De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
De regio Parkstad Limburg heeft te maken met een complexe, meervoudige opgave in de vorm van achterstanden in de sociaal fysieke leefbaarheid, ruimtelijke- en sociaal-economische structuur. Vergelijken we Limburg met de rest van Nederland, dan zijn er grote verschillen zichtbaar. Zoomen we in op Parkstad Limburg, dan zijn armoede, ongezondheid, werkloosheid, leegstand en onveiligheid in diverse buurten en wijken aan de orde van de dag. Dit heeft negatieve invloed op de brede welvaart in de regio. De problematiek en de achterstand ten opzichte van het gemiddelde van Limburg en de rest van Nederland is groot en wordt overgedragen van generatie op generatie. Een duurzame ontworsteling uit de hele gemarginaliseerde positie lijkt zonder langdurige ondersteuning nagenoeg onmogelijk, mede door de intergenerationele mobiliteit van armoede, opleidingsniveau, gezondheid en werkloosheid.
Witteveen & Van Lieshout onderzoeken in hoofdstuk 5 ‘techniekverlaters’ mogelijkheden om eerder uit de techniek vertrokken hbo-technici via lllarrangementen naar technische functies ‘terug te ploegen’. De centraleonderzoeksvraag luidt: in hoeverre en onder welke condities kunnen lllarrangementen voor techniekverlaters helpen om het tekort aan technici bijtechnische bedrijven terug te dringen? Om deze vraag te kunnen adresseren,moeten eerst twee andere vragen worden beantwoord: hoe groot is het tekortaan hbo-technici, en hoe ziet de groep techniekverlaters er uit? Ze vinden opbasis van desk research dat er inderdaad een tekort aan hbo-technici dreigt, enconceptualiseren het begrip techniekverlater. Ze concluderen op basis van deskresearch dat er voldoende techniekverlaters zijn om de optie om techniekverlaters terug te winnen voor technische banen verder te verkennen met het oog op de dreigende tekorten aan technici op de arbeidsmarkt. Ze concluderen ook, dat die opgave niet direct makkelijk zal zijn.
In de context van groeiende personeelstekorten in de (wegen)bouw en ontoereikende nieuwe instroom vanuit de opleidingen vragen mkb-ondernemers zich af hoe zij voor de toekomst aan goed gekwalificeerd personeel kunnen komen. Ondernemers proberen creatief aan mensen te komen, die zij wellicht nog op kunnen leiden, zodat zij kunnen voldoen aan technologische veranderingen die er in de toekomst in de wegenbouw gaan komen. In combinatie met de motivatie om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO), heeft mkb-ondernemer Sallandse Wegenbouw in de regio Twente het eigen werkleerbedrijf ‘Dynamisch op Weg’ opgezet, dat zich richt op het voorbereiden van jongeren zonder startkwalificatie op een BBL-opleiding. Bij gebleken geschiktheid kunnen zij via InfraVak, een opleider voor de wegenbouw, de opleiding gaan volgen bij één van de aangesloten mkb-wegenbouwondernemers. Bij succesvolle afronding zijn zij verzekerd van een baan. Jongeren zonder startkwalificatie, zoals voortijdig schoolverlaters, hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt als het gaat om werk en inkomen. Door het combineren van een voortraject met de bestaande BBL-opleiding voor deze jongeren wil de Sallandse Wegenbouw zijn vraag naar personeel en zijn MVO-doelstellingen verenigen. De jongeren worden gedurende het voortraject en hun opleiding bijgestaan door jobcoaches vanuit ‘de Kern’ een maatschappelijk dienstverlenende organisatie, die wil weten, hoe zij de beste begeleiding kunnen bieden. Het ROC van Twente draagt zorg voor overplaatsing van de uitgevallen jongeren. De lectoraten Arbeid & Gezondheid en Arbeidsdeskundigheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zijn gevraagd te onderzoeken of dit totale samenwerkingsinitiatief ‘haalbaar’ is en wat het kan gaan opleveren. Met betrokken partners willen we onderzoeken in hoeverre deze samenwerking resultaten oplevert die voor de Kern, het ROC, de Sallandse Wegenbouw, Infravak, de HAN en de jongeren betekenisvol zijn. Daarvoor worden indicatoren vastgesteld voor proces- en uitkomstevaluatie en een eerste inzicht in het proces van samenwerken gegeven.
SportDrenthe heeft twee sportseizoenen lang een proeftuin uitgevoerd waarbij de inzet was om 150 jongeren te bereiken die nu niet of minder maatschappelijk actief en/of betrokken zijn en waarbij de sportvereniging (of andere sportaanbieder) hen de nodige leerervaringen en sociale context kan bieden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om jongeren met een tussenjaar, (meerderjarige) jongeren zonder startkwalificatie en zonder baan, jongeren met een arbeidsbeperking, jongeren in armoede, jonge statushouders, vroegtijdige schoolverlaters en andere kwetsbare en/of moeilijk toegankelijke jongeren met een afstand tot deelname in een reguliere sociale (werk)context.In dit project wordt de monitoring uitgevoerd door het lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschap. In deze monitoring worden de opbrengsten van de proeftuin in beeld gebracht waarbij de volgende vraag centraal staat:Wat zijn de opbrengsten van de MDT proeftuin in Drenthe voor de jongeren en de betrokken stakeholders?
In het RAAK-project Begeleid Leren is voor onderwijs- en GGz-professionals een toolkit ontwikkeld. De toolkit biedt instrumenten voor het begeleiden van jongeren met psychische problemen bij het kiezen, verkrijgen en behouden van een reguliere opleiding. Het aantal bezoeken aan de website www.begeleidleren.nl (ongeveer 96.000x in 2015) geeft aan dat er voldoende belangstelling voor de toolkit bestaat. De ervaring heeft ons de afgelopen periode wel geleerd dat het gratis beschikbaar stellen van het Toolkit materiaal via de website aan professionals die niet thuis zijn in het Begeleid Leren-concept, in zichzelf niet voldoende is. Het materiaal wordt bekeken en ook wel gedownload, maar professionals (die geen onderdeel waren van het project) geven aan het moeilijk te vinden om het direct te begrijpen en in de praktijk te benutten. Om hierop een antwoord te formuleren en daarmee de toolkit beter te ontsluiten voor professionals die niet aan het project hebben deelgenomen, wordt een online introductiecursus ontwikkeld, getest en beschikbaar gesteld. Een online cursus, zodat professionals de cursus in eigen of in werktijd kunnen volgen op momenten dat het hen het beste schikt. Een online cursus is ook direct beschikbaar en toegankelijk voor professionals in geheel Nederland. De cursus gaat bestaan uit 6-8 modules van een uur. De cursus wordt ook via het onderwijscurriculum beschikbaar gesteld aan studenten.