Service of SURF
© 2025 SURF
Worldwide, plastic cups are used for serving drinks. Some typical examples of large-scale consumption are large concerts and festivals. As a part of the BIOCAS project, which focusses on the valorization of biomass through various routes, a PHA biobased festival cup was developed and created to reduce the impact of current fossil plastics. The role of VHL was to assess the environmental impact. The aim of the report is to inform the BIOCAS-partners about the use of plastic cups, and address the environmental impact in comparison with other types of biobased plastic cups and fossil-based cups. This report can serve as a basis for making choices within all different types of (plastic/biobased) cups. Besides, it can be used as a public communication tool about the environmental impact of different types of (plastic/biobased) cup applications.
MULTIFILE
Recycling of cotton waste into high value products is a longstanding goal in textile research. The SaXcellTM process provides a chemical recycling route towards virgin fibres. In this study a Life cycle assessment (LCA) is conducted to measure the impact of the chemical recycling of cotton waste on the environment. Pure cotton waste and cotton containing 10 % of polyester are elaborated. The results show that chemical recycling via the SaXcellTM process can have a lower impact on climate change and other impact category than comparable pulping technologies. doi:10.1088/1757-899X/254/19/192012
MULTIFILE
Doel van dit project is om de verschillende ketenonderdelen te ondersteunen met betrekking tot het benutten van de eiwitrijke biomassa van kroos (Lemna) voor toepassingen in voedingsmiddelen. Aan eendenkroosteelt en de toepassing van de eiwitrijke biomassa in voedingsmiddelen is al het één en ander gebeurd in binnen- en buitenland, vaak op kleine schaal. De prakrijkrelevante innovatie waar nog het meest aan moet gebeuren is het bereiken van de markt van eendenkroos voor humane consumptie. Hoe kunnen B2C-bedrijven op eendenkrooseiwit gebaseerde voedingsmiddelen leveren, welke B2B is daarbij nodig, welke procestechnologische en sensorische (smaak-, kleur- en textuur-) elementen kunnen geoptimaliseerd worden? Tegelijk willen we in dit project de keten goed in beeld hebben om de teelt optimaal te laten aansluiten aan de marktvraag, de verteerbaarheid van het eiwit beter leren kennen en de business case voor elke schakel in de keten onderzoeken en optimaliseren. Hierbij worden de volgende resultaten opgeleverd die antwoord moeten geven op vragen die vanuit de deelnemende bedrijven aan de hogescholen in dit consortium zijn gesteld: Het opleveren van een duurzame teeltmethode voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de business case en de milieu impact (Life cycle assessment). Een optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologische onderzoek, zoals drogen, extrusie en fermentatie. Inzicht in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Denk hierbij ook aan de voedselveiligheid en het belang van sensorisch onderzoek bij productontwikkeling. Samen met studenten en docent-onderzoekers zal bovenstaande kennis opgedaan worden, die relevant is voor de eiwittransitie in Nederland waarin nieuwe plantaardige eiwitten een steeds belangrijkere plek innemen. De opbrengst zal effectief gedissemineerd worden binnen het consortium via kenniscirculatie, tussen het consortium en de buitenwereld en in volle glorie naar de maatschappij, m.b.v. een breed scala aan communicatiemiddelen.
De zorg draagt mede bij aan de totstandkoming en het in stand houden van de klimaatcrisis. 7,3% van de CO2 uitstoot in Nederland is afkomstig uit de zorg, dat is evenveel als de CO2 uitstoot van Tata Steel en de kolencentrale van de Eemshaven samen. Specifiek het domein van de acute intensieve zorg is van nature intensief van karakter, niet alleen qua inhoud van zorgverlening en de inzet van hooggespecialiseerde zorgprofessionals, maar ook als het gaat om het zorgproces dat zich kenmerkt door een relatief hoog energie- en (disposable) materialen- en grondstoffengebruik . Verduurzaming van de acute intensieve zorg is een relatief nieuw maatschappelijk thema, waarover nog beperkte (wetenschappelijke) kennis voor handen is. Zorgprofessionals willen graag ‘groen zijn’ maar weten niet goed hoe ze tot praktijkverandering kunnen komen. Ze maken nog weinig ‘groene keuzes’, waardoor verduurzaming in hun dagelijks werk moeilijk van de grond komt. Hoewel er landelijk verschillende initiatieven tot verduurzaming lopen, is van de meeste initiatieven onduidelijk hoe effectief deze zijn in het reduceren CO2-uitstoot en grondstoffengebruik. Doel van dit project is om zorgprofessionals goed onderbouwde, praktische handvatten voor CO2 reductie te geven, welke kunnen bijdragen aan het maken van meer duurzame keuzes binnen de behandeling. We brengen met zorgprofessionals de (in)directe CO2 uitstoot van een zorgproces in kaart met de Life Cycle Assessment (LCA) methode. Tevens onderzoeken we hoe een prototype serious game, ontwikkeld voor en door zorgprofessionals, kan bijdragen aan 1) het vergroten van draagvlak en bewustzijn, 2) het verminderen van de handelingsverlegenheid en 3) het veranderen van duurzame (lokale) werkpraktijken. We betrekken zorgprofessionals actief bij alle werkpakketten, zodat zij gaan zien waar verduurzaming mogelijk kan zijn en ze daar handvatten voor krijgen. We beogen dat zorgprofessionals deze transformatie ook zelf gaan doorvoeren.
Het Lectorenplatform Biobased Economy heeft in de afgelopen twee jaar gewerkt aan een onderzoeksagenda in vier hoofdstukken: ingrediënten/inhoudstoffen, materialen, energie/nutriënten en maatschappij. Op basis van deze agenda zijn verschillende samenwerkingen geïnitieerd en gerealiseerd, zoals GoChem, enkele NWA projecten, de Learning Community Biofuels en de samenwerking met het Lectorenplatform Circulaire Economie op maatschappelijke thema’s. Er is dus al veel gerealiseerd in samenwerking en programmering. Niettemin staan er, terugkijkend, nog enkele ambities uit de eerste twee jaar overeind: het toetsen van de thema’s in meetings met bedrijven; het ontwikkelen van (meer) gezamenlijke onderzoeksprojecten; het ontwikkelen en bestendigen van een meerjarig omvattend (NWO-achtig) programma. Voor dit laatste is GoChem een goede start, maar het zou de komende twee jaar verder moeten groeien, bijvoorbeeld in een biobased SPRONG programma. Daarnaast blijven we werken aan de herkenbaarheid en vindbaarheid van het biobased onderzoek, de lectoraten en de agenda. We breiden de ambities uit naar publieke bekendheid van biobased economy in het algemeen. Verder willen we de mogelijkheid van een eigen publicatiereeks onderzoeken. Nieuw voor de komende jaren is de ambitie om onderzoekskwaliteit beter meetbaar te maken. Hoe meet je kwaliteit in praktijkonderzoek: impact is een ander doel dan wetenschappelijke publicaties. In de eerste termijn van het Lectorenplatform BBE was er additioneel en geoormerkt budget voor internationale samenwerking binnen Living Lab Biobased Brazil (LLBB). Dit budget was gekoppeld aan een gecombineerde Braziliaans/Nederlandse onderzoekscall. Dat is in de komende twee jaar niet voorzien.