Service of SURF
© 2025 SURF
‘Never waste a good crisis.’ Deze uitspraak schijnt Winston Churchill te hebben gedaan om aan te geven dat het ontstaan van de Verenigde Naties te danken was aan de periode daarvoor: de Tweede Wereldoorlog. De auteurs vatten een aantal conclusies samen die zijn getrokken op basis van diverse studies, waaronder een masterthesis onderzoek (Bronneberg, 2019) naar de historie van Brainport Eindhoven en de geleerde lessen die daaruit zijn op te maken.
LINK
Summary (English):Current planning policies place great expectations on citizen participation to resolve complex societal and spatial challenges such as urban renewal and housing development. This essay explores what transitions in citizen participation have taken place on this issue in the Netherlands and to what extent citizen participation in its current form can address the complex socio-spatial challenge of providing affordable housing in cities.The essay introduces a paradox of the transition in participation in housing development in the Netherlands as part of broader transformations in Dutch spatial planning and development: in spite of increased institutionalization of participation, the actual citizens seem to have been served less and less. There is potential for the inclusion of citizen participation in the planning processes to encourage acceptance where resource distribution creates conflicts (i.e. affordable housing markets and lack of supply) for more effective cooperation during implementation. However, giving citizens more say in small parcels of spatial development does not disguise and overrule the structural forces in policy and real estate market trends that have grown in the last decades and push out lower and middle income groups from the city.This essay reviews state-of-the-art literature on the evolution of citizen participation, co-creation, and decision-making structures and processes in spatial planning and housing, and discusses participation trajectories in urban developments with housing functions in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein) and Groningen (Suikerunie, Ebbinge), and Almere (Oosterwold) to showcase the paradoxical transition.__Summary (Dutch):Participatie krijgt een steeds prominentere rol in het oplossen van complexe maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen, zoals stedelijke vernieuwing en de ontwikkeling van woningen. Dit essay verkent welke veranderingen zich hebben voorgedaan in de rol die burgers spelen in woningontwikkeling in Nederland en in hoeverre participatie in de huidige vorm helpt om voldoende betaalbare woonruimte te ontwikkelen in de stad.Het essay schetst een paradoxale transitie op het gebied van participatie in de woningbouw in Nederland. De transitie is onderdeel is van grotere veranderingen in ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. Ondanks toenemende aandacht voor en institutionalisering van participatie in plan- en ontwikkelingsprocessen, lijkt het erop dat de burger die het meest de hulp van de overheid nodig heeft om passende woonruimte te vinden, steeds meer het nakijken heeft gekregen. Burgers een grotere rol geven in de planprocesen en planuitvoering kan helpen de acceptatie van plannen waarin schaarse middelen worden verdeeld, te vergroten. Tot nu toe echter blijft de inspraak van burgers beperkt tot kleine, specifieke gebieden. Deze uitzonderingen bieden onvoldoende tegenwicht aan de structurele krachten in beleid, grond- en vastgoedmarkten die midden- en lagere inkomens de afgelopen jaren steeds verder de stad uit hebben gedreven.Dit essay schetst op basis van literatuurstudie de grote lijnen in de ontwikkeling van woningontwikkeling en participatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Op basis daarvan beschouwt het essay de ontwikkeling van participatie, co-creatie en besluitvorming in gebiedsontwikkeling in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein), Groningen (Suikerunie, Ebbinge) en Almere (Oosterwold) om de paradoxale transitie die plaatsvindt in participatie in gebiedsontwikkeling en woningbouw te illustreren.
De terugtredende overheid gaat gepaard met een verschuiving van publieke taken van overheid naar burgers. Ook in Amsterdam zijn deze veranderingen sterk voelbaar. De verzorgingsarrangementen die sinds het einde van de tweede wereldoorlog zijn opgebouwd, worden ingeruild voor een participatiesamenleving waarin burgerverbanden in toenemende mate publieke taken op zich nemen. Deze Raak-aanvraag sluit aan bij de grote gevolgen die deze politiek-bestuurlijke veranderingen hebben voor professionals die zich richten op burgerparticipatie en gemeenschapsvorming. Deze participatieprofessionals werken als opbouwwerker, als medewerker in de dagopvang of andere buurtinitiatieven, ook zijn ze in dienst van de gemeente als buurtcoördinator of gebiedsmakelaar. Participatieprofessionals geven aan zich dagelijks voor dilemma?s gesteld te zien. Er is dringend behoefte aan een nieuw reflectiekader en handelingsrepertoire. Zij vragen zich af waaraan zij de legitimatie voor hun werk ontlenen, hoe ze kunnen ondersteunen zonder te sturen, hoe ze om moeten gaan met tegenstrijdige belangen en hoe je een burgerverband versterkt. In de kern gaat het om twee vragen: Welke doelen moet ik nastreven en welke rol kan ik daarin spelen? Dit project pakt deze vragen op vanuit groepsempowerment, situationeel leiderschap en public mediation. Samen met professionals vertalen we de inzichten uit deze kennisgebieden naar een vernieuwd handelingsrepertoire en reflectiekader. We implementeren, monitoren en evalueren vernieuwingen in kader en repertoire in vier reeds bestaande burgerverbanden in Amsterdam. Tevens wordt gekeken naar de overdraagbaarheid van de onderzoeksuitkomsten naar andere wijken in Amsterdam en mogelijk daarbuiten. Het consortium dat het onderzoek zal uitvoeren bestaat uit de lectoraten Management van Cultuurverandering en Cultural and Social Dynamics van het Amsterdams Kenniscentrum voor Maatschappelijke Innovatie (AKMI) van de Hogeschool van Amsterdam. Daarnaast participeren het Amsterdam Institute for Social Science Research and the Public Mediation Programme van de Universiteit van Amsterdam, Amsterdams Steunpunt Wonen, De Volksbond, een drietal zzp-ers en de Amsterdamse stadsdelen Nieuw-West en Zuidoost.
Wageningen wordt vanwege haar geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog ook wel de ‘Stad van de vrijheid’ genoemd, wat er mogelijk toe bijdraagt dat de gemeente erg ruimhartig is met het opvangen van vluchtelingen. De stad ligt in een typisch Nederlands fiets- en waterlandschap. Vrijwilligers van ‘Welkom in Wageningen’ bieden doorlopend fietslessen aan, zodat gratis actief transport per fiets voor alle vluchtelingen toegankelijk wordt. En in de warme zomers zijn de strandjes aan de Nederrijn een geliefde plek waar veel Wageningers en vluchtelingen naar toe trekken om te zwemmen en te recreëren. Zwemmen wordt gedoogd, maar het is niet zonder gevaar. Veel vluchtelingen kunnen niet/slecht zwemmen en onderschatten het risico van zwemmen in de rivier. Het project WoW! Wageningen richt zich daarom op veilig en inclusief sporten en bewegen in de openbare ruimte en bestaat uit twee projectdelen. Deelproject I ‘Water of Wageningen!’ zal een kennisbundeling opleveren van bestaande materialen en interventies. Het zal voorzien in een advies voor een doeltreffende, duurzame en attractieve werkwijze om voorlichting te geven over zwemmen in natuurwater en te wijzen op de gevaren van het zwemmen in de rivier. Deelproject II ‘W on Wheels!’ zal met een art-based research methode de betekenisverlening van de vluchtelingen die deelnemen aan de fietslessen onderzoeken. Deze creatieve methode zal vluchtelingen in staat stellen om een stem te geven in het beleid en de uitvoering van de inrichting (hard- en software) van de openbare ruimte.