Service of SURF
© 2025 SURF
Bijdrage FACT congres 20 september 2018: Presentatie over Gebiedsgericht werken aan herstel Eerste onderzoeksuitkomsten
Wat moet je doen als je beleid wilt maken op basis van wetenschappelijk onderzoek waarvan de resultaten totaal niet eenduidig zijn? Dit essay behandelt vier valkuilen bij het gebruik van tegenstrijdige onderzoeksuitkomsten door beleidsmakers: (1) verwarren van theoretische en empirische argumenten, (2) onderzoekscontext en beleidscontext aan elkaar gelijkstellen, (3) te sterke claims aan onderzoeksresultaten verbinden en (4) achterliggende trends negeren. De valkuilen worden geïllustreerd met eigen ervaringen tijdens onderzoek naar etnische diversiteit in het onderwijs. Het essay sluit af met voorbeeldvragen die kunnen helpen bij het vertalen van tegenstrijdige onderzoeksuitkomsten naar passend beleid.
Achtergrond: Vanaf 2016 wordt in Utrecht in proeftuinen de GGZ zorg aan mensen met Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) gebiedsgericht uitgevoerd. Het is de bedoeling dat ervaringsdeskundigen, familie en naasten, specialistische GGZ hulpverleners, medewerkers begeleid en beschermd wonen, sociale wijkteams en eerstelijns zorgverleners nauwer gaan samenwerken. Inhoud presentatie: Door gebiedsgericht te werken kan zorg meer op maat en integraal worden aangeboden dichtbij de patiënt. Het doel van gebiedsgerichte GGZ is zorgen voor betere kansen op herstel en maatschappelijke participatie voor psychisch kwetsbare mensen. Daarnaast had het als doel het verbeteren van de ervaren kwaliteit van leven en het functioneren van de cliënten in de wijk. Op basis van Routine Outcome Monitoring, instellingsgegevens en interviews met alle betrokkenen zijn de eerste resultaten geëvalueerd die op dit congres gepresenteerd worden.
Dit onderzoek richt zich op de relatie tussen ‘collaborative foresight’, ‘anticipatory governance’ en stakeholderprocessen. Dit binnen de context van Sociaal Ecologische Systemen (SES) en met name Nationaal Park Alde Feanen, dat zich wil (door)ontwikkelen tot een zgn. 'Nationaal Park Nieuwe Stijl' in lijn met het recente nationale beleidsprogramma 'Nationale Parken 2024-2030'. Het overkoepelende doel van deze PD is: te identificeren hoe gezamenlijke foresight-praktijken effectief moeten worden ingericht en opgevolgd, zodat hiermee de governance van natuurtoeristische bestemmingen, zoals het Nationaal Park Alde Feanen, wordt versterkt. Hierbij rekening houdend met complexe multi-stakeholder processen waarin dit plaatsvindt. Deze PD sluit aan bij een aantal grote transitie vraagstukken waar landelijke gebieden in Nederland mee te maken hebben rondom natuur, water, landbouw, energie, wonen en het evenwichtig gebruik van schaars beschikbare ruimte. De opgaven vragen om een integrale en gezamenlijke aanpak naar de toekomst. Het Leisure, Tourism en Hospitality (LTH) domein kan hierin een sleutelrol spelen als overkoepelende drager voor ruimtelijke transities, zo ook binnen het ‘Nationaal Park Alde Feanen Nieuwe Stijl’. Door middel van een kwalitatieve onderzoeksaanpak zal deze PD de voorwaarden, belemmeringen en kansen identificeren om toekomstvisies om te zetten in collectieve actie richting de toekomst van het Nationaal Park. Ook wil deze PD een prototype ontwerp ontwikkelen voor een zgn. 'Anticipatory Futures Stakeholder Lab'. Een soort ‘infrastructuur’ gericht op continue en gezamenlijke anticiperende activiteiten, om opvolging en invulling te geven aan de trajecten naar de toekomst. De onderzoeksuitkomsten kunnen actoren in het LTH-domein ondersteunen in deze transitieprocessen, specifiek in het (omliggende) Alde Feanen gebied. Het sluit aan bij hun ambities om als voorbeeld te dienen voor andere Nederlandse nationale parken. Theoretisch wil het onderzoek bijdragen aan innovatie van bestaande foresight methoden en aan het huidige academische discours over hoe ‘Foresight’ en ‘Anticipation’ samenhangen met 'Good Governance' van sociaal-ecologische systemen.
Met dit project brengen we teamcompetenties in kaart bij het effectief en vitaal samenwerken op afstand door teams in het mkb. Een dergelijk overzicht is dringend gewenst vanwege de nieuwe realiteit die is ontstaan door de gevolgen van de coronapandemie voor de manier waarop mensen samenwerken. In de nieuwe realiteit wordt meer op afstand samengewerkt (Hamersma, De Haas en Faber 2020). Daarnaast blijkt uit internationaal onderzoek dat een aanzienlijk deel van de thuiswerkers verwacht na de pandemie vaker thuis te werken dan daarvoor (Barrero, Bloom & Davis 2020, McCarthy et al. 2020). Hoe blijven medewerkers na de pandemie hybride (deels op locatie en deels op afstand) op een goede manier met elkaar samenwerken? Welke vaardigheden vraagt dat? Samenwerken op afstand doet bijna vanzelfsprekend een nadrukkelijk beroep op digitale vaardigheden, maar ook andere vaardigheden zijn belangrijk, zoals die gericht op de teamprestatie, strategie en het verwerven en op peil houden van noodzakelijke kennis (vgl. Hackman & Wageman 2005). Inzicht in de huidige en gewenste samenwerkingsvaardigheden is noodzakelijk om teams (in het mkb) op afstand blijvend effectief en vitaal te kunnen laten functioneren. Medewerkers in teams (in het mkb) moeten hun vaardigheden ontwikkelen om op een goede en gezonde manier effectief met elkaar te kunnen blijven samenwerken. Gebeurt dit niet, dan kan dat leiden tot een verminderde effectiviteit van teams en daardoor tot verlies van werkgelegenheid en extra kosten. Het projectconsortium verkent en inventariseert in een learning community deze vaardigheden en maakt de ontwikkelbehoefte van de betrokkenen in de nieuwe situatie duidelijk. Uitgangspunt daarbij is de leerbehoefte per team en van de medewerkers in het team. Ook maakt het project duidelijk hoe deze behoefte (later) kan worden vormgegeven, aansluitend bij de manier van leren van het team.
Het Platform Personalised Health (PPH) wil komen tot een gezamenlijke agenda van praktijkgericht onderzoek op het terrein van zowel technologische als organisatorische innovaties als ondersteuning bij gepersonaliseerde zorg. Het concept positieve gezondheid impliceert de noodzaak van gepersonaliseerde zorg, toegesneden op de wensen en behoeften van de individuele patiënt. Zorgtechnologie wordt ingezet als mogelijkheid om deze gepersonaliseerde zorg vorm te geven (zowel in de vorm van big data als een online of blended vorm, afgestemd op de individuele behoeften en omstandigheden. Sociale innovatie, in dit kader op te vatten als bewustwording va nut en noodzaak en het verwerven kennis en competenties bij zorgaanbieders (professionals) ten behoeve van optimaal gepersonaliseerde zorg. De maatschappelijke impact moet inzichtelijk gemaakt worden aan de hand van uitkomstmaten passend bij het concept positieve gezondheid. Afstemming vindt plaats door samenwerking van lectoraten in interactie met relevante stakeholders: bedrijven, zorggebruikers, kennis- en overheidsinstanties