Service of SURF
© 2025 SURF
The full title of this exhibition is Updates – Six Investigations into the Use of Photographs in Ugandan News Media. It is related to part of the content of Ebishushani #3, All the Tricks, Elly Rwakoma. The heart of this book shows photographs made by Rwakoma on the occasion of a political rally that took place September 19th 1979, during which a panic broke out. Elly Rwakoma remembers this as an attack on President Binaisa. Only after the book was published was I able to follow up on his story. News media have either ignored the event (and refused to publish Elly’s photographs), or published a significantly different version of the story. The first appearances of these media reports led to several conversations about photographs in Ugandan news media (Feb. 2016), a workshop, this exhibition, and a discussion at the occasion of its opening. All of these were organised by the Uganda Press Photo Award.This workshop, in which Max Bwire, Zahara Abdul, Jim Joel, Katumba Badru and Irene Kimuli participated, resulted in six books that present a small research into one particular topic or event, based on the newspaper collection of Makerere University.
LINK
In this paper we present an analysis of WhatsApp interactions in youth care. In family-style group care young people temporarily live in the family of professional foster parents (PFP), while they regularly visit their birth parents (BPs). Our data consist of instant messaging conversations between 11 pairs of PFPs and BPs during two months. Using Conversation Analysis (CA), we focused on the social interaction between BPs and PFPs, achieved in and through multi-modally constructed sequences of updates - responses. Updates are used by BPs in the context of the transfer from the child from/to the PFP to display responsibility towards the PFP and for the child. Also, PFPs use updates to provide BPs quasi primary access to the experiences of the child, centrally by sending images. Across these functions, we observe specific social actions of BPs and PFPs; while BPs work to display responsibility, PFPs subtly empower BPs as parents.
Met dashboards en fitbits krijgen we continu updates over de 'stand van zaken'. Deze weergaves voldoen dan aan de vraag vaak naar eenvoud en transparantie. Het verzoek aan dit soort instrumenten is om niet lastig te zijn over nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en waarschijnlijkheid, maar om complexe begrippen te reduceren tot een score op één meetpunt. Maar hoe vertalen we deze meetscores? Een cijfer heeft op zichzelf een waarde, maar geen betekenis.
LINK
De technische en economische levensduur van auto’s verschilt. Een goed onderhouden auto met dieselmotor uit het bouwjaar 2000 kan technisch perfect functioneren. De economische levensduur van diezelfde auto is echter beperkt bij introductie van strenge milieuzones. Bij de introductie en verplichtstelling van geavanceerde rijtaakondersteunende systemen (ADAS) zien we iets soortgelijks. Hoewel de auto technisch gezien goed functioneert kunnen verouderde software, algorithmes en sensoren leiden tot een beperkte levensduur van de gehele auto. Voorbeelden: - Jeep gehackt: verouderde veiligheidsprotocollen in de software en hardware beperkten de economische levensduur. - Actieve Cruise Control: sensoren/radars van verouderde systemen leiden tot beperkte functionaliteit en gebruikersacceptatie. - Tesla: bij bestaande auto’s worden verouderde sensoren uitgeschakeld waardoor functies uitvallen. In 2019 heeft de EU een verplichting opgelegd aan automobielfabrikanten om 20 nieuwe ADAS in te bouwen in nieuw te ontwikkelen auto’s, ongeacht prijsklasse. De mate waarin deze ADAS de economische levensduur van de auto beperkt is echter nog onvoldoende onderzocht. In deze KIEM wordt dit onderzocht en wordt tevens de parallel getrokken met de mobiele telefonie; beide maken gebruik van moderne sensoren en software. We vergelijken ontwerpeisen van telefoons (levensduur van gemiddeld 2,5 jaar) met de eisen aan moderne ADAS met dezelfde sensoren (levensduur tot 20 jaar). De centrale vraag luidt daarom: Wat is de mogelijke impact van veroudering van ADAS op de economische levensduur van voertuigen en welke lessen kunnen we leren uit de onderliggende ontwerpprincipes van ADAS en Smartphones? De vraag wordt beantwoord door (i) literatuuronderzoek naar de veroudering van ADAS (ii) Interviews met ontwerpers van ADAS, leveranciers van retro-fit systemen en ontwerpers van mobiele telefoons en (iii) vergelijkend rij-onderzoek naar het functioneren van ADAS in auto’s van verschillende leeftijd en prijsklassen.
Het DIEET project onderzocht hoe de eerstelijns diëtetiek effectief en toekomstbestendig zou kunnen zijn: meetbaar en stuurbaar. In het project is onderzocht wat de succes- en faalfactoren zijn in het handelen van de diëtist tijdens het eerste consult met een patiënt. Door observaties van 605 consulten bij 237 diëtistenpraktijken in heel Nederland zijn potentiele predictoren in kaart gebracht. Op basis van deze predictoren (zoals bijv. een directieve houding van de dietist tijdens het consult) en het vaststellen van een effectieve behandeling na 9 maanden is een model ontwikkeld. Het model bleek echter minder eenvoudig dan gedacht, en de verklaring daarvoor is eigenlijk wel eenvoudig: diëtetiek is MAATWERK. Zo bleek bijvoorbeeld dat bij oudere mannen de directieve houding van de diëtist wel samen gaat met een effectieve behandeling, bij jonge vrouwen werkt motivational interviewing beter. Dit is voor de diëtetiek (en volgens onze voorzichtige inschatting ook andere beroepsgroepen) volstrekt unieke informatie. Deze resultaten hebben we nog een keer kwalitatief met de Stuurgroep van het RAAK-MKB project DIEET besproken en unaniem besloten dat de impact van dit product (model) voor de praktijk heel groot is. Deze nieuwe inzichten zullen ook verwerkt worden in de nieuwe druk van het boek (landelijk lesmateriaal diëtetiek opleidingen) dat is ontwikkeld (Neelemaat F, Ozturk H, Weijs P. Kritisch Redeneren in de Diëtetiek; bol.com). Het ontwikkelde model bleek door het maatwerk fors ingewikkelder dan vooraf ingeschat. Dit model kan echter in een web-based applicatie worden ingebouwd en de predictoren kunnen worden ingevoerd. Met deze applicatie kan bij elke diëtetiek (paramedische) stage en bij elke diëtist professional een scan worden gedaan op effectief handelen. Bij de studenten zal een relatie worden gelegd met het stagecijfer en bij de professionals met de effectieve behandeling na 9 maanden. Implementatie van de webbased applicatie in de eerstelijns diëtetiek praktijk zal meteen breed worden ingezet. Echter onderdeel van deze aanvraag is een interventie en controle groep, waarbij de interventie groep wel feedback krijgt op basis van de score en de controle groep niet. De snelle feedback (na het consult en niet pas na 9 maanden) is namelijk de sleutel tot succes. Top-up subsidie is nodig om voor het bestaande model een web-based tool te ontwikkelen en ontsluiting naar onderwijs en beroepspraktijk te bevorderen. Om in de toekomst goed gebruik van de tool door professionals, onderzoekers, studenten en docenten mogelijk te maken, is een geïntegreerde web-versie van de tool wenselijk waarin nieuwe updates eenvoudig kunnen worden doorgevoerd. Tot slot kan met Top-up de tool beter ontsloten worden voor de praktijk en voor inzet in het onderwijs door het maken van enkele goede casus beschrijvingen en het presenteren van de tool door middel van bijvoorbeeld workshops. Door Top-Up op deze manier in te zetten krijgt de doorwerking van de resultaten van het RAAK-project een flinke extra impuls.
Urban open space has a huge impact on human health, well-being and urban ecosystems. One of the open spaces where the environmental and ecological challenges of cities manifest the most is the urban riverfront, often characterised by fragmented land use, lack of accessibility, heavy riverside vehicular traffic, and extreme degradation of river hydrology and ecology. More often than not, the current spatial design of the riverfront hinders rather than supports the delivery of ecosystem services and, in consequence, its potential to improve the health and well-being of urban inhabitants is diminished. Hence, the design of riverside open spaces is crucial. Urban and landscape design in those spaces requires instruments that can aid designers, planners, decision-makers and stakeholders in devising spatial interventions that integrate complex environmental and ecological goals in high quality public space design. By recognising the multiple environmental and ecological benefits of green space and water in the city, the project “I surf” applies a set of four design instruments, namely the Connector, the Sponge, the Integrator, and the Scaler. I surf is a three-phased project that tests, validates and updates these instruments through a design-driven research methodology involving two design workshops and expert meetings addressing three different riverside urban spaces in Amsterdam: in the Ij waterfront, along River Amstel, and on a site located on the canal network. The project concludes with an updated and transferrable instrument set available for urban and landscape design applications in Amsterdam and in other Dutch cities crossed by rivers.