Service of SURF
© 2025 SURF
Gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, roken en diabetes komen veelvuldig voor in de Nederlandse samenleving. Om het aantal gezondheidsproblemen terug te dringen is er in de afgelopen jaren gekozen voor een leefstijlbenadering. In een leefstijlbenadering staat niet één punt centraal dat moet veranderen aan het ongewenste gedrag (bijvoorbeeld stoppen met roken), maar een complex van gedragingen en gewoonten. Wanneer er veranderingen optreden zijn deze een krachtigere voorspeller van uiteindelijke gezondheidseffecten, dan veranderingen die het gevolg zijn van een enkelvoudige benadering. Het bewerkstelligen van deze veranderingen lijkt echter moeilijker. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zet daarom verschillende maatregelen in om de leefstijl van de Nederlandse bevolking te veranderen. Eén van de middelen is het subsidiëren van campagnes waarin de (ongezonde) leefstijl centraal staat. Deze 'leefstijlcampagnes' hebben tot doel om de Nederlandse bevolking bewust te maken van de gezondheidsnorm en het aanzetten tot een gezonder leefpatroon. Of deze campagnes effect sorteren in de samenleving wordt in grote mate bepaald door de keuzes die gemaakt zijn tijdens de ontwikkeling ervan. Hierbij gaat het dan niet zozeer om waar het campagneteam voor kiest, maar het waarom van de keuze. Keuzes dienen idealiter niet alleen gebaseerd te worden op (praktijk)ervaring en intuïtie, maar ook op wetenschappelijke theorieën. Het gebruik van theorieën wordt in de praktijk echter vaak als iets lastigs ervaren, zoals een respondent in dit onderzoek het verwoordde: 'Je hebt een soort water en olie naast elkaar, dat mengt niet vanzelf'.
CONCEPT 15-01-2012: gebaseerd op het Rapport ‘Gedragsverandering via campagnes’ van het Ministerie van Algemene Zaken; Zie Renes, et al., 2011 De publiekscampagnes van de Nederlandse rijksoverheid zijn effectiever in het realiseren van kennisoverdracht dan in het (op korte termijn) veranderen van houding en gedrag (zie o.a. Jaarevaluatie Postbus 51-campagnes 2009, 2010). Nederlandse ministeries hechten steeds meer belang aan gedragseffecten en gebruiken dit ook als criterium om de effectiviteit van campagnes te beoordelen. Momenteel zijn veel campagnes nog gebaseerd op klassieke modellen die sterk uitgaan van systematische informatieverwerking en rationeel keuzegedrag (Wevers, Renes, Van Woerkum, 2010). Door groeiend inzicht dat deze modellen niet meer voldoen, heeft de vraag hoe communicatie effectiever kan bijdragen aan gedragsverandering het afgelopen jaar veel aandacht gekregen binnen de Dienst Publiek en Communicatie (DPC), onderdeel van het Ministerie van Algemene Zaken, en verantwoordelijk voor het uitvoeren en evalueren van Postbus 51 campagnes.
White paper Media Future Week Almere Het jaar 2011 werd door Neelie Kroes (Europees Commissaris ‘Digitale Agenda’) afgesloten met de presentatie van een nieuwe Europese richtlijn die ervoor moet zorgen dat overheden meer data voor hergebruik ter beschikking stellen. Open data is volgens Kroes 'goud waard'. Ook binnen de Nederlandse overheid groeit de aandacht voor open data. In de door het rijk geïnitieerde wedstrijd ‘Apps voor Nederland’ (http://www.appsvoornederland.nl/) konden deelnemers mobiele applicaties ontwikkelen met beschikbare overheidsdata. Onder die ontwikkelaars waren eerstejaars studenten Communication & Media Design van de Hogeschool Utrecht. Zij hebben eind vorig jaar enthousiast gepionierd en succesvolle concepten bedacht die gezien de overeenkomsten met de ‘prijswinnende applicaties’ (http://www.appsvoornederland.nl/nieuws/winnaars‐apps‐voor‐nederland‐bekend) zeker kans van slagen zouden hebben. Zie bijvoorbeeld de web‐based app ‘iHBO’ (http://www.appsvoornederland.nl/apps/ihbo) van Rein Krijgsman, Robert van Assenbergh en Pjotr Sen. Deze applicatie biedt aankomend studenten, ouders en decanen informatie op maat om een weloverwogen en goed geïnformeerde studiekeuze te kunnen maken. Het was volgens de studenten leuk en leerzaam om nieuwe dienstverlenende