Service of SURF
© 2025 SURF
Uit de samenvatting: "Sinds medio 2017 is het Nationaal Lectorenplatform Urban Energy actief. De betrokken lectoren beogen het praktijkgericht onderzoek rond de gebouwde omgeving op hogescholen te verbinden en te stroomlijnen. Dit doen ze teneinde bij te dragen aan de energietransitie: met duurzame bronnen voorzien in onze energievoorziening. Een belangrijk instrument om de expertise van de lectoren te delen is een digitale onderzoekskaart, die beschikbaar is via: http://www.nlurbanenergy.nl. Daarnaast is er behoefte aan meer inzicht als het gaat om termen als vraagarticulatie en onderzoekssamenwerking. Meer precies wilden we achterhalen wat de behoefte is van het mkb aan praktijkgericht onderzoek van hogescholen in het domein Urban Energy. Daartoe hebben we een verkennende studie uitgevoerd naar praktijkgericht onderzoek binnen het domein Urban Energy. Hiervoor interviewden we de betrokken lectoren en ondernemers uit het innovatief MKB. Daarnaast maakten we gebruik van een enquête die we via verschillende kanalen onder de aandacht brachten bij het innovatief mkb."
What is this publication about?In this publication on ‘New urban economies’, we search for answers and insights to a key question: how can cities foster economic development and develop ‘new urban economies’. And, importantly, how can they do that:◗ in concertation with different urban stakeholders, ◗ responding adequately to key challenges and developments beyond their control, ◗ building on the cities’ own identity, industries and competences, ◗ in a sustainable way, ◗ and without compromising weaker groups.
The crossroads of living in cities on the one hand and ageing of the population on the other is studied in an interdisciplinary field of research called urban ageing (van Hoof and Kazak 2018, van Hoof et al. 2018). People live longer and in better health than ever before in Europe. Despite all the positive aspects of population ageing, it poses many challenges. The interaction of population ageing and urbanisation raises issues in various domains of urban living (Phillipson and Buffel 2016). According to the Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD 2015), the population share of those of 65 years old is expected to climb to 25.1% in 2050 in its member states. Cities in particular have large numbers of older inhabitants and are home to 43.2% of this older population. The need to develop supportive urban communities are major issues for public policy to understand the relationship between population ageing and urban change (Buffel and Phillipson 2016). Plouffe and Kalache (2010) see older citizens as a precious resource, but in order to tap the full potential these people represent for continued human development (Zaidi et al. 2013), the world’s cities must ensure their inclusion and full access to urban spaces, structures, and services. Therefore, cities are called upon to complement the efforts of national governments to address the consequences of the unprecedented demographic shift (OECD 2015). Additionally, at the city level there is a belief to understand the requirements and preferences of local communities (OECD 2015). An important question in relation to urban ageing is what exactly makes a city age-friendly (Alley et al. 2007, Lui et al. 2009, Plouffe and Kalache 2010, Steels 2015, Moulaert and Garon 2016, Age Platform Europe 2018)? Another relevant question is which factors allow some older people in cities to thrive, while others find it hard to cope with the struggles of daily life? This chapter explores and describes which elements and factors make cities age-friendly, for instance, on the neighbourhood level and in relation to technology for older people.
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet. Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact. CIRCOLLAB richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten van de Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance & Social Innovation en de Faculteit Digitale Media en Creatieve Industrie van de Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Maatschappelijke Innovatie Flevoland van Hogeschool Windesheim en de Academie van Bouwkunst van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen. De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONGgroep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.