Service of SURF
© 2025 SURF
At the end of the 1940s and the early 1950s, the question whether or not to rearm West Germany was a fiercely and hotly debated topic in Europe. The Americans suggested doing this by integrating the Federal Republic in NATO. However, many Europeans feared the resurgence of German militarism. Nowhere was this more true than in France. Therefore, the French Foreign Minister René Pleven launched the so-called Pleven Plan, designed to allow West German units to be established, but only in small units. That way, Europe could profit from West Germany’s manpower, without the country becoming a military threat. Discussions on the European Defence Community were tough, but in the end was signed by the six Founding Fathers. The Dutch did so reluctantly, especially because the Americans were left out, favouring security arrangements in NATO and rearming and incorporating West Germany in the Western alliance. To the Netherlands, it was essential to incorporate the British and especially the Americans in the Western defense; the Dutch always favoured an Atlantic alliance, opposing too much supranationality in the European integration project. The Federal Republic of Germany on the other hand, saw it as an opportunity to regain sovereignty. In the end, the French National Assembly did not ratify the EDC-Treaty, opening the way to rearming West Germany and making it a full member of NATO. https://www.ceeol.com/search/article-detail?id=735130 LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/martijn-lak-71793013/
MULTIFILE
Zelfhulp is wellicht zo oud als de mensheid. In alle tijden zullen er wel lotgenoten geweest zijn die elkaar opzochten en bij elkaar steun en toeverlaat zochten. Het bestaan van zelfhulp werd echter lange tijd niet onderkend, het werd niet expliciet gemaakt. Met de komst van de AA veranderde dit. In deze tekst wordt de ontwikkeling van zelfhulp in Nederland beschreven, en de relevantie van zelfhulp in de zoektocht naar betere samenwerking tussen formele en informele hulpverlening.
Vier jaar na de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verschuift de focus van de oorspronkelijke innovaties naar het overeind houden van zorgkwaliteit (en -kwantiteit), in een context van versobering van overheidsuitgaven. Er ontstaat schaarste aan formele hulpverlening. Die schaarste was al voorzien in de Wmo, maar wordt door de economische crisis van de afgelopen jaren indringender. Op dezelfde voet doorgaan is geen optie, besparen via kleine ingrepen levert weinig op. Het roer moet om, het is tijd voor fundamentele keuzes. In deze publicatie wordt gezocht naar strategieën om te komen tot duurzame zorg. Daarbij gaat de aandacht vooral naar vitale coalities tussen formele en informele zorg. Deze publicatie bevat de eerste resultaten van de Wmo-werkplaats Noord-Brabant.