Service of SURF
© 2025 SURF
Waar in verschillende landen al voortvarend wordt gewerkt met (varianten van) de persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo), blijft Nederland achter. De overheid moet de regie oppakken en zorgverleners moeten stappen gaan zetten.
HBO studenten gaan vaak niet kritisch om met informatiebronnen en hebben moeite met het beoordelen en verwerken van informatie. Dit heeft zijn weerslag op de kwaliteit van hun producten. De eisen vanuit de overheid ten aanzien van het gewenste afstudeerniveau worden echter steeds strenger. Zijn studenten wel voldoende informatievaardig? En hoe staat het met hun onderzoekend vermogen? Hogeschoolbibliotheken strijden al jaren voor een stevige verankering van informatievaardigheid in het curriculum, bijvoorbeeld door in trainingen en workshops aansluiting te zoeken bij verschillende (onderzoek)leerlijnen. Bij het Instituut ICT van de Faculteit Natuur & Techniek (FNT) Hogeschool Utrecht (HU) zien het management en de docenten in toenemende mate het belang in van structurele onderwijsondersteuning door informatiespecialisten van de HU bibliotheek (HUB). In een kwalitatief ontwerponderzoek is nader onderzocht hoe de HUB zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van de competentie informatievaardigheid van ICT bachelor studenten. Met behulp van de literatuur zijn de bouwstenen voor een adviesrapport aangeleverd. Een belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er vooral in het tweede en derde leerjaar behoefte is aan inbedding van instructies en trainingen in het curriculum. Hierbij is integratie in de nieuwe leerlijn Professional Skills één van de aanbevelingen. Een andere conclusie is dat de instructies en workshops van de HUB nog beter kunnen aansluiten bij de onderzoeksmethodiek en specifieke bronnen die worden gebruikt bij het Instituut ICT. Tenslotte is HUB ondersteuning bij het toetsen van informatievaardigheid een belangrijk issue. 1
Jaarlijks worden naar schatting 150 miljoen kwetsbare personen geholpen met humanitaire hulp. Voor hulpgoederen zijn grote hoeveelheden materiaal nodig, iets wat samengaat met een enorme milieu-impact. Hulpgoederen, waaronder shelters, hebben vaak een korte levensduur en er ontbreekt meestal een hergebruik oplossing aan het einde van de levensduur. Hulporganisaties zijn zich als geen ander bewust hoe uitputting van grondstoffen en uitstoot van CO2 een negatieve impact hebben op kwetsbare groepen in lage inkomenslanden. Het is daarom een groeiende wens van humanitaire organisaties en leveranciers om nadrukkelijk te kijken naar circulariteit van hulpgoederen. Op dit moment mist er een lijst met gewogen criteria om circulaire aankoop en ontwerpkeuzes te maken. In dit project ontwikkelen we een praktisch afwegingskader voor shelters. Hiermee kunnen zorgvuldig onderbouwde product keuzes gemaakt worden voor circulaire end-of-life oplossingen waarbij materiaalkeuze een belangrijke rol speelt. De projectpartners hebben cruciale kennis over de inkoop (Artsen Zonder Grenzen), het ontwerp (MKB-partner Wijnroemer Relief Goods), materiaaleigenschappen en circulariteit (Avans Hogeschool). Het afwegingskader wordt gebaseerd op uitgebreid deskresearch naar circulaire alternatieven, interviews naar het huidig materiaal gebruik en het huidige keuzeproces, en co-creatie sessies met verschillende hulporganisaties om wensen in kaart te brengen. Op basis daarvan wordt een overzichtelijke methodiek ontwikkeld die zowel materiaal technische als financiële afwegingen helpt maken. Het afwegingskader wordt dan in de praktijk getoetst en geëvalueerd op doelmatigheid, gebruiksvriendelijkheid en snelheid.
Aanleiding: Blijven bewegen is voor ouderen van belang om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen functioneren en te kunnen blijven participeren in de samenleving. Uit onderzoek blijkt echter dat slechts de helft van de 65-plussers voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Doelgerichte interventies op maat zijn nodig om hen aan het bewegen te houden. Fysiotherapeuten en oefentherapeuten Mensendieck en Cesar willen met een nieuw preventie-aanbod adequaat anticiperen op de beginnende fysieke functioneringsproblemen van ouderen. Maar preventie is een ander en nieuwer kennisdomein dan zorg en vraagt om andere en nieuwe kennis en vaardigheden van de professionals. Het implementeren van innovaties in de zorg- of preventiemarkt blijkt in de praktijk bovendien niet gemakkelijk. Doelstelling Het hoofddoel van dit RAAK-project is om in nauwe samenwerking met ouderen de basis te verstevigen voor het duurzaam implementeren van preventieve beweegprogramma's voor ouderen door fysio- en oefentherapeuten. In het project wordt voortgebouwd op de Functionele Training Ouderen (FTO), een state-of-the-art preventief beweegprogramma dat op korte termijn effectief gebleken is in een onderzoeksomgeving, maar nog niet breed is geïmplementeerd. In zogenoemde KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP)-teams geven professionals en de beoogde eindgebruikers (ouderen 70+) samen vorm aan de implementatie van FTO en aan het realiseren van het gelieerde onderzoek. Beoogde resultaten De concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een handleiding van een preventief beweegprogramma; " best practices voor implementatie van preventieve beweegprogramma's in verschillende praktijksituaties; " een minor over het onderwerp; " casussen in CGO- en PGO-onderwijs over preventief bewegen bij 70+-ouderen; " meerdere publicaties. Om een goed netwerk te bouwen streeft het consortium ernaar ten minste 300 therapeuten te bereiken van wie ten minste 50 FTO geïmplementeerd hebben en de overige bereid zijn tot implementeren. Aanleiding: Blijven bewegen is voor ouderen van belang om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen functioneren en te kunnen blijven participeren in de samenleving. Uit onderzoek blijkt echter dat slechts de helft van de 65-plussers voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Doelgerichte interventies op maat zijn nodig om hen aan het bewegen te houden. Fysiotherapeuten en oefentherapeuten Mensendieck en Cesar willen met een nieuw preventie-aanbod adequaat anticiperen op de beginnende fysieke functioneringsproblemen van ouderen. Maar preventie is een ander en nieuwer kennisdomein dan zorg en vraagt om andere en nieuwe kennis en vaardigheden van de professionals. Het implementeren van innovaties in de zorg- of preventiemarkt blijkt in de praktijk bovendien niet gemakkelijk. Doelstelling Het hoofddoel van dit RAAK-project is om in nauwe samenwerking met ouderen de basis te verstevigen voor het duurzaam implementeren van preventieve beweegprogramma's voor ouderen door fysio- en oefentherapeuten. In het project wordt voortgebouwd op de Functionele Training Ouderen (FTO), een state-of-the-art preventief beweegprogramma dat op korte termijn effectief gebleken is in een onderzoeksomgeving, maar nog niet breed is geïmplementeerd. In zogenoemde KennisNetwerk Ouderen en Preventie (KNOP)-teams geven professionals en de beoogde eindgebruikers (ouderen 70+) samen vorm aan de implementatie van FTO en aan het realiseren van het gelieerde onderzoek. Beoogde resultaten De concrete resultaten van dit project zijn onder andere: " een handleiding van een preventief beweegprogramma; " best practices voor implementatie van preventieve beweegprogramma's in verschillende praktijksituaties; " een minor over het onderwerp; " casussen in CGO- en PGO-onderwijs over preventief bewegen bij 70+-ouderen; " meerdere publicaties. Om een goed netwerk te bouwen streeft het consortium ernaar ten minste 300 therapeuten te bereiken van wie ten minste 50 FTO geïmplementeerd hebben en de overige bereid zijn tot implementeren.
Het thema: NL-GO is gestart in september 2020, met als primaire doelstelling om praktijkgericht onderzoek (PGO) aan hogescholen structureel als gelijkwaardige stakeholder te positioneren in strategische en tactische inhoudelijke onderzoeksprogrammering t.a.v. nationale kennisprogramma’s gericht op de gebouwde omgeving. Inhoudelijke drager vormden kennis- en innovatieprogramma’s van het toenmalige Bouw en Techniek Innovatiecentrum (BTIC). In eerste tweejarige periode heeft het platform 26 lectoraten van 12 hogescholen georganiseerd (https://publicaties.avans.nl/nationaal-lectorenplatform-gebouwde-omgeving/nl-go-lectoren), daaruit een directe bijdrage (inhoudelijk en organisatorisch) in de totstandkoming van nieuwe TKI Bouw en Techniek geleverd, en een actieve onderwijs en onderzoek afstemming met het Domein Built Environment opgezet (NL-GO focus onderzoek, DBE onderwijs). Naast de continuering van deze activiteiten, met de nadruk op nieuwe MMIP’s, willen we verder: samenwerking met 4TU.Bouw uitbouwen (koppeling wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek, nationaal en internationaal), overkoepelende PGO-agenda voor toekomstgerichte leefomgeving maken, en participatie in Professional Doctorate trajecten vanuit het PGO-perspectief voorbereiden en vormgeven. Aansluiting bij KIA’s: Als gelijkwaardige stakeholder invulling geven aan de drie nieuwe Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s (MMIP’s) van TKI Bouw en Techniek. 'Circulaire bouw en infrastructuur', 'Levensduurverlenging gebouwde omgeving', en 'Klimaatadaptief, natuurinclusief en omgevingsbewust bouwen' MMIP’s dragen bij aan de totstandkoming van een CO2-vrije en Toekomstbestendige Gebouwde Omgeving, binnen het overkoepelende thema Energietransitie & Duurzaamheid van het nationale missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid. NL-GO lectoren participeren in programma advies raden van de MMIP’s, in TKI Bouw en Techniek werkgroep, en in de BTIC-TKI transitie management team. Wij vinden het noodzakelijk om een integraal PGO-perspectief – overkoepelend aan verschillende MMIP’s – vanuit het platform te blijven borgen. Daarnaast zorgt een bredere uitwisseling middels NL-GO kennisdagen en een blijvende afstemming met het Domein Built Environment, de activiteiten die we graag willen continueren, voor een brede betrokkenheid van de achterban (onderwijs, onderzoek, praktijk) én directe implementatie, opschaling en reflectie in en vanuit verschillende regio’s.