Service of SURF
© 2025 SURF
PURPOSE: To investigate factors that influence participation in and needs for work and other daytime activities among individuals with severe mental illnesses (SMI). METHODS: A latent class analysis using routine outcome monitoring data from 1069 patients was conducted to investigate whether subgroups of individuals with SMI can be distinguished based on participation in work or other daytime activities, needs for care in these areas, and the differences between these subgroups. RESULTS: Four subgroups could be distinguished: (1) an inactive group without daytime activities or paid employment and many needs for care in these areas; (2) a moderately active group with some daytime activities, no paid employment, and few needs for care; (3) an active group with more daytime activities, no paid employment, and mainly met needs for care; and (4) a group engaged in paid employment without needs for care in this area. Groups differed significantly from each other in age, duration in MHC, living situation, educational level, having a life partner or not, needs for care regarding social contacts, quality of life, psychosocial functioning, and psychiatric symptoms. Differences were not found for clinical diagnosis or gender. CONCLUSIONS: Among individuals with SMI, different subgroups can be distinguished based on employment situation, daytime activities, and needs for care in these areas. Subgroups differ from each other on patient characteristics and each subgroup poses specific challenges, underlining the need for tailored rehabilitation interventions. Special attention is needed for individuals who are involuntarily inactive, with severe psychiatric symptoms and problems in psychosocial functioning.
MULTIFILE
We present a novel hierarchical model for human activity recognition. In contrast with approaches that successively recognize actions and activities, our approach jointly models actions and activities in a unified framework, and their labels are simultaneously predicted. The model is embedded with a latent layer that is able to capture a richer class of contextual information in both state-state and observation-state pairs. Although loops are present in the model, the model has an overall linear-chain structure, where the exact inference is tractable. Therefore, the model is very efficient in both inference and learning. The parameters of the graphical model are learned with a structured support vector machine. A data-driven approach is used to initialize the latent variables; therefore, no manual labeling for the latent states is required. The experimental results from using two benchmark datasets show that our model outperforms the state-of-the-art approach, and our model is computationally more efficient.
Despite major implications for forensic casework, limited research has been done on investigating secondary transfer of latent fingermarks. Adhesive tapes, such as duct tape, can potentially lift latent fingermarks from other surfaces due to their adhesive properties. This study aimed to investigate the possible secondary transfer between layers of adhesive tape and tape and other substrates (metal and plastic). Fingermarks were directly placed onto a primary substrate and subsequently brought into contact with a secondary substrate for varying duration. After visualization, the quality of the fingermarks was assessed to measure their loss and transfer. It was shown that fresh latent fingermarks can transfer between layers of adhesive tape, with instances of sufficient quality for comparison of the transferred fingermarks. In contrast, no transfer was detected after one week. However, a substantial loss of quality of the initially deposited fingermark was observed, suggesting an influence of time. Overall, it was shown that secondary transfer is possible and that caution has to be taken when analysing and interpreting latent fingermarks on adhesive tapes.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.Doel In dit project onderzoeken we op welke wijze het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van wijkbewoners kan worden vergroot met als doel de sociale basis en daarmee het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk te versterken. Resultaten We willen inzichtelijk maken in hoeverre en op welke manier het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van bewoners zich ontwikkelt. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in een grotere betrokkenheid van bewoners bij maatschappelijk uitdagende vraagstukken in de wijk. We ontwikkelen daarnaast handvatten om professionals die werkzaam zijn bij de gemeente en binnen de wijk te ‘scholen’ om een meer ondersteunende en faciliterende rol te nemen ten aanzien van bewonersinitiatieven. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2027 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen: In fase 1 van het project brengen we de context van Hilversum Zuidwest, specifiek met betrekking tot de inwonersgroepen die actief zijn, in kaart. Het doel van deze fase is om te onderzoeken (a) welke latente talenten en capaciteiten bij bewoners binnen de wijk aanwezig zijn, (b) welke netwerken van bewoners er reeds actief is en (c) welke initiatieven al ontplooid worden. Fase 2 van het project betreft het uitvoeren van participatief actieonderzoek samen mét bewoners en sociale professionals. Cofinanciering Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het Mr Roelsefonds.
Wijkbewoners krijgen meer invloed in het vormgeven van de leefomgeving. Steeds vaker krijgen ze de mogelijkheid om het initiatief te nemen en werk over te nemen van professionals werkzaam in organisaties met publieke taken. Dit gaat echter niet vanzelf. Vandaar dat Versa Welzijn, het lectoraat Participatie & Stedelijke Ontwikkeling en het Mr. Roelsefonds de handen ineen willen slaan.Doel In dit project onderzoeken we op welke wijze het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van wijkbewoners kan worden vergroot met als doel de sociale basis en daarmee het welzijn en de gezondheid van mensen in de wijk te versterken. Resultaten We willen inzichtelijk maken in hoeverre en op welke manier het eigenaarschap en het onderzoekend vermogen van bewoners zich ontwikkelt. Dat kan zich bijvoorbeeld uiten in een grotere betrokkenheid van bewoners bij maatschappelijk uitdagende vraagstukken in de wijk. We ontwikkelen daarnaast handvatten om professionals die werkzaam zijn bij de gemeente en binnen de wijk te ‘scholen’ om een meer ondersteunende en faciliterende rol te nemen ten aanzien van bewonersinitiatieven. Looptijd 01 januari 2023 - 31 december 2027 Aanpak Het onderzoek bestaat uit twee fasen: In fase 1 van het project brengen we de context van Hilversum Zuidwest, specifiek met betrekking tot de inwonersgroepen die actief zijn, in kaart. Het doel van deze fase is om te onderzoeken (a) welke latente talenten en capaciteiten bij bewoners binnen de wijk aanwezig zijn, (b) welke netwerken van bewoners er reeds actief is en (c) welke initiatieven al ontplooid worden. Fase 2 van het project betreft het uitvoeren van participatief actieonderzoek samen mét bewoners en sociale professionals. Cofinanciering Het onderzoek wordt gesubsidieerd door het Mr Roelsefonds.
In de transitie naar duurzame voedselsystemen is de consumptie van duurzaam geproduceerd vlees een eerste stap. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder vlees (flexitariërs), geheel geen vlees (vegetariërs, veganisten) of de overstap naar vleesvervangers/kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter’. In aanvulling op hedendaagse vervangingsstrategieën van retailorganisaties, beoogt dit project consumentenpull naar duurzame vleesproducten te realiseren. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten een intention-behaviour gap vertonen met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Dit komt doordat een sociaal dilemma optreedt: een ego-belang in strijd met een maatschappelijk belang. Om dit te overkomen, is een combinatie van intentiebeïnvloeding, bewijsvoering en gedragsbeïnvloeding nodig. Kennis hiervan is echter gefragmenteerd, onvoldoende doorgedrongen in de praktijk en niet specifiek genoeg om consumentengroepen met een latente vraag voldoende aan te spreken. DIERZAAM zal integrale (marketing)principes ontwikkelen voor duurzame gedragsverandering, om het marktaandeel van duurzame vleesproducten te vergroten en daarmee bij te dragen aan de transitie van het voedselsysteem. Met een Design Thinking aanpak ontwikkelen we een breed en diep beeld van consumentenmotivaties en -gedrag. Vanuit dit beeld worden iteratief interventies ontwikkeld: van idee naar prototype naar test bij die consumentensegmenten waar de relevantie, en daarmee mogelijke impact, het grootst is. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe kunnen positionerings-, waarborgings- en gedragsbeïnvloedende strategieën het koopgedrag van duurzaam vlees van specifieke consumentengroepen zodanig stimuleren dat een groter marktaandeel van duurzaam vlees wordt bereikt?” Het consortium achter dit voorstel bestaat uit diverse MKB-organisaties, zoals producenten van duurzame vleesproducten, marketing- en communicatiespecialisten, ketenpartners, brancheverenigingen en kennispartners op gebied van consumentenpsychologie, gedragsverandering en agrifood & business.