Service of SURF
© 2025 SURF
Tijdschriftaflevering beschikbaar bij de HU bibliotheek. De afgelopen decennia stonden in het teken van toenemende individualisering. Ieder voor onszelf en de overheid voor ons allen. Het beeld van de ideale burger is iemand met een grote mate van autonomie en zelfstandigheid: iemand die niet afhankelijk is van anderen en zichzelf goed kan redden. Mocht je niet aan dit ideaalbeeld voldoen, bijvoorbeeld vanwege een ziekte of beperking, dan hoor je er al gauw niet meer bij. Zo ontstond er een tweedeling in de samenleving. We komen erachter dat we onze sociale relaties ernstig verwaarloosd hebben. Hoog tijd om het tij te keren. En dat geld ook voor de hulpverlening.
De Amsterdamse Wmo-werkplaats heeft tussen 2009 en 2012 onderzoek verricht naar vijf beloftevolle outreachende praktijken. De resultaten laten zien wat burgers en sociaal werkers anders moeten doen om de transformatie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving tot een succes te maken. Dit is in de eerste plaats: voorkomen dat burgers in de meest kwetsbare situaties hieronder lijden. Het onderzoek is uitgevoerd onder leiding van het lectoraat Outreachend werken en innoveren van de Hogeschool van Amsterdam. De vijf onderzochte praktijken zijn: - Participatie jonge moeders - Daklozen in zelfbeheer - Project Loket"Verslaafden" - Maatschappelijk steunsysteem - Project Veilig en sociaal
De driehoek hulpvrager, informeel netwerk en professional staat centraal in het onderzoek van de kenniskring informele netwerken en laatmoderniteit. Wij willen weten hoe dat nu daadwerkelijk gaat in die driehoek. Want wij zijn er niet met het adagium dat sociaal werkers niet langer moeten zorgen voor een cliënt maar ervoor moeten zorgen dat er voor de cliënt gezorgd wordt. Dat zal waar zijn, maar het ligt gecompliceerder dan dat. Om in de taal van zorg als morele praktijk te blijven: hoe zorg je er als sociaal werker voor dat de zorg die nodig is, de nood, door zorgvrager en informeel netwerk (en de professional niet te vergeten) wordt herkend? Hoe zorg je ervoor dat zorgvrager en informeel netwerk hun zorgverantwoordelijkheid verstaan en hun roeping oppakken? En hoe zorg je ervoor dat er tussen de zorgvrager en het informele netwerk en binnen het informele netwerk gesproken kan worden over elkaars verantwoordelijkheid? En dat in een laatmoderne samenleving? Gesteld wordt dat hiervoor het komen tot afstemming cruciaal is. Om die afstemming te realiseren is het voeren van een dialoog essentieel. Voor wat een dialoog is wordt aansluiting gezocht bij Zygmunt Bauman, Hannah Arendt en bij de dialogische benadering zoals die is ontwikkeld door Jaako Seikkulla en Tom Erik Arnkil. Vervolgens wordt deze visie vertaald in enkele onderzoeksplannen.