonare + per- the masks that make up our social selves”(Scapp, A Question of Voice). Broadening the scope beyond traditional norms, the project paves the way for a more inclusive, sensorially rich understanding of performing arts, inviting a holistic approach that goes beyond typical categorisations, enhancing the immersive nature of performances. It prompts reflections on the significance of an audience to define a voice, the essence of a voice irrespective of language, and how the non-semantic use of voice serves as a powerful interdisciplinary communication tool within abstract performance contexts. This process seeks to offer a new perspective and transform our practices.
Precision Livestock Farming is het gebruik van data en technologie om gedrag en gezondheid van dieren te monitoren. Een interessante nieuwe technologie is geluidsanalyse. Dieren vocaliseren wanneer ze bepaald gedrag vertonen; de toonhoogte en sterkte van het geluid varieert met de gezondheid van de dieren. Zieke of gestreste dieren maken andere geluiden dan gezonde dieren. Veehouders luisteren in de stal naar het geluid van de dieren, en gebruiken geluid als een van de signalen om te bepalen of de dieren gezond, ziek of gestrest zijn. Een goed voorbeeld is het luisteren naar hoestgeluiden: er is al een commerciële hoestmonitor voor vleesvarkens op de markt (www.Soundtalks.com). In dit project gaan we verschillende geluiden in de varkensstal opnemen die indicatief zijn voor stress of ziekte (waarschuwingsgeluiden) of die juist aangeven dat de dieren gezond of tevreden zijn (positieve geluiden). Het resultaat van dit project is dat we specifieke varkensgeluiden kunnen detecteren, evenals geluidspatronen in kaart brengen. We zullen onderscheid maken tussen 'gezonde' en 'ongezonde' situaties en een monitoring systeem ontwikkelen voor vleesvarkens in de stal. Deze PLF toepassing ondersteunt de veehouder bij het verbeteren van gezondheid en welzijn voor de varkens. Aan het eind van het project hebben we relaties gevonden tussen geluid in de stal en gedrag en gezondheid van de varkens, en hebben we een begin gemaakt van een toepassing voor varkenshouders om met behulp van geluidsmonitoring, gezondheid en welzijn van de varkens te monitoren.
