Service of SURF
© 2025 SURF
© 2025 SURF
Onderzoeksverslag en advies voor de ontwikkeling van het samenwer-kingsverband VO/SVO te Delft
Model voor Leerwegondersteunend onderwijs in het regionale Samenwerkingsverband VO/SVO Eindhoven/Kempenland
5 bundels uitgegeven vanaf 1990 n.a.v. landelijke studiedagen voor coördinatoren van samenwerkingsverbanden.In de bundels ontwikkelin-gen en instrumenten voor toepassing in samenwerkingsverbanden VO/(V)SO
In het project ‘GrensOverstijgend PRaktijkOpleiden’ (GoPro), zijn wij aan het experimenteren met camera’s in Mbo 2 en 3-opleidingen in de ondergrondse infratechniek. Meer dan 20 stakeholders uit deze branche waaronder verschillende Mbo’s, brancheorganisaties en een grote groep bedrijven ondersteunen het project. Hoofdfinancier is de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het project wordt gecoördineerd door de Universiteit Twente, die daarbij ondersteund wordt door de Hogeschool Utrecht, Stichting Blei en Bouwend Nederland. Graag delen we met u een aantal inzichten en ervaring die we tot nu toe opgedaan hebben, die u hopelijk helpen om zelf ook met camera’s aan de slag te gaan in uw onderwijs. Deel 2 van een artikelserie over de toepassing van GoPro-camera's in mbo-onderwijs en op leerwerkplekken. Deel 1 is verschenen in de novemberuitgave van Vakblad Profiel 2021.
LINK
In dit rapport wordt verslag uitgebracht van het onderzoek naar de resultaten van de toepassing van een cyclisch model voor observatie en data-gestuurde feedback.
Het valt op dat de lokale economie vaak onvoldoende aandacht krijgt binnen brede welvaart. Er valt nog flink positie te winnen voor de economische pijler binnen brede welvaart. Ondernemers op diverse locaties, zoals bedrijventerreinen en binnensteden, spelen een cruciale rol in de bijdrage aan brede welvaart. De Bedrijvenkring Ondernemend Veenendaal (BOV) en gemeente Veenendaal hebben echter onvoldoende zicht op hoe zij kunnen inzetten op het stimuleren van de economie, zodat deze bijdraagt aan een hoger welvaartsniveau van de inwoners in Veenendaal. Voor de inwoners van Veenendaal is het van groot belang dat de gemeente niet alleen op economisch gebied floreert, maar dat deze groei ook bijdraagt aan een goede levensstandaard. Dit onderzoek heeft als doel om de gemeente Veenendaal en de BOV handvatten te bieden in het stimuleren van de lokale economie, zodat deze bijdraagt aan een hoger welvaartsniveau van de inwoners in Veenendaal.
Aanleiding voor onderzoek naar de expertise van leraren in cluster 4 is in ieder geval ‘Passend onderwijs’: het streven van de overheid om leerlingen met problemen of stoornissen meer thuis nabij op te vangen, waar mogelijk in regulier of speciaal basisonderwijs. Bij het streven naar Passend Onderwijs rijst de vraag of en in hoeverre leraren speciale expertise nodig hebben om kinderen met (milde) gedragsproblemen in regulier onderwijs te onderwijzen. Maar vooral ook waaruit die expertise dient te bestaan. Daarnaast is er vanuit het cluster 4 onderwijs zelf de vraag of de sterke groei van het aantal leerlingen in dat cluster in het afgelopen decennium is samengegaan met gelijke groei van goed geschoold personeel voor deze leerlingen. En vervolgens de vraag: op welke punten is verdere scholing van leraren geboden om ze voldoende toe te rusten voor cluster 4. Ten slotte vraagt de overheid tegenwoordig om een duidelijke verantwoording van kosten en van kwaliteit van onderwijszorg (CPB, 2009). Tegen de achtergrond van deze vragen kwam de vraag op naar concretisering van de expertise van leraren in het omgaan met leerlingen met (milde) gedragsproblemen.
MULTIFILE
De module Leren en Professioneel Handelen is onderdeel van de opleiding Master Educational Needs van het Seminarium voor Orthopedagogiek. Bij aanvang van deze module krijgen de studenten feedback op hun leerkrachtvaardigheden op basis van observatie van hun lesgedrag met het ICALT-observatie instrument. In de loop van de moduleperiode verdiepen de studenten zich in de beschikbare kennis over effectief leergedrag en worden zij in de gelegenheid gesteld om de leerkrachtvaardigheden te oefenen die nog verbetering behoeven. Uit een tweede observatie, aan het eind van de module, blijkt dat gemiddeld alle studenten er in slagen hun lesgedrag betekenisvol te verbeteren. Dit geldt voor zowel studenten met veel en weinig beroepservaring, als voor studenten die werkzaam zijn op verschillende schoolsoorten. We concluderen op basis van deze bevindingen, dat de bij het Seminarium voor Orthopedagogiek gehanteerde werkwijze uiterst effectief is.
De innovatieve kracht van het vmbo maakt deze sector tot een interessant object van onderzoek. Daarmee is het wellicht mogelijk antwoorden te vinden op vragen als welke veranderstrategie succesvol is bij het implementeren van nieuwe methoden en wat daarvan op zijn beurt de invloed is op de kwaliteit van het onderwijs. De (evidence-based) onderzoeksresultaten kunnen tevens ingezet worden bij het bepalen van een beleid en duidelijk maken wat de betekenis van de ontwikkelingen in het (voortgezet) onderwijs is voor de lerarenopleiding en opleiding tot pedagoog. Het is mede om die reden dat er op 1 februari 2008 door het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam, in samenwerking met managementadviesbureauBMC uit Amersfoort, een bijzonder lectoraat is ingesteld. In deze ‘Openbare Les’ zal ik eerst stilstaan bij de geschiedenis van het vmboen de vraag of de oorspronkelijke bedoelingen daarvan zijn gerealiseerd. Daarna zal ik dieper ingaan op de vraagstukken waarvoor het voortgezet onderwijs – en dus ook het vmbo – zich gesteld ziet, zoeken naar een verklaring daarvoor en naar de richting waarin de oplossing gezocht moet worden. Vervolgens wil ik aannemelijk maken dat er in het voortgezet onderwijs, en in het bijzonder in het vmbo, sprake lijkt te zijn van een ‘stille revolutie’, ofwel vanonderwijsvernieuwing en schoolontwikkeling, vanuit het hart van het onderwijs, de school zelf. Ten slotte zal ik uiteenzetten welke activiteiten in het kader van het lectoraat Vmbo zullen worden georganiseerd en wel de doelen ermee beoogd worden.