Service of SURF
© 2025 SURF
Online-informatievaardigheden: we gebruiken ze de hele dag door. Bijvoorbeeld als we op internet naar nieuws, een vegetarisch recept of inspiratie voor een volgende reis zoeken. Hoewel het zoeken en vinden van informatie op het internet een alledaagse bezigheid is, blijkt toch dat het een lastige vaardigheid is, zeker in het onderwijs. Tegen welke problemen lopen studenten aan als zij naar informatie zoeken op het internet? Waar moet je als docent rekening mee houden? Kun je studenten hierin begeleiden? Antwoord op onder andere deze vragen vind je in deze publicatie van het Lectoraat Teaching Learning & Technology, zodat je in 7 minuten weer bent 'bijgepraat' over online informatievaardigheden in het onderwijs.
Kiemkracht de innovatie-alliantie van Productschap Akkerbouw en Innovatienetwerk van het Ministerie van Economische Zaken (Landbouw) heeft samen met ondernemers Jaap Korteweg en Niko Koffeman de Vegetarische Slager opgericht met behulp van de conceptuation methode. De Vegetarische Slager is een transitie proces voor het stimuleren van consumptie van plantaardige eiwitten waaronder lupine. Europees geteelde lupine is een duurzaam alternatief voor vlees maar ook voor EU geïmporteerde soja.
High consumption of animal-source foods, specifically meat, adversely affects human health and the environment. Dietary habits are shaped at younger ages and a reduction in meat consumption may be facilitated by the life course transitions in early adulthood, but studies are limited. This study among young Dutch adults aimed to describe their perceptions on the influence of life course transitions on meat consumption, barriers and enablers to reduce meat consumption, and strategies for reducing meat consumption. Barriers and enablers were grouped applying the COM-B model that includes capability, opportunity, and motivation. This quantitative cross-sectional study included a representative sample of 1806 young adults from two Dutch consumer panels who completed an online survey. Young adults frequently reported life course transitions, especially those related to moving house, to have decreased their meat consumption. Barriers and enablers to reduce meat consumption were identified for all three factors of the COM-B model. Important barriers included taste, perceived high prices of meat alternatives, and habits. In contrast, important enablers included care for the environment and animal welfare, enjoyment of smaller portions of meat and saving money. However, barriers and enablers largely differed by groups of meat consumption frequency. Self-perceived effective strategies for reducing meat consumption were price reduction of meat alternatives, recipes for vegetarian meals, and more attractive meat alternatives. The findings of this study are relevant for the development of targeted behaviour-change programmes including interventions in the physical and the social environment (like lowering prices and improving the offer of meat alternatives).
MULTIFILE
Een ideaal varkenshouderijsysteem is tegelijk zeer milieu- en zeer diervriendelijk en levert een goed bedrijfsresultaat voor de ondernemers. ZON varkens is een nieuw varkenshouderijconcept dat deze integrale duurzaamheid wil realiseren: in het landschap inpasbare, kleine stallen; drie dierenwelzijnssterren van de Dierenbescherming en een combinatie van technieken om emissies van ammoniak en broeikasgassen te minimaliseren, via innovaties in de voerstroom en het mestmanagement. Waar het basisconcept inmiddels ontwikkeld is, zijn er op verschillende aspecten nog keuzes en aanpassingen mogelijk om de balans tussen de milieuscore, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat te optimaliseren. Twee bij het concept betrokken bedrijven en een agro-kenniscoöperatie uit dezelfde regio (Achterhoek) hebben Aeres Hogeschool Dronten benaderd om gezamenlijk een studie te doen naar de huidige milieuscore, de mogelijke verbeterpunten en de beste balans. De methode Levenscyclusanalyse vormt de basis van de studie. Omdat er gebruik gemaakt zal worden van LCA-modellen zoals Feedprint van Wageningen University & Research (WUR) is WUR ook betrokken als externe kennispartij. De onderzoeksvragen zijn: 1: Hoeveel beter scoort het ZON Varkens-concept op emissies van broeikasgassen en ammoniak, vergeleken met het gemiddelde gangbare en biologische houderijsysteem? (Dit betreft het doorrekenen van het basisconcept.) 2: Welke aanpassingen in voeder- en mestmanagement, mestbewerking/verwerking en mestafzet geven de optimale balans tussen milieuresultaat, dierenwelzijn en bedrijfsresultaat? (Dit betreft het doorrekenen van varianten (scenario’s)). Deze hoofdvraag kent een aantal deelvragen, waarbij eerst de mogelijke aanpassingen worden geïnventariseerd, daarna scenario’s worden gebouwd en doorgerekend, waarna ten slotte samen met de betrokken bedrijven en op basis van hun waarden en gewenste marktpositie de optimale balans wordt bepaald. Het gebruik van de LCA-methode voor het maken van duurzaamheidsafwegingen in een nieuw houderijconcept is relevant in het kader van kringlooplandbouw, het stikstof- en klimaatbeleid en kan in de toekomst breder worden ingezet.
Gezond eten is belangrijk, en verduurzaming van ons voedselsysteem is hoog nodig. Om de groeiende wereldbevolking op een duurzame manier van voldoende eiwitten te voorzien, en bij te dragen aan gezondere voedselpatronen, is een verschuiving nodig van de consumptie van dierlijke eiwitten naar de consumptie van plantaardige eiwitten en nieuwe eiwitbronnen: we noemen dit de eiwittransitie. Maar hoe bereik je de gemiddelde Nederlander over dit onderwerp? Hoe komen mensen - op een speelse en aantrekkelijke manier - in aanraking met informatie over gezond en duurzaam voedsel? Hoe stimuleer je gezondere en duurzamere voedselpatronen? Dit zijn belangrijke vragen, want hoewel in 2018 het Nationaal Preventieakkoord is ingevoerd, heeft het totaal aan initiatieven van verschillende maatschappelijke organisaties (nog) niet geleid tot een afname van overgewicht onder volwassenen. Ook daalt de vleesconsumptie nog maar weinig, ondanks een grotere aandacht voor plantaardige eiwitten. Het lectorenplatform Voedsel, Voeding en Gezondheid worstelt ook met deze vragen. Daarom is het doel van deze aanvraag om op een creatieve en innovatieve manier data op te halen over allerlei vragen rondom de eiwittransitie: de perceptie van nieuwe eiwitbronnen, de behoefte aan vegetarische producten met een hoge energiedichtheid in ziekenhuizen, het effect van de sociale omgeving op het al dan niet volgen van een vegetarisch dieet, de noodzaak van nieuwe plantaardige producten. Deze data wordt als startpunt/kiem gebruikt voor het (gezamenlijk) opstarten van nieuwe projecten van onze lectoraten samen met studenten, docenten, onderzoekers en het werkveld. Tegelijkertijd willen we als lectoren van het lectorenplatform onze al beschikbare resultaten zichtbaar en beschikbaar maken voor het publiek van de Floriade. We willen deze doelen bereiken door een interactieve installatie te plaatsen, waarin bezoekers op speelse wijze informatie krijgen en tegelijkertijd meewerken aan onderzoek. De installatie die wij plaatsen is ontworpen en gemaakt door Aletta Jacobs School of Public Health, in samenwerking met anderen. In zijn huidige vorm richt de installatie zich op onderzoek(resultaten) rondom gezond voedsel (zie voor een korte impressie het filmpje en de foto’s in de bijlage). Voor het doel op de Floriade passen we de installatie enigszins aan, zodat deze aansluit bij de vragen die het lectorenplatform wil stellen - de installatie als testplek - en de informatie die we willen delen – de installatie als ontmoetingsplek. De makers van de installatie lenen deze graag uit aan het lectorenplatform om te gebruiken op de Floriade.
Op Aeres mbo Barneveld worden tijdens de praktijklessen volop dieren gehanteerd door de ruim 2000 mbo-studenten die dierverzorgingsopleidingen volgen. Het practoraat Dierenwelzijn- en gezondheid kreeg een vraag vanuit een dierspecialist om te inventariseren wat het hanteren van dieren tijdens praktijklessen doet met de mentale gezondheid van de studenten en vervolgens hoe de houding, gedachten en gedrag van studenten t.o.v. dierenwelzijn beïnvloed wordt door deze mens-dier interacties. Vermoed wordt dat het hanteren van dieren een positieve invloed heeft op de gemoedstoetstand van de studenten. Toenemende empathie bij de studenten zou kunnen leiden tot een drive om dierenwelzijn beter te waarborgen. Bij praktijkpartners bleek een vergelijkbare vraag te liggen over veranderingen in houding, gedachten en gedrag van studenten t.o.v. dierenwelzijn na het doorlopen van een stage. Dit praktijkonderzoek is een samenwerking tussen Aeres mbo Barneveld, Aeres hbo Dronten, twee dierentuinen (Ouwehands Dierenpark Rhenen en Dierenpark Amersfoort) en een kinderboerderij (kinderboerderij de Brink in Zeist). Samen verkennen wij in hoeverre het omgaan met dieren waarneembare veranderingen in houding, gedachten of gedrag t.o.v. dierenwelzijn teweeg brengt bij studenten. De onderzoeksvraag luidt “Wat is het effect van interactie met dieren op de houding, gedachten en gedrag t.o.v. dierenwelzijn van dierverzorgingsstudenten? Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag worden studenten voor en na hun interacties met dieren geobserveerd en bevraagd. Verwacht wordt dat de student-dier interacties leiden tot veranderingen in houding, gedachten en/of gedrag bij de betrokken. Vervolgonderzoek gericht op welke veranderingen in houding, gedachten en/of gedrag waarneembaar zijn bij klanten en/of bezoekers ligt in het verschiet.