Service of SURF
© 2025 SURF
Sinterklaasrel in Maastricht. Escaleert het Limburgs nationalisme? artikel in DDL op 6 december 2007.
After two years, The Mix is coming home. This photo project - a series of four presentations - has been on view at various museums in the Netherlands in recent years. To create it, contemporary photographers were inspired by a photographer whose work is included in the Nederlands Fotomuseum’s collection. Not only did this result in astonishing combinations of photographers and works, it also demonstrates that the Nederlands Fotomuseum is an inexhaustible source of inspiration for new generations. In The Mix, contemporary photographers present new and personal perceptions of works in the Fotomuseum’s collection. For the first time, all four presentations in this photo series will be on show at the same time at the Nederlands Fotomuseum in an exhibition that opens on 15 September. Mission Paul Julien & Andrea Stultiens The second presentation, Mission focuses on the photographic work of Paul Julien (1901-2001), an anthropologist and amateur photographer. For his anthropological research, Julien frequently travelled to Africa where he often made use there of the missionaries’ facilities and expertise. By the time he died, he had accumulated a sizable photography and film archive. For this presentation, Andrea Stultiens (1974) responded to the photos that Julien took during his travels through Liberia (1932) and Sudan (1933 & 1947). For this purpose, she made various journeys to these countries taking pictures made by Julien along with her. There, she consulted local specialists such as storytellers, journalists and photographers to collect stories related to Julian’s pictures with the aim of contributing to a nuanced perception of the huge and diverse African continent.Mission was realised in collaboration with the Limburgs Museum where it was on show from 11 December 2016 to 26 March 2017.
LINK
This booklet holds a collection of drawings, maps, schemes, collages, artistic impressions etc. which were made by students during an intense design moment in the project (re)CYCLE Limburg, which took place in December 2016. Students of Built Environment, Facility Management, Social Work and Health & Care cooperated in making designs and developing strategies for urban renewal in Kerkrade West (Province of Limburg, the Netherlands). The study focused on the importance of qualitative and shared public spaces. The local community (inhabitants, shopkeepers, entrepreneurs, municipality, housing corporation) was actively engaged by sharing knowledge and information, ideas and opinions. These reflections are part of the Limburg Action Lab (part of the Smart Urban Redesign Research Centre). It engages in research by design on innovative and tactical interventions in public space, that might enhance the identity, sustainability and socio-spatial structure of neighbourhoods.
In 2050 wil Nederland volledig circulair zijn, gericht op het optimaal inzetten en hergebruiken van grondstoffen en energie in de verschillende schakels van de productieketen. Er zullen kansen voor circulaire bedrijfsvoering ontstaan en dat gaat niet alleen over innovatieve technologie. Meerwaarde zit ook in samenwerking van de diverse actoren binnen waardenketens in een circulaire maatschappij. Draagvlak bij bedrijven, regionale stakeholders en consumenten voor circulair denken en handelen is van cruciaal belang. Dit resulteert in een uitdaging om multidisciplinair een bijdrage te leveren aan circulaire economie. Niet alleen vanuit technische oplossingen maar ook vanuit een sociaaleconomisch perspectief. De doelstelling van het postdoc onderzoek is het opzetten van een programmalijn meervoudige waardecreatie en employability met focus op twee aspecten: inzicht in businessmodellen en human capital voor een circulaire transitie van een bedrijf. Circulaire economie biedt bedrijven nieuwe kansen maar roept ook vragen op rondom de aansluiting van bestaande businessmodellen. Circulaire economie komt alleen tot stand in een proces van transitie. Niet alleen zullen bedrijven op een andere manier moeten omgaan met materialen en producten, maar ook marktproposities, employabilitybeleid, bewustwording en samenwerkingsvormen moeten veranderen om de transitie naar een circulaire economie te laten slagen. Circulaire economie vraagt om een mindset, businessmodellen, waardeketens en circulaire competenties die de technische innovatie versterken. Om deze transitie te realiseren is een nieuw perspectief op de regionale human capital agenda noodzakelijk. Het betreft onderwijsketens (mbo, hbo en wo) in technologie, economie en business, maar ook ‘leven lang leren’ arrangementen. De programmalijn meervoudige waardecreatie en employability richt zich op de Limburgse regio, in het bijzonder op de ambities rondom de Brightlands Chemelot Campus en zal bijdragen aan een ontbrekend onderdeel in een real life lab omgeving, met het ontwikkelen en valideren van een businessmodel en human capital die nodig zijn voor de circulaire transitie van een onderneming.
Zuyd Hogeschool werkt met de partners van CDKM>Maastricht sinds 2019 aan versterking van de vitaliteit en toekomstbestendigheid van Maastrichtse wijken. Zuyd wil deze samenwerking opschalen van de lokale samenwerking naar een meer regionale samenwerking: ‘ (CDKM>Limburg - Univers©ity ). Zuyd ziet de regio als belangrijke leeromgeving voor studenten en wil met studenten, docenten en onderzoekers betekenisvol zijn voor de regio. Zuyd is met onderwijs en onderzoek (O&O) betrokken in drie vestigingssteden (Maastricht, Heerlen, Sittard-Geleen) urban living labs (ULL’s) via CDKM>Maastricht en het lectoraat Smart Urban Redesign (SURD). Zowel bij de consortiumpartners als bij Zuyd bestaat de behoefte om de multidisciplinaire samenwerking bij -en de coördinatie van- O&O m.b.t maatschappelijke opgaven in de drie steden te versterken. Hiertoe wordt het O&O van Zuyd in de 3 steden gebundeld in 3 bestaande ULL’s met elk een eigen maatschappelijke context. CDKM>Limburg gaat het organisatiemodel en de (kennis)infrastructuur vormen voor duurzame en grootschalige verbinding van O&O van Zuyd met de maatschappelijke opgaven in de 3 living labs. Het implementatieplan voor CDKM>Limburg richt zich op het ontwikkelen en implementeren van dit organisatiemodel en deze (kennis)infrastructuur. De samenwerking tussen de bestaande onderwijsprogramma’s van de vijf Zuyd faculteiten garandeert een multidisciplinaire en grootschalige inzet van studenten t.b.v. maatschappelijke opgaven in de ULL’s. Binnen CDKM>Maastricht zijn al positieve ervaringen opgedaan met de multidisciplinaire samenwerking tussen studenten, docenten en onderzoekers. CDKM>Limburg bouwt hier verder op en richt zich m.n. op het verbinden van bestaand O&O van de academies met de 3 ULL’s. Vanuit die samenwerking zullen ook nieuwe initiatieven worden ontwikkeld, zoals instellingsbrede challenges rondom specifieke maatschappelijke opgaven en een multidisciplinair afstudeeratelier. Het beoogde CDKM>Limburg organisatiemodel functioneert zowel top down (vanuit maatschappelijke opgaven en onderzoek agenda’s van de consortiumpartners) als bottom up (vanuit leerdoelen en competentieontwikkeling).
In het project Netwerkondersteuning Dementie (februari 2015 – februari 2017) is een samenhangend aanbod van toepassingen en diensten ontwikkeld in de vorm van een digitaal platform voor mantelzorgers en zorgprofessionals die betrokken zijn bij de zorg voor mensen met dementie, opdat deze mensen langer en onder betere omstandigheden thuis kunnen blijven wonen. Het platform is samengesteld op basis van een behoefte inventarisatie bij mantelzorgers en zorgprofessionals van mensen met dementie. Het is een beveiligde omgeving met een aantal knoppen (cubes of apps), zoals ‘Info Dementie’, ‘Berichten’, ‘Videoconsult’ en ‘Zorgschrift’. De knoppen hebben verschillende functies, met name ter bevordering van communicatie en het delen van informatie. Het ontwikkelde platform is vervolgens in twee Limburgse regio’s op bruikbaarheid en haalbaarheid onderzocht door onderzoekers, docenten en studenten van Zuyd Hogeschool, in samenwerking met twee zorgorganisaties (MeanderGroep Zuid Limburg en Proteion) en vier technologie bedrijven. In de kleinschalige bruikbaarheidsstudie waren mantelzorgers en zorgprofessionals positief over de gebruiksvriendelijkheid van het platform. Daarnaast vond het merendeel van hen dat ze door het platform sneller, gemakkelijker en efficiënter met elkaar gingen communiceren. Vervolgens is de haalbaarheid van het platform getest met een groter aantal deelnemers. Ondanks de informatieverstrekking onder een groot publiek en via diverse kanalen, bleef belangstelling voor deelname echter achter bij de verwachtingen. Het platform blijft op verzoek van de deelnemers beschikbaar voor degenen die er mee willen (blijven) werken. De betrokken zorgorganisaties en bedrijven zijn aan het bekijken of en in welke vorm het platform verder ingevoerd gaat worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de knelpunten en uitdagingen die gedurende het project naar voren zijn gekomen, zoals afspraken over de regievoering over het platform, integrale en eenmalige registratie van zorggegevens, en meer en betere voorlichting over (technologische) hulpmiddelen bij dementie. Deze top up aanvraag biedt het consortium de gelegenheid om in te spelen op het laatstgenoemde knelpunt. Door hier een bijdrage aan te leveren wordt de duurzame doorwerking van projectresultaten naar de beroepspraktijk, patiënten en hun naasten, alsook het onderwijs, bevorderd. “De (potentiële) gebruikers van het platform zijn zich ondanks betrokkenheid bij het project toch nog onvoldoende bewust van de mogelijkheden van het platform, waardoor de kans om de zorg voor mensen met dementie te optimaliseren m.b.v. inzet van zorgtechnologie nog niet naar vermogen wordt benut”.