Service of SURF
© 2025 SURF
Hoe kan je met studenten onderwijskwaliteit versterken met behulp van de methodiek participatief actieonderzoek? In deze rapportage lees je hoe studenten van verschillende opleidingen in domein Gezondheid Sport en Welzijn van Hogeschool Inholland hun onderwijs ervaren, met welke acties ze hun onderwijs zouden willen verbeteren, hoe de methode participatief actieonderzoek dit proces vormt en welke kansen en uitdagingen deze methode hierbij biedt. Participatief actieonderzoek; PAO; PAR; participatory action research; student als partner; onderwijskwaliteit; kwaliteitscultuur; studentparticipatie.
In this chapter the autor explores the contours and possible effects of the WMO for the local government level. First she gives a short overview of the main features of the WMO (PAR. 2.5). Then she describes the challenges that local government is confronted with, especially the political decisions that have to be taken at the local level (PAR. 2.3). The question to be answered is whether or not the WMO means an impulse for local democracy in the Netherlands. To that purpose, two quick comparisons are made (PAR. 2.4): with other decentralisation operations in the Netherlands, and with the decentralisation of social care and welfare in Sweden. These comparisons make it possible to determine two main conditions for creating an impulse for local politics, which are presented in PAR. 2.5. The article ends by some concluding remarks on the effect of the WMO on the local democracy in the Netherlands.
Le Premier ministre néerlandais Mark Rutte annonce en septembre 2014 la fin de l’État-providence et l’avènement de la société participative. Dans cette nouvelle société, chaque citoyen participe activement à la vie sociale et économique. Les citoyens y prennent par exemple la responsabilité de l’entretien de la rue et des espaces verts du quartier. Ils s’entraident et offrent du soutien et des soins aux voisins âgés, malades ou handicapés. Chaque individu y tient sa place dans la mesure de ses capacités personnelles. Par cette démarche, l’aide sociale n’est pas d’abord l’affaire de professionnels et de services sociaux, mais celle d’un réseau informel de personnes présentes dans l’entourage de la personne concernée. En effet, chaque citoyen, patient ou usager est invité à prendre en charge sa propre vie, pour le bien comme pour le mal. Il s’agit d’une dynamique de « Do-it-yourself-care », « le-social-fait-par-vous-même »1. Or, cette attitude du « Do-it-yourself » est aussi revendiquée par les entrepreneurs sociaux qui s’engagent par le bas dans les quartiers selon les principes de la nouvelle économie du partage. Dans ce chapitre, on se concentrera sur la figure de l’entrepreneur qui joue un rôle clé dans le renversement du système social néerlandais en cours. On y voit apparaître la logique du sujet2 déclinée dans la dynamique de subjectivation et de désubjectivation telle qu’évoquée par Michel Wieviorka3.
LINK
Mensen die moeite hebben met lezen en schrijven (laaggeletterden) zijn ondervertegenwoordigd in onderzoek, waardoor een belangrijke onderzoekspopulatie ontbreekt. Dit is een probleem, omdat zorgbeleid dan onvoldoende op hun behoeften wordt aangepast. Laaggeletterden hebben vaak een lage sociaal economische positie (SEP). Mensen met een lage SEP leven gemiddeld 4 jaar korter en 15 jaar in minder goed ervaren gezondheid vergeleken met mensen met een hoge SEP. Om laaggeletterden te betrekken in onderzoek, is het o.a. nodig om onderzoek toegankelijker te maken. Dit project draagt hieraan bij door de ontwikkeling van een toolbox voor toegankelijke (proefpersonen)informatie (pif) en toestemmingsverklaringen. We ontwikkelen in co-creatie met de doelgroep toegankelijke audiovisuele materialen die breed ingezet kunnen worden door (gezondheids)onderzoekers van (zorggerelateerde) instanties/bedrijven én kennisinstellingen voor de werving voor en informatieverstrekking over onderzoek. In de multidisciplinaire samenwerking met onze partners YURR.studio, Pharos, Stichting ABC, Stichting Crowdience, de HAN-Sterkplaats en de Academische Werkplaats Sterker op eigen benen (AW-SOEB) van Radboudumc stellen we de behoeften van de doelgroep centraal. Middels creatieve sessies en gebruikerservaringen wordt in een iteratief ontwerpende onderzoeksaanpak toegewerkt naar diverse ontwerpen van informatiebrieven en toestemmingsverklaringen, waarbij de visuele communicatie dragend is. Het ontwikkelproces biedt kennisontwikkeling en hands-on praktijkvoorbeelden voor designers en grafisch vormgevers in het toegankelijk maken van informatie. Als laaggeletterden beter bereikt worden d.m.v. de pif-toolbox, kunnen de inzichten van deze groep worden meegenomen. Dit zorgt voor een minder scheef beeld in onderzoek, waardoor (gezondheids)beleid zich beter kan richten op kwetsbare doelgroepen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.