Lector Sanne de Vries startte tien jaar geleden als lector bij het lectoraat Gezonde Leefstijl in Stimulerende Omgeving (GLSO). In het afgelopen decennium veranderde de focus van het lectoraat én groeide de kenniskring uit tot een maatschappelijk betrokken groep onderzoekers met impact in het werkveld. Een terugblik op tien jaar onderzoek met de lector die zelf minimaal drie keer per week sport en houdt van gezond én lekker eten.
Lector Sanne de Vries startte tien jaar geleden als lector bij het lectoraat Gezonde Leefstijl in Stimulerende Omgeving (GLSO). In het afgelopen decennium veranderde de focus van het lectoraat én groeide de kenniskring uit tot een maatschappelijk betrokken groep onderzoekers met impact in het werkveld. Een terugblik op tien jaar onderzoek met de lector die zelf minimaal drie keer per week sport en houdt van gezond én lekker eten.
Hoofdstuk 2 uit Position paper Learning Communities van Netwerk learning Communities Grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van vergrijzing, duurzaamheid, digitalisering, segregatie en onderwijskwaliteit vragen om nieuwe manieren van werken, leren en innoveren. In toenemende mate wordt daarom ingezet op het bundelen van kennis en expertise van zowel publieke als private organisaties, die elkaar nodig hebben om te innoveren en complexe vraagstukken aan te pakken. Het concept ‘learning communities’ wordt gezien als dé oplossing om leren, werken en innoveren anders met elkaar te verbinden: collaboratief, co-creërend en contextrijk. Vanuit het Netwerk Learning Communities is een groep onafhankelijk onderzoekers van een groot aantal Nederlandse kennisinstellingen aan de slag gegaan met een kennissynthese rondom het concept ‘Learning Community’. Het Position paper is een eerste aanzet tot kennisbundeling. Een ‘levend document’ dat in de komende tijd verder aangevuld en verrijkt kan worden door onderzoekers, praktijkprofessionals en beleidsmakers.
Jongeren met chronische aandoeningen worden vaak geconfronteerd met problemen in het dagelijks functioneren, waarbij vermoeidheid wordt genoemd als het meest invaliderend. De prevalentie van vermoeidheid onder jongeren met chronische aandoeningen varieert tussen de 51-75%. Vermoeidheid kan onafhankelijk ontstaan van het onderliggende pathologisch mechanisme; uit literatuur blijkt dat ziekte-specifieke benaderingen weinig of nauwelijks effect hebben op vermoeidheid. Vermoeidheid wordt bovendien te laat opgemerkt of blijft onbehandeld. Inzicht in de ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid is van belang om vroegtijdig opsporen en de ontwikkeling van passende interventies te faciliteren. Dit postdoc onderzoek richt zich op het ontrafelen van ziekte-overstijgende mechanismen van vermoeidheid vanuit het perspectief van jongeren, het gezin en de fysieke en sociale leefomgeving. Binnen een longitudinale cohortstudie gedurende 12 maanden worden 208 jongeren met verschillende chronische aandoeningen gemonitord. Naast traditionele onderzoeksmethodieken zoals vragenlijsten en fysieke testen, wordt gebruik gemaakt van remote sensoring, linked data en context mapping (=kwalitatieve methode). Studenten die participeren in het onderzoek zullen de mogelijkheden en beperkingen van zulke methoden ervaren. Dit kan o.a. bijdragen aan het integreren van zorgtechnologie in het dagelijks (kinder)fysiotherapeutisch handelen. We ontwikkelen een theoretisch raamwerk dat de basis legt voor betere vroegdetectie (op afstand en non-invasief) van vermoeidheid en voor het identificeren van mogelijke aangrijpingspunten voor behandeling (doelstelling 1 en 2). Verder draagt het postdoc onderzoek bij aan een beter inzicht in de rol van de sociale en fysieke leefomgeving bij de maatschappelijke participatie van jongeren met chronische aandoeningen (doelstelling 3). Studenten zullen in veldwerk ter plaatse metingen doen, de leefsituatie verkennen en samen met zorgprofessionals en docenten hun klinische blik verrijken. Doordat zij daadwerkelijk in de leefomgeving van jongeren zelf aanwezig zijn kan dit bijdragen aan bewustzijn over de rol van verschillende sociale en fysieke factoren op vermoeidheid en op de maatschappelijke participatie van jongeren met uiteenlopende chronische aandoeningen.
Angst voor traplopen van ouderen beperkt de mobiliteit in en rondom het huis, reduceert zelfredzaamheid en daarmee de kwaliteit van leven. Voor deze doelgroep is een low-tech pro-duct bedacht waarmee de gebruikers hun zelfstandigheid, stabiliteit en conform tijdens het trap-lopen terugwinnen. In samenwerking met de HHS (onderzoeksplatform kwaliteit van leven: Mens en Technologie) en het Medical Delta Living Lab Rehabilitation Technology is dit product daad-werkelijk te realiseren. Door middel van subsidiëring kunnen er technische en economische haal-baarheidsstudies plaatsvinden en uiteindelijk ook de productie van een Minimum Viable Product (MVP). NB: Bezwaar publicatie samenvatting op website SIA Op dit moment is een octrooiaanvraag in voorbereiding; graag tot nader bericht geen openbaring van de samenvatting gedurende 2018.
Vitale Delta is een consortium van vier hogescholen (Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Leiden, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland) dat de krachten bundelt van 19 lectoren, elk met een sterk trackrecord op de thema’s vitaliteit en bewegen, integrale wijkaanpak, zorgtechnologie, persoonsgerichte zorg en zelfmanagementondersteuning. We verstevigen de bestaande samenwerking binnen Medical Delta tussen hogescholen en andere kennispartners (universiteiten en UMCs) op het terrein van zorgtechnologie. We bouwen deze op thema’s als vitaliteit, eigen regie/empowerment, veerkrachtige professionals en integratie zorg-sociaal domein. De doelstelling van Vitale Delta is het effectief bevorderen van vitaliteit en gezondheid (fysiek, mentaal en sociaal) van jong tot oud in de wijk door middel van het versterken van veerkracht en eigen regie en het creëren van een gezonde omgeving in de Deltaregio Leiden, Den Haag en Rotterdam. In vier werkpakketten zetten we in op inhoudelijke kruisbestuiving, personele uitwisseling, netwerkvergroting en grotere werfkracht op de thema’s Ondersteund Vitaal (Zorgtechnologie), Fysiek Vitaal (Bewegen in de wijk), Sociaal Vitaal (Integrale wijkaanpak) en Zelf Vitaal (Zelfmanagement(ondersteuning) en vitale professionals). Elk werkpakket wordt geleid door twee lectoren van verschillende hogescholen en combineert de expertise van meerdere sterke onderzoeksgroepen. Leidende principes in de werkpakketten zijn: co-creatie met burgers, cliënten, patiënten en professionals, een maatschappelijk innovatieperspectief, interprofessioneel samenwerken en ondernemerschap. We gaan daarbij uit van een levensloopsbenadering (-9 maanden tot +100 jaar) waarin gezond opgroeien en ouder worden centraal staat. Projecten richten zich op het wijkniveau en/of het individu. De eerste twee jaar starten we in de werkpakketten met nieuwe, gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten om de onderzoeksinfrastructuur verder te consolideren en versterken. Hierbij worden producten en nieuwe kennis ontwikkeld voor (gezamenlijk) onderwijs bij de betrokken opleidingen van de hogescholen. Ook de vele partners uit de beroepspraktijk van preventie, zorg en welzijn, gemeenten en het bedrijfsleven zullen direct profiteren van de infrastructuur en opbrengsten van Vitale Delta.