Service of SURF
© 2025 SURF
Het document beschrijft allereerst reeds uitgevoerd onderzoek naar het gebruik van vaktherapieën bij agressieregulatie in de forensische psychiatrie.
Het lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie van Hogeschool Utrecht heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de ontwikkeling en effecten van Wijk en Psychiatrie, een methode om burgers met een psychiatrische beperking te ondersteunen bij hun participatie in de samenleving. Dit is gebeurd door middel van een aantal deelonderzoeken1 die respectievelijk in 2006, 2007 en 2010-2011 plaatsvonden (Brettschneider, Kranendonk, Veenstra & Van der Wiel, 2008; Wilken & Dankers, 2010). Deze slotrapportage behelst een aanvullend onderzoek in vervolg op de eerdere onderzoeken. Wijk en Psychiatrie is ontwikkeld in Amersfoort. Startend in de wijk Schothorst in 2005, bleek het initiatief zo succesvol dat het ook in andere wijken van Amersfoort verspreid werd (Vermeer-, Berg, Soester- en Leusderkwartier, Kruiskamp en Koppel, Randenbroek-Schuilenburg). Onlangs nam de welzijnsorganisatie in Veenendaal de WeP aanpak over. Ook in andere plaatsen is belangstelling. Middels deze rapportage wordt beoogd aanvullingen te genereren na eerdere onderzoeksresultaten van het Project Wijk en Psychiatrie in de periode 2005-2008, ten einde deze te valideren en completeren.
Hoofdstuk 5 in Supportgericht werken in de WMO Wijk en Psychiatrie kan beschouwd worden als een goed voorbeeld hoe support, kwartiermaken en de presentiebenadering leiden tot succesvolle participatie. WeP wordt gekenmerkt door een outreachende werkwijze en buurtgerichte samenwerking tussen gezondheids- en welzijnsorganisaties. Zo worden directe verbindingen gelegd tussen wijkbewoners, zorg- en welzijnsprofessionals, om langs beide zijden de integratie en participatie binnen de wijk te stimuleren. Het project is sinds 2005 gevolgd door Hogeschool Utrecht, sinds 2009 in het kader van de Wmo-werkplaats Utrecht. Vanuit de Wmo-werkplaats is de aanpak systematisch beschreven en geëvalueerd
Kinderen en jeugdigen met psychosociale en/of psychiatrische problematiek krijgen binnen instellingen voor kinder- en jeugdbehandeling vaak psychomotorische therapie (PMT) aangeboden. Binnen PMT wordt gebruik gemaakt van bewegings- en lichaamsgerichte methoden, een werkwijze die vanwege het concrete en ervaringsgerichte karakter vaak goed aansluit bij kinderen en jeugdigen. Hoewel PMT, zowel in de eerstelijns jeugd-ggz als in tweedelijns en specialistische centra, goede resultaten laat zien, ervaren psychomotorisch therapeuten een lacune als het gaat om objectief vaststellen van het behandelresultaat. De psychomotorische therapeuten geven aan sterke behoefte te hebben aan meetinstrumenten om de behandeluitkomst meer gestandaardiseerd in kaart te brengen, zowel in het kader van evaluatie van individuele behandelingen als in het bredere kader van evidentie voor het vak. In dit project zetten twee organisaties voor kinder- en jeugdpsychiatrische zorg, Levvel en Behandelcentrum Zorgplein Dronten, samen met de werkveldgroep Kind & Jeugd van de Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische therapie (NVPMT) en het lectoraat Bewegen, Gezondheid en Welzijn van Hogeschool Windesheim een eerste stap op de weg naar een gestandaardiseerde evaluatie van psychomotorische therapie binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie. Met behulp van interviews en focusgroepen met psychomotorisch therapeuten, patiënten en hun naasten, worden eerst de gezamenlijk gedragen behandeldoelen voor psychomotorische therapie geïnventariseerd en vervolgens geprioriteerd. Het gaat hier om uitkomsten, vaak aangeduid met Patient Reported Outcomes( PRO’s) die specifiek zijn voor PMT, zoals bij voorbeeld een positievere lichaamswaardering of een betere spanningsregulatie. De partners in het project zien het vaststellen van deze PRO’s als opmaat tot vervolgonderzoek, waarbij aan deze PRO’s meetinstrumenten gekoppeld kunnen worden, waarmee uiteindelijk een standaard behandelevaluatie protocol tot stand moet komen waarmee ook in meer algemene zin meer zicht verworven kan worden op de effectiviteit van psychomotorische interventies binnen de kinder- en jeugdpsychiatrische behandeling.
Persoonlijkheidsstoornissen zijn ernstige veelvoorkomende psychiatrische stoornissen met vergaande beperkingen in psychisch en sociaal functioneren en met negatieve gevolgen voor werk, intieme en sociale contacten. Het behandelen van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk, dat aansluit bij behandelrichtlijnen en verschillende landelijke kennisagenda’s. Vaktherapie (beeldende, dans-, drama-, muziek en psychomotorische therapie) is een veel ingezette behandeling. Volgens professionals, patiënten en eerste onderzoeksresultaten is vaktherapie veelbelovend voor het bevorderen van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Het bevorderen van welbevinden (i.e. zich psychologisch, emotioneel en sociaal goed voelen) is belangrijk naast het verminderen van klachten: beide zijn belangrijk voor goede geestelijke gezondheid en patiënten met een persoonlijkheidsstoornis hebben vaak een laag welbevinden. Een vaktherapeutische behandelmodule gericht op het bevorderen van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis is echter nog niet ontwikkeld en onderzocht op effectiviteit. Voorgesteld onderzoek richt zich op de ontwikkeling en evaluatie van een vaktherapeutische behandelmodule met vaktherapeutische interventies ter bevordering van het welbevinden van patiënten met een persoonlijkheidsstoornis. Op geleide van een uitgebreide vraagarticulatie onder vaktherapeuten, samenwerkende zorgverleners en patiënten, wordt de vaktherapeutische behandelmodule gebaseerd op Schematherapie, een bewezen effectieve en veel ingezette gesprekstherapie. De behandelmodule wordt ontwikkeld en geëvalueerd door een consortium van kennisinstellingen, expertisecentra voor de diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen en de brancheorganisatie van vaktherapeuten en patiëntenorganisaties. Dit gebeurt in vier werkpakketten: Ontwikkeling vaktherapeutische module (Werkpakket 1), Randvoorwaarden implementatie vaktherapeutische module (Werkpakket 2), Haalbaarheid vaktherapeutische module (Werkpakket 3) en Pilot evaluatie vaktherapeutische module (Werkpakket 4), die gebaseerd zijn op de stapsgewijze Intervention Mapping Methode. De effectiviteit wordt onderzocht in een haalbare pilot evaluatie (het multiple baseline single case experimental design). Data worden zowel kwantitatief als kwalitatief geanalyseerd. De vaktherapeutische module wordt duurzaam ingebed in praktijk en onderwijs. Kernwoorden: Vaktherapie, Schematherapie, Persoonlijkheidsstoornissen cluster B/C, Positieve Psychologie, Welbevinden, Psychiatrie