Service of SURF
© 2025 SURF
In deze rapportage wordt verslag gedaan van het onderzoek naar de leerlijnen Nederlandse Gebarentaal & Tolkvaardigheden (in het vervolg: NGT en TV). De leerlijn NGT vormt een belangrijke onderwijskern voor zowel de beide uitstroomvarianten van de bacheloropleiding Leraar/Tolk Nederlandse Gebarentaal als de opleiding Associate Degree Schrijftolk (AD Schrijftolk ). Binnen de leerlijn NGT verwerven studenten de Nederlandse Gebarentaal in receptie en productie op ERK B2-niveau (niveau 4 op een totaal van 6 niveaus), terwijl de schrijftolken bij deze taalniveaus A1+ bereiken. Dit niveau houdt in dat een student van de bacheloropleiding aan het eind van zijn studie vloeiend en spontaan kan reageren, zodat een communicatie mogelijk is met de moedertaalspreker, zonder dat beide partijen zich al te zeer moeten inspannen. De leerlijn TV beslaat eveneens vier jaar en wordt alleen aangeboden binnen de uitstroomvariant Tolk NGT van de bacheloropleiding. De leerlijn TV heeft tot doel om studenten kennis, vaardigheden en houdingsaspecten aan te leren die het uitvoeren van de het beroep tolk NGT mogelijk maken.
Het lectoraat wil onderzoek doen naar verschillende aspecten van het tolken uit en naar gebarentaal, zoals de overeenkomsten en verschillen tussen het tolken in gesproken talen versus gebarentalen, verbetering van het afzien van gebarentaal door tolkstudenten, en de relatie tussen taalvaardigheid en tolkvaardigheid. Tevens is het belangrijk dat de Dovengemeenschap meer betrokken wordt bij het tolkproces en bij het opleiden van tolken, en is het van groot belang dat de kennis over het tolken meer verspreid wordt onder de Doven zelf. Nog al te vaak ontstaat er miscommunicatie ondanks de aanwezigheid van een tolk en we willen inzicht krijgen in de mogelijke oorzaken en de bijdrage aan de miscommunicatie van zowel de tolk als de dove/slechthorende en de horende cliënten. Specifiek zal er aandacht worden besteed aan de rol van de tolk binnen de (Geestelijke) Gezondheidszorg via het SIA RAAK Publiek project Oog voor Communicatie.
Posterpresentatie op conferentie Introductie: De afgelopen twee decennia is er geen communis opinio over de vraag of er sprake is van regionale factoren bij de constituentvolgorde in de Nederlandse Gebarentaal (NGT) (Coerts, 1994; Crasborn & De Wit, 2005; Vermeerbergen, Nijen Twilhaar & Van Herreweghe, 2013). Dit onderzoek levert een bijdrage aan de discussie over constituent-volgorde in het algemeen, doordat werd onderzocht of constituentvolgorde in NGT verschillend is voor eerste- en tweedetaalverwervers van de NGT. Methode: Er namen tien participanten (studenten NGT aan de Hogeschool Utrecht) deel: vijf dove moedertaalgebruikers en vijf horende studenten (leeftijd 19-30 jaar). Productie werd uitgelokt van drie verschillende typen enkelvoudige zinnen aan de hand van plaatjes (Volterra et al., 1984): 6 zinnen met omkeerbare constituenten, 6 zinnen met niet-omkeerbare constituenten en 6 locatieve zinnen. Alle 180 geproduceerde zinnen werden getranscribeerd en syntactisch (Subject, Object, Verbum) geanalyseerd. Resultaten: De moedertaalgebruikers gaven duidelijk de voorkeur aan de volgorde SVO of SVOV bij omkeerbare zinnen en SOV voor niet-omkeerbare zinnen. Voor de locatieve zinnen werd veel variatie gevonden, met een lichte voorkeur voor OSV. De T2-verwervers vertoonden veel variatie in de productie van omkeerbare zinnen zonder duidelijk patroon. Voor de niet-omkeerbare zinnen werd een lichte voorkeur voor SOV gevonden en wederom variatie. De loca-tieve zinnen werden voornamelijk uitgedrukt in de volgorde OSV. Conclusie: Deze studie toont aan dat de constituentvolgorde van moedertaalgebruikers en T2-verwervers verschillen. Opvallend is dat de T2-verwervers de neiging hebben de regel voor locatieve zinnen ‘Het grootste element voorop in de zin’ te overgeneraliseren naar het type niet-omkeerbare zin.
MULTIFILE
Het lectoraat Dovenstudies werkt aan een nieuw grammaticaboek over de Nederlandse Gebarentaal, dat goed aansluit bij wat studenten in hun toekomstige beroep tegenkomen en nodig hebben.Doel We ontwikkelen een grammaticaboek van de Nederlandse Gebarentaal, op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten. Dit boek wordt geschreven voor hbo-studenten van het Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies (IGT&D). Looptijd 01 januari 2018 - 01 december 2020 Aanpak Literatuuronderzoek naar de grammatica van de Nederlandse Gebarentaal vormt de basis van het boek. De inhoud van het boek is evidence-based en past bij wat studenten in hun toekomstige beroep tegenkomen en nodig hebben. We gebruiken actueel en aantrekkelijk (beeld)materiaal en onderzoeken hoe we apps hierbij handig kunnen inzetten. Ook wisselen we de lesstof af met opdrachten.
Het lectoraat Dovenstudies werkt aan een nieuw grammaticaboek over de Nederlandse Gebarentaal, dat goed aansluit bij wat studenten in hun toekomstige beroep tegenkomen en nodig hebben.Doel We ontwikkelen een grammaticaboek van de Nederlandse Gebarentaal, op basis van de huidige wetenschappelijke inzichten. Dit boek wordt geschreven voor hbo-studenten van het Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies (IGT&D). Looptijd 01 januari 2018 - 01 december 2020 Aanpak Literatuuronderzoek naar de grammatica van de Nederlandse Gebarentaal vormt de basis van het boek. De inhoud van het boek is evidence-based en past bij wat studenten in hun toekomstige beroep tegenkomen en nodig hebben. We gebruiken actueel en aantrekkelijk (beeld)materiaal en onderzoeken hoe we apps hierbij handig kunnen inzetten. Ook wisselen we de lesstof af met opdrachten.