Service of SURF
© 2025 SURF
Zoals het succes van een organisatie samenhangt met de bedrijfscultuur, zo is het ook met het succes van een land.
Dit boekje is uitgegeven naar aanleiding van de lectorale rede van drs. Paul Bijleveld. Al lange tijd zijn we ons er in Nederland van bewust dat we wereldwijd niet meer concurreren met handenarbeid maar met hoofdarbeid. Dat noemen we ook wel de kenniseconomie. Maar op dat vlak staan we niet alleen. Niet alleen ten opzichte van de rijke landen, maar ook ten opzichte van de opkomende economieën is kennis niet meer onderscheidend. Kennis alleen maakt geen economische macht. Economische ontwikkeling draait om het vermogen om kennis om te zetten in betere of nieuwe produkten en diensten en deze aan de man of vrouw te brengen. Dit wordt uitgedrukt met de termen ´innovatie en ondernemerschap´, die als centrale voorwaarden worden gesteld voor regionaal ecomisch succes. Innovatie en meer recentelijk ondernemerschap zijn daarom belangrijk aandachtspunten in het onderzoek naar regionale economische ontwikkeling.
MULTIFILE
Ergens in 2007, schat men, werd het punt gepasseerd dat 50% van alle wereldbewoners in steden woonde. Dit percentage zal in de 21e eeuw nog sterk toenemen. Zowel het landschap als de stedelijke ruimte staan onder druk, transformeren onder invloed van economische, politieke, sociale of natuurlijke krachten. De huidige groei vindt voornamelijk plaats in ontwikkelingslanden en in de opkomende economieën van China, India en Zuid-Amerika. Een belangrijk deel van de verstedelijking hier is ongepland en ongestructureerd. In Europa doet zich een ander fenomeen voor. Onder invloed van globalisering en de EU beconcurreren de vele steden in het dichte stedelijke netwerk elkaar als vestigingslocatie voor kennisintensieve bedrijvigheid en creatief' talent. Steden en stedelijke regio's transformeren tot kennisregio's en hun dynamiek wordt bepaald door niet-plaatsgebonden, maar grens- en tijdoverschrijdende netwerken. De bijpassende netwerksamenleving is veel minder dan voorheen 'maakbaar' vanuit het oogpunt van overheidshandelen. Individuele burgers, maatschappelijke organisatie en marktpartijen organiseren zichzelf in steeds wisselende bondgenootschappen. Stedenbouw in deze condities betekend vooral het ruimtelijk anticiperen op dynamische maatschappelijke processen. Er is behoefte aan een nieuwe oriëntatie en een instrumentarium om in deze condities succesvol als ruimtelijk ontwerper te opereren. Het lectoraat wil hieraan een bijdrage leveren en zal zich zowel richten op onderzoek naar concepten van stedelijkheid als op toegepast (ontwerpend) onderzoek naar transformatieopgaven in Europese steden.
Het Raak Pro project Terugschakelen naar ketendenken liet een aantal zaken zien: 1. Het is lastig MKBers bij onderzoek te betrekken; 2. Via de zgn. Leaderfirm benadering lukt dit wel bedrijven bij voor hen relevant onderzoek te betrekken, 3. Op basis van een eigen benchmakronderzoek naar international airport-seaportregio's komt Amsterdam als een sterke mainport naar voren. De benchmark leverde een aantal aanbevelingen om de NL mainport te versterken. In deze Top Up maken we gebruik van de Leaderfirm benadering om de Benchmark die éénmalig was uitgevoerd in de Raak Pro Terugschakelen naar ketendenken te verrijken, kwalitatief en kwantitatief uit te breiden en te verdiepen. (doorwerking richting beroepspraktijk) In dit Top Up project doen we dat door studenten in een zgn. afstudeeratelier bij het benchmark onderzoek te betrekken en hen i.s.m. onderzoekers de benchmark te laten uitvoeren (doorwerking richting onderwijs). De verrijkte benchmarkt vormt een belangrijk focuspunt binnen het lectoraat Mainport Logistiek en zorg voor nieuwe publicaties (doorwerking richting onderzoek en werkveld)
De melkveehouderij heeft binnen circulaire voedselsystemen als doel een optimalisatie van het gebruik van veelal laagproductieve grond in interactie met productiesystemen van elders, onder andere door het gebruik van reststromen en mest. Een combinatie van ecologische en economische principes is daarbij het uitgangspunt. Nederlandse bedrijven en organisaties hebben veel kennis ontwikkeld voor het managen van bodem-dier-plant relaties die toepasbaar is in circulaire melkveehouderijsystemen. Doel van ‘Nederland Circular Hotspot’ is om de Nederlandse kennis en kunde over duurzame circulaire landbouw te delen met landen met opkomende economieën. Hogeschool van Hall Larenstein (VHL) heeft een langdurig samenwerkingsverband met de Agricultural Development Trust (ADT) in Baramati, Maharashtra, India. Onder andere via het Centre of Excellence voor Dairy, waarin ontwikkelvraagstukken voor de Indiase melkveehouderij onderzocht worden. Eén van de bij het CoE Dairy aangesloten groepen melkveehouders is de Sahiwal-club Maharashtra, die zich richt op versterking van bedrijven met traditionele melkveerassen. In dit project gaat het projectconsortium onderzoeken of en hoe het Nederlandse producten en dienstenpakket bijdraagt aan verdere ontwikkeling van het korte ketenmodel van de Sahiwal-clubleden. Daarbij wordt het lange-termijn perspectief van circulariteit en klimaatbestendigheid als uitgangspunt genomen. In het project werken VHL en ADT samen met WN-Advies, Aequator Groene Ruimte en Dairy Campus. In samenhang met hun netwerk in Nederland verkennen zij de waardepropositie van hun diensten voor circulaire melkveehouderij internationaal, gekoppeld aan de ontwikkelvraagstelling van de Sahiwal-club over melkafzet, dierproductie en grondproductie.