Service of SURF
© 2025 SURF
A large proportion of the global workforce migrated home during the COVID-19 pandemic and subsequent lockdowns. It remains unclear what the exact differences between home workers and non-home workers were, especially during the pandemic when a return to work was imminent. How were building, workplace, and related facilities associated with workers’ perceptions and health? What are the lessons to be learned? Lifelines Corona Research Initiative was used to compare employees’ workplaces and related concerns, facilities, work quality, and health in a complete case analysis (N = 12,776) when return to work was imminent. Mann-Whitney U, logistic regression, and Wilcoxon matched-pairs were used for analyses. Notwithstanding small differences, the results show that home workers had less favourable scores for concerns about and facilities of on-site buildings and workplaces upon return to work, but better scores for work quality and health than non-home workers. However, additional analyses also suggest that building, workplace, and related facilities may have had the capacity to positively influence employees’ affective responses and work quality, but not always their health.
Coronary artery bypass grafting is the most frequently performed cardiac surgical procedure. Despite its benefits on survival and quality of life, it is associated with a considerable financial burden on society including sick leave. Our study aimed to explore the barriers that obstruct return to work after coronary artery bypass grafting. We performed a qualitative study with in-depth interviewing of patients 6 months after their surgery. We included ten working patients and interviewed them and their spouses at home. The interviews were transcribed and two investigators independently searched the transcriptions for barriers that had obstructed return to work. Based on the interviews we were able to distinguish four main groups of barriers: 'personal', 'healthcare', 'work' and 'law & regulation.' The personal barriers were subgrouped in affective, physical, cognitive, social and individually determined factors. Conclusion In a qualitative study we showed that personal barriers as well as barriers regarding healthcare, work and law & regulation, were perceived by patients as important factors obstructing return to work after coronary artery bypass grafting. To overcome the identified barriers, the process of return to work could preferably be initiated during the hospital phase, started during cardiac rehabilitation, and coordinated by a case-managing professional.
LINK
Everybody has conscious and unconscious experiences during their holidays. They usually impact your life to a limited degree, but sometimes you have an experience as a result of which you will have a new outlook on life from that moment onwards: a life-changing experience.There are travelers who consciously seek a place in which they can have this type of experiences. Think, for instance of a wellness resort in Bali, in which you learn to eat healthy food and monitor your work-life balance. When returning from this holiday, you are likely to change course and take the plunge.You could also have an unconscious (spontaneous) experience during your holiday. An experience of which you did not know you would ever have it. You are being triggered, and when arriving home, you are going to take action to change things for the better. You may have visited an orphanage or a nature reserve during a round trip for which you are going to set up a fund-raising appeal after your holidays.This PhD research will seek answers to the following questions:• Can a life-changing experience be designed?• To what degree can a life-changing experience lead to a sustainable behavioural change? Partner: University of Surrey
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return. De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.
Participatiewet, social return, baanafspraakbanen, quotumheffing – van MKB’ers wordt gevraagd werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Quotumwet kan zelfs een boeteheffing opleggen als er onvoldoende werkplekken voor arbeidsbeperkten komen. De overheid dwingt MKB’ers hiermee over te gaan tot inclusief werkgeverschap. MKB’ers uit o.a. de bouw, afvalverwerking en schoonmaak kunnen geschikte werkplekken bieden en zijn bereid om hun bedrijf te richten op deze sociale innovatie. In de praktijk blijkt echter dat het MKB geen invulling kan geven aan deze innovatie, omdat kandidaten niet worden aangeleverd en/of niet over de juiste capaciteiten beschikken en omdat wet- en regelgeving belemmerend werkt. MKB’ers willen dit verbeteren samen met gemeenten.Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. MKB’ers ervaren dat gemeenten zich wel willen opstellen als partner van het bedrijfsleven, maar dat dat in de praktijk niet lukt. MKB’ers willen een structurele samenwerking met gemeenten tot stand brengen, waarbij ze zelf meer sturing geven aan de selectie en plaatsing van kandidaten, met minder regels. Omdat ze niet weten hoe ze dit van de grond kunnen krijgen vragen ze de Hanzehogeschool Groningen hiervoor handvatten te bieden. Gemeenten willen hier graag aan meewerken, omdat zij een beter beeld willen krijgen van de concrete behoeften van MKB’ers waardoor de door hen ingezette werkgeversbenadering beter aansluit op individuele MKB’ers. Door de nieuwe kennis van het project over een effectieve werkgeversbenadering zijn studenten beter voorbereid op de praktijk van de uitvoering van de Participatiewet en social return.De Hanzehogeschool Groningen zal samen met 26 MKB-bedrijven, MKB-Nederland Noord, De Normaalste Zaak, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen, een werkplan met spelregels ontwikkelen voor structurele samenwerking van MKB met gemeenten, waardoor MKB’ers kunnen voldoen aan de verplichtingen in het kader van social return en de Participatiewet en daadwerkelijk uitvoering kunnen geven aan inclusief werkgeverschap.